Birgitta Jónsdóttir is de charmante en charismatische leidster van de IJslandse Piratenpartij, die bij de verkiezingen van 29 oktober dit jaar met vijftien procent van de stemmen tien van de 63 zetels van het IJslandse parlement in de wacht wist te slepen. De speerpunten uit het programma van de Piratenpartij zijn directe democratie, burgerrechten en vrije toegang tot informatie.

De Piratenpartij is in november 2012 opgericht en voortgekomen uit de protestbeweging tegen de aanpak door de IJslandse regering van de financiële crisis van 2008, die het land op de rand van de afgrond bracht. Is IJsland nu uit de financiële schulden?

“De kapitaalcontroles bestaan nog steeds. Veel grote banken willen nog steeds geld van ons. Maar het lijkt erop dat we de economie weer op de rails hebben. De ironie is dat degenen die van de crisis geprofiteerd hebben, deel uitmaken van de één procent op IJsland. In plaats van een bijdrage te leveren aan de oplossing, hebben ze hun geld in het buitenland geparkeerd." (De premier van IJsland, Sigmundur David Gunnlaugsson, werd in april dit jaar gedwongen af te treden nadat uit de Panama Papers bleek dat hij privékapitaal op de Britse Maagdeneilanden had ondergebracht – MG).

De partij van Gunnlaugsson, de Onafhankelijkheidspartij, heeft de recente verkiezingen gewonnen en is nog steeds de grootste van IJsland. Hoe verklaar je dat?

“We hebben de ‘machine’ tegen ons gekregen. We hadden heel weinig geld. We moesten creatief zijn. En we hebben campagne gevoerd op basis van ons programma, niet door onze tegenstanders persoonlijk aan te vallen, zoals in de Verenigde Staten gebeurt. De ‘machine’ van de gevestigde partijen is heel machtig, ze hebben overal mensen.

"Het feit dat we toch nog zoveel steun hebben gekregen, en dat onze aanhang is verdrievoudigd ten opzichte van de vorige verkiezingen, is geweldig. Dit is ook de reden waarom ik me zo inzet voor constitutionele verandering in IJsland. Na de crisis waren de mensen volkomen van de kaart; ze hadden het gevoel dat alles waar zij hun vertrouwen in hadden gesteld hen in de steek had gelaten.

"Wij kwamen destijds met een kleine groep mensen bijeen aan de universiteit van Reykjavik en begonnen na te denken over hoe we konden voorkomen dat dit weer zou gebeuren. We hadden het idee dat er een heldere scheiding van de machten moest komen, en dat we democratische middelen nodig hadden om de machthebbers ter verantwoording te kunnen roepen. Dat is waar het idee werd geboren om een nieuwe grondwet te schrijven, door en voor het volk van IJsland.

"Dat heeft geleid tot een uniek proces. Er wordt soms gezegd dat de nieuwe grondwet gecrowdsourced werd, maar ik denk niet dat dat helemaal waar is. Het begon met een assemblee van duizend mensen, die willekeurig waren geselecteerd. Ze zaten een paar dagen bijeen, als in een World Café (een methode om met grote groepen mensen ingewikkelde onderwerpen te bespreken).

"Daarna was er een grondwettelijke vergadering, die zich over de geopperde ideeën boog, terwijl ook onze tijdelijke grondwet (die zeventig jaar eerder aan IJsland gegeven was toen het land zich losmaakte van Denemarken) in de overwegingen werd betrokken. In de ontwerpgrondwet staan zaken als directe democratie, netneutraliteit en echte informatievrijheid (allemaal punten uit het partijprogramma van de Piraten – MG).

"Maar het hele proces is in de laatste fase, vlak vóór de verkiezingen van 2013, gestrand door toedoen van de twee partijen die de afgelopen drie jaar aan de macht zijn geweest (de Onafhankelijkheidspartij en de Progressieve Partij). We hopen de grondwet nu, als er een andere regering komt, alsnog te kunnen invoeren.”

