Een denktank over media en democratie

Onze samenleving is de afgelopen jaren steeds meer een digitale samenleving geworden. Informatie-uitwisseling vindt tegenwoordig vooral online plaats. Maar wat betekent dat veranderende informatielandschap eigenlijk voor onze democratie? Om de grote uitdagingen van de 21e eeuw aan te pakken, is een duurzaam, veerkrachtig en inhoudelijk publiek debat noodzakelijk. Hoe maken we een dergelijk debat mogelijk in een tijd van filter bubbels, anonieme trollen en fake news? Hoe zorgen we ervoor dat ons informatielandschap en de manier waarop we informatie uitwisselen en met elkaar in gesprek gaan meer aansluit bij onze democratische waarden? Dit zijn slechts een aantal van de vragen die centraal stonden in de Denktank Media en Democratie. De enthousiaste deelnemers hebben samen uitgedacht wat er goed en slecht is aan het huidige informatielandschap, hoe hun ideale informatielandschap eruit ziet, en welke verscheidene extreme maar plausibele scenario’s er mogelijk zijn vanuit ons huidige informatielandschap. Op basis van deze ingrediënten komen ze, naast een ideaalbeeld, tot 8 concrete beleidsaanbevelingen om ons richting ideaalbeeld te brengen. 

Methodiek
Om een visie op het informatielandschap van de toekomst te vormen heeft de Denktank de afgelopen weken vijf stappen doorlopen. 

  1. Probleemdefinitie: Allereerst is gekeken naar de sterke en zwakke punten van het huidige informatielandschap. Het huidige (gedigitaliseerde) informatielandschap is vrij gemakkelijk toegankelijk en biedt ruimte aan een diversiteit aan stemmen. Tegelijkertijd is er sprake van een sterke machtsconcentratie bij een aantal grote platforms met een enorme focus op (het vergaren van) data en het commerciële belang. Daarnaast kan het internet onveilig en moeilijk te navigeren voor digitaal ongeletterden zijn.
  2. Ideaalbeeld: Vervolgens zijn de belangrijkste maatschappelijke waarden voor het informatielandschap van de toekomst geformuleerd. In het informatielandschap van de toekomst moet meer aandacht zijn voor menselijkheid, autonomie, rechtvaardigheid en duurzaamheid. 
  3. Trendanalyse: De derde stap was de inventarisatie van de twee belangrijkste onzekerheden richting 2050. Er is specifiek gekeken naar de mate van digitalisering en de mate van (de)centralisatie van het informatielandschap. 
  4. Scenarioschets: Door deze onzekerheden te plotten op een assenstelsel zijn vier mogelijke scenario’s voor het informatielandschap van de toekomst gevormd. Elk scenario is beoordeeld aan de hand van de waarden uit het ideaalbeeld.
  5. Conclusies en aanbevelingen: Tot slot hebben we conclusies getrokken uit de vier extreme scenario’s en zijn aanbevelingen geformuleerd om het ideale informatielanschap dichterbij te brengen.

Wat als we niks doen? Scenario’s voor 2050

Het informatielandschap van 2050 laat zich moeilijk voorspellen. Om toch een beeld te kunnen vormen van mogelijke toekomsten, zijn twee van de belangrijkste onzekerheden op het gebied van informatie-uitwisseling verder uitgewerkt. Het gaat enerzijds om de mate waarin informatie-uitwisseling in 2050 gedigitaliseerd is en ten tweede om de mate waarin er sprake van (de)centralisatie is in het informatielandschap. Het plotten van deze onzekerheden op een assenstelsel leidt tot vier extreme scenario’s voor 2050. Deze scenario’s geven een beeld van mogelijke (extreme) toekomsten en maken de benodigde interventies om het informatielandschap bij te sturen naar het ideaalbeeld inzichtelijk.

Scenario #1 Cyberdictatuur:
In het informatielandschap domineert één digitaal mediaconglomeraat of een select aantal digitale media-instanties, die praktisch alle functies aan zelflerende algoritmen en efficiënte AI hebben uitbesteed. Nieuwe applicaties nemen steeds meer werk uit menselijke handen. Het is onmogelijk geworden om je af te keren van deze functies zonder een paria te worden.

