Betaald werk is schaars en in toenemende mate onzeker. Wie in deze eeuw de arbeidsmarkt betrad, heeft – nu nog steeds – nauwelijks kans op een vaste baan. Een nadruk op ´delen´ en op 'solidariteit' is in die situatie niet alleen onhandig ('verdelen van de armoede'), maar bovendien een zwaktebod. Meer betaald werk dat voldoende zeker en zinvol is, is de beste vorm van sociale zekerheid. Het gaat om het benutten van menselijk potentieel en creativiteit.
Onze samenleving organiseert de bevrediging van veel van onze behoeften via 'vraag en aanbod', via 'de markt'. Dat geldt ook voor betaald werk. Wel wordt zelf 'netwerken' geleidelijk belangrijker dan zoeken via personeelsadvertenties en uitzendbureau's. Internet en mobiele telefoons spelen een belangrijke rol in een fundamentele transitie van 'de arbeidsmarkt'.
Maak arbeid goedkoper door belastingdruk te verschuiven
In een markteconomie creëer je méér betaald werk door arbeid goedkoper en andere 'productiefactoren' duurder te maken. Bij voorkeur door een verschuiving van belastingdruk en niet door salarissen te verlagen. Lagere salarissen betekenen minder koopkrachtige vraag en het gebrek daaraan staat centraal in de huidige crisis. We kunnen de arbeidskosten beter verlagen door de loonheffing te verlagen en in plaats daarvan belasting te innen op grondstofgebruik en milieuvervuiling.
BTW (Belasting op Toegevoegde Waarde) verhogen is geen goed alternatief. Door milieubelastende producten met het hoge tarief en milieusparende (vooral) diensten met het lage tarief te belasten kun je enigszins sturen richting duurzaamheid, maar je maakt dan geen onderscheidt tussen productieprocessen die meer en minder grondstoffen kosten en evenmin tussen meer en minder vervuilende manieren om hetzelfde product voort te brengen.
Laat geld sneller en langer rollen
We betalen in toenemende mate 'giraal': niet met munten en bankbiljetten ('chartaal geld') maar met bankpasjes en via internet. Dat biedt mogelijkheden om te zorgen dat geld langer blijft 'rollen'. Geld dat 'rolt' houdt mensen aan het werk. Geld dat terechtkomt bij leveranciers van grondstoffen, bij storters en verbranders van afval en bij vermogensbezitters niet, of in veel mindere mate.
Geld sneller en langer laten 'rollen' voordat het 'weglekt' is vooral van belang voor regio's waar veel mensen werkloos zijn. De software om dat te regelen bestaat al. Vooral in Zuid-Europa is daar veel belangstelling voor... Relatief gesloten betaalcircuits bieden de interessante mogelijkheid om geld dat ongebruikt blijft (banksaldi) te belasten, een soort negatieve rente. Dat is een alternatief voor inflatie en voor het aanpassen van onderlinge wisselkoersen in een systeem met verschillende munteenheden. Dat de euro interne Europese wisselkoersaanpassingen onmogelijk maakt en de angst voor inflatie hebben bijgedragen aan het uit elkaar groeien van de economieën van Noord- en Zuid-Europa.
Investeer met goedkoop geld
De snelste manier om betaald werk te creëren is geld creëren. Dat gebeurt wanneer de Europese Centrale Bank (ECB) staatsobligaties koopt. Tot nu toe doet de ECB dat alleen indirect en alleen voor landen in de problemen. De ECB zou dat voor de hele eurozone kunnen doen, mits overheden het geld gebruiken om investeringen te doen die de samenleving duurzamer maken. In de jaren '30 van de 20e eeuw investeerde de overheid in de aanleg van het Amsterdamse bos. Dat betekende niet alleen werkgelegenheid, maar ook bomen die CO2 vastlegden en het broeikaseffect beperkten. Dat zouden we zo op méér plaatsen kunnen doen.
Geld creëren levert een risico op van inflatie (prijsverhogingen door grotere vraag naar goederen, diensten en schaarse vormen van arbeid). Het leidt echter niet automatisch tot inflatie (zoals blijkt in Amerika en Japan). Inflatie heeft als voordeel dat ongelijke vermogensverdeling wordt rechtgetrokken, maar het mag niet uit de hand lopen. Het extra geld dat de overheid creëert moet, zodra het 'weglekt' terechtkomen bij vermogensbezitters die voldoende winstkansen zien om het productief te investeren. Teveel inflatie maakt onzeker en vermindert het perspectief op winst.