IJsland is geen lid van de Europese Unie, dus in zekere zin bevindt het land zich zowel binnen als buiten Europa. Kan IJsland een soort model worden voor de manier waarop andere Europese landen zich zouden kunnen hervormen?

“Absoluut. Zeventig tot tachtig procent van onze wetten zijn feitelijk EU-wetten, omdat IJsland deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte. Ik denk dat IJsland op veel manieren als een soort ‘democratielaboratorium’ fungeert, omdat het land zo klein is. En dat is van cruciaal belang, want voordat je zaken kunt opschalen moet je klein beginnen.”

Steden zijn eveneens relatief kleine eenheden waarin je bepaalde veranderingen tot stand kunt brengen. In Spanje is er nu een aantal steden waar coalities van burgerbewegingen en activisten aan de macht zijn gekomen, zoals Barcelona, waar Ada Colau nu burgemeester is. De vraag luidt dan wellicht hoe je die kleine eenheden met elkaar kunt verbinden, zodat er uiteindelijk een bredere beweging ontstaat waarmee je Europa als geheel kunt hervormen.

“Ik zie het als een plas water waar je kiezelsteentjes ingooit. Als je maar genoeg steentjes gooit, worden de cirkels die ze maken uiteindelijk vanzelf één. Ik denk dat het heel belangrijk is dat mensen meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leven nemen, en dat ze het gevoel krijgen dat ze dat ook kúnnen. We kunnen niet alle problemen van bovenaf oplossen, dat is onmogelijk. Het zou ook tot totalitarisme leiden. Dus als er plekken zijn waar je van elkaar kunt leren, is dat heel goed.

"Hoewel IJsland een klein land is, maar wel een met alles dat een land nodig heeft om mee te kunnen draaien in de moderne wereld, kan het een goed voorbeeld zijn. Maar ook hier zullen we eerst nóg kleiner moeten beginnen. Als een gemeenschap te groot wordt, moet je die splitsen. Daarom hebben steden verschillende buurten. Maar die zijn in de huidige situatie vrijwel nooit zelfredzaam. Stel dat je dat wél voor elkaar zo krijgen, en je zou al die eenheden op elkaar aan kunnen sluiten. Is dat mogelijk? Natuurlijk is dat mogelijk! Je hebt helemaal geen grote staat nodig die alles voor je doet!”

Een ander programmapunt van de Piratenpartij is het universeel basisinkomen. Waarom hechten jullie daar zoveel belang aan?

“Het universeel basisinkomen zou heel veel creativiteit losmaken en heel veel stress elimineren die samenhangt met onze moderne tijd. Waarom kampen zoveel jongeren met allerlei ziektes, vooral geestelijke stoornissen? Omdat we volledig ons houvast kwijt zijn. Dat is ook een van de redenen dat veel mensen zich voortdurend zorgen maken over de toekomst.

"Iedereen zou uiteraard gewoon blijven werken, maar niemand hoeft meer bang te zijn om ziek te worden of geen tijd te hebben om voor iemand anders in gezin of familie te kunnen zorgen. Ik heb cijfers gezien over kleinere gemeenschappen in verschillende delen van de wereld die het universeel basisinkomen hebben ingevoerd, en die cijfers zijn zeer bemoedigend. Het lijkt erop dat er nu ruimte voor komt, want in sommige landen is de jeugdwerkloosheid inmiddels al opgelopen naar vijftig procent!”

In zijn recent verschenen boek Postkapitalisme beweert Paul Mason dat technologie de motor is die voor daadwerkelijke veranderingen gaat zorgen, waardoor het kapitalisme vanzelf zal verdwijnen. Hoe kijk jij aan tegen de rol van technologie?

“Ik zie technologie als een belangrijk instrument in de ontwikkeling van de democratie en van ons gezamenlijke toekomstperspectief als mensheid. Die technologie zal alleen nergens voor in de plaats komen, maar ons wél helpen kennis te delen en ons met elkaar te verbinden. Technologie zal onze samenleving niet veranderen als we dat zelf niet doen. Ik stam uit de vroege jaren van het internet, en dat zag ik ook toen al, in 1995, als een instrument waarmee we de wereld zouden kunnen veranderen. Het was en is een middel voor mondiale connectiviteit.

“ Technologie was en is een middel voor mondiale connectiviteit ”

"Ik zag het belang daarvan al vóór de Irak-oorlog in. Dat was de eerste keer dat mensen het internet gingen gebruiken voor het organiseren van protest, zowel lokaal als mondiaal. Eind 2008 protesteerden we in IJsland tegen het crisisbeleid, en zo inspireerden we mensen in Spanje, die bij hún betogingen met de IJslandse vlag gingen rondlopen. En op zijn beurt werd ons protest weer geïnspireerd door de Spanjaarden.

"Maar het is ook zo dat technologie alles steeds sneller laat gaan, zonder dat we weten waarheen. Technologie gaat dat niet voor ons oplossen. Dat moeten we zelf doen.”

Hoe kijk je überhaupt tegen de toekomst aan?

“Ik vind het een heel opwindend idee dat we ons in een overgangstijd bevinden waarin alles verandert, en dat wij de architecten van die nieuwe systemen mogen zijn. Maar om nieuwe systemen in het leven te kunnen roepen, moeten we eerst weten waar die ons heen leiden. Pas als we beginnen met het formuleren van een visie, op waar we de komende vijfentwintig tot honderd jaar willen uitkomen, zullen we kunnen voorkomen dat we de afgrond instorten.”

Hoe moeten we daarbij te werk gaan?

“We moeten beginnen met het schetsen van een holistisch, alomvattend plan. Het ontbreekt momenteel aan denktanks over dit onderwerp. Er zijn wel denktanks over de veiligheid, over Azië en over de economie, maar zijn er ook denktanks over de toekomst? Ik denk dat films en boeken een prima manier zijn om een begin te maken met een blauwdruk. Een paar van de beste ideeën die we vandaag de dag in de wereld tegenkomen, zijn afkomstig uit de science fiction, met name die met een sociaal aspect.

"We kunnen geen ideaal toekomstbeeld schetsen zonder de menselijke dynamiek daarin te betrekken. Het zou fantastisch zijn als we iets zouden kunnen organiseren als een Blueprint Day for the Future, een mondiaal evenement met willekeurig geselecteerde mensen uit ieder land en iedere stad die over de toekomst praten.”

Je klinkt redelijk optimistisch.

“Omdat ik de regeringen van grote landen tegen me in het harnas heb gejaagd – zoals de Amerikaanse regering, vanwege mijn betrokkenheid in 2010 bij WikiLeaks – vragen mensen mij vaak of ik niet bang ben geweest. En dan zeg ik: nee, want zodra je daaraan toegeeft, verlies je al je energie. Dus de enige manier waarop wij als mensheid onszelf kunnen redden, is door samen vorm te gaan geven aan een toekomst die hoop op voorspoed biedt.

"Want er is nog steeds heel veel over van onze planeet, en er is heel veel dat we kunnen doen om haar te genezen en onszelf te genezen. Ik ben ervan overtuigd dat we aan onze huidige omstandigheden kunnen ontsnappen, als we maar weten waar we heen willen. Je moet daarbij alleen je geschiedenis niet uit het oog verliezen, zodat je je fouten niet herhaalt, maar leert van de wijsheid van je cultuur.

"In zekere zin zijn we heel bang om ons daarmee te identificeren, omdat het nationalisme het vrijwel onmogelijk heeft gemaakt ons culturele erfgoed te respecteren, maar dat mogen we niet laten gebeuren, want het is van het grootste belang dat we begrijpen waar we vandaan komen. Zelfs onze taal is gebaseerd op ons culturele erfgoed. Mensen mogen dus niet bang zijn hun wortels te herkennen en daarop voort te bouwen.

Dan zouden we ons misschien ook barmhartiger kunnen opstellen jegens mensen uit andere culturen die alles achter zich hebben gelaten om bij ons hulp te zoeken."

Dit interview vond grotendeels plaats tijdens het G10-festival in Amsterdam eerder dit jaar, maar is aangevuld met gegevens uit latere telefoongesprekken.