Overheden van sterke eurolanden als Nederland kunnen nu al heel goedkoop lenen, terwijl zwakke eurolanden zich blauw betalen. Dat biedt een unieke kans om te investeren in een duurzamere economie: huizen isoleren, aardwarmtesystemen aanleggen, windmolens bouwen etc. Noord-Europa kan ook investeren in grootschalige zonne-energie centrales in het zonnige Zuiden en in electriciteitsnetwerken om die schone energie naar Nederland te krijgen.
Werk creëren met geleend geld (van de ECB of anderen) vergt, zolang private investeerders onvoldoene vertrouwen hebben in de toekomst, wél dat de 3% norm voor overheidstekorten op de helling gaat. Die norm is sowieso niet zinvol voor een land als Nederland met een structureel betalingsbalansoverschot (door méér te verdienen aan het buitenland dan er aan uit te geven) en financiële markten die graag tegen lage rente staatsobligaties kopen. Het zou extra helpen als overheden sowieso geen rente hoeven te betalen op staatsobligaties aan de ECB. De ECB heeft die rente ook niet echt nodig.
Pak de essentie van de crisis aan
In essentie komt de crisis voort uit de onaantastbaarheid van eigendom. De juridisch gewaarborgde institutie 'eigendom' is essentieel om investeren in kapitaal rendabel te maken. Door bovenmatige beloning van eigenaars (waardoor inkomens zich concentreren) beperkt het echter het deel van de inkomens dat consumptief besteed wordt. Geld dat niet consumptief besteed wordt vermindert de mogelijkheden voor rendabele investeringen.
Bij gebrek aan investeringen (nieuwe banen) en door dalende werkgelegenheid in bedrijven die kapitaalintensiever gaan werken, krijgen steeds meer mensen die hun baan kwijtraken of onzekerder zien worden hoofdbrekens om brood op de plank te krijgen (en erger nog: om hun hypotheeklasten en huur op te brengen). Als samenleving hebben we daardoor een 'prisoners dilemma': de een durft niet te kopen wat de ander zou kunnen produceren, maar niet durft te produceren uit onzekerheid of het wel verkocht wordt. Bovendien vallen bepaalde markten (zoals huizen- en huurmarkt) 'in het slot', wat weer doorwerkt op de werkgelegenheid in de bouwsector.
Doorbreken van dergelijke ´prisoners dilemma's´ is de kerntaak van de overheid, meer nog dan marktregulering en het leveren van goederen en diensten die de markt niet goed kan leveren. Uiteindelijk heeft iedereen er baat bij wanneer we elkaar meer economische en dus sociale zekerheid bieden, wanneer we zorgen dat iedereen voldoende inkomen heeft om in elk geval in een huis te kunnen blijven wonen, elektriciteit te krijgen en via internet, telefoon en TV 'in de samenleving te staan', ook als er onvoldoende banen zijn.
De mogelijkheid om elkaar die zekerheid te bieden, om een stabiele basis te leggen in onze economie, hebben we in toenemende mate. In de mate waarin producten en diensten niet geproduceerd worden met behulp van arbeid, maar met kapitaal (en slimme ideeën), kunnen we ons veroorloven om ook het inkomen dat nodig is om ze te kopen daarvan los te koppelen.
Deels is inkomen al losgekoppeld van arbeid: bezitters van grond, van grondstoffen of toegang daartoe, van onroerend goed en van meer dan gemiddelde vermogens 'eten' zonder daarvoor te hoeven 'werken'. 'Wie niet werkt zal ook niet eten' wordt anachronistischer naarmate de productiefactor kapitaal verantwoordelijk is voor een groter deel van de productiviteit van een samenleving.
Het vergt fundamentele veranderingen in de werking van onze economie om dergelijke 'prisoners dilemma's' op te lossen en zo de instabiliteit te verminderen die om de zoveel jaar een economische crisis veroorzaakt. Die veranderingen vergen in de eerste plaats dat we anders leren aankijken tegen geld en tegen inkomen.