Scenario #2 Digitale degrowth:
In het informatielandschap domineert een select aantal semi- of niet-digitale mediaconglomeraten, die eventueel aan de overheid verbonden zijn. Vanuit het principe van digitale degrowth zijn vooral klassieke, centrale media weer in zwang, en zijn persoonlijke en slimme apparaten een zeldzaamheid. 

Scenario #3: Eco-enclaves:
Het informatielandschap bestaat uit heterogene politieke gemeenschappen die zich organiseren in decentrale, semi-digitale omgevingen (enclaves) die mentaal ver van elkaar verwijderd zijn. Dit gaat gepaard met een ‘tragere’ (soms inefficiënte) samenleving die minder op digitale communicatie maar meer op lokale initiatieven is ingesteld. 

Scenario #4: Techno-anarchisme:
Het informatielandschap bestaat uit een groot aantal (politieke) gemeenschappen die zich terugtrekken in decentrale, digitale omgevingen. Zij werken elk met eigen applicaties die ieder hun eigen regels en prioriteiten kennen. Voor techneuten is veel mogelijk terwijl de digibeten de boot missen en een grote digitale kloof de samenleving verder opbreekt. 

Aanbevelingen om ons ideaalbeeld dichterbij te brengen

Om het ideale informatielandschap dichterbij te brengen en verdere ontwikkeling in de richting van een van de extreme scenario’s te voorkomen, zijn tot slot aanbevelingen geformuleerd voor de korte en lange termijn.

  1. Vorm een integrale visie op digitalisering en het informatielandschap
    We benadrukken dat de groei van de digitale samenleving geen doel op zich is. De invulling van het informatielandschap moet intrinsiek verweven zijn met het bredere maatschappijbeeld: hoe moet Nederland er in 2050 uitzien en welke rol speelt het informatielandschap daarin?
  2. Verplicht de interoperabiliteit van mediasoftware
    Wij sluiten ons aan bij het standpunt van de Europese fractie van GroenLinks dat er een nationale en Europese verplichting tot interoperabiliteit van mediasoftware zou moeten komen. Deze maatregel is reeds onderdeel van de Digital Services & Markets Act (DSA/ DMA) en verdient het benadrukt te worden. 
  3. Introduceer een redactionele aansprakelijkheid voor aanbevolen content
    Wij pleiten voor een klassieke, redactionele aansprakelijkheid voor content die door een platform aan gebruikers wordt aangeraden (of dat nou algoritmisch of door mensen wordt gedaan). Dit draagt bij aan een meer integere informatievoorziening, waarin een balans is tussen enerzijds vrijheid van meningsuiting en anderzijds de bescherming van een gedeeld publiek domein.
  4. Koester en ondersteun kwalitatieve journalistiek volgens een NPO-model
    Om de kwaliteit en integriteit van informatie te waarborgen, zien we graag dat overheidssubsidies voor kwalitatieve journalistiek worden uitgebreid. Concreet kan dit ertoe leiden dat meer journalistieke instellingen en platforms gestimuleerd worden om hun bronnen duidelijk te vermelden, journalistieke standaarden te eerbiedigen en artikelen vrij toegankelijk te maken (zonder paywall). 
  5. Faciliteer de keuzevrijheid door het behoud van analoge informatie
    We stellen voor om traditionele media te verplichten de analoge informatievoorziening te blijven faciliteren. Dit zorgt ervoor dat de consumptie van en communicatie via digitale media een vrije keuze blijft. Op die manier houden we oog voor de verscheidenheid aan voorkeuren en niveaus van digitale geletterdheid in de samenleving.
  6. Waarborg de digitale vaardigheden van burgers                     
    Zowel op korte als op lange termijn blijft een gezonde, kritische omgang met informatie, digitale applicaties en data (als transactiemiddel en bron van kennis) van groot belang. Burgers moet actief worden geleerd hoe om te gaan met digitale apparaten én kennis. Voor kinderen spelen de scholen daarin een cruciale rol. Voor volwassenen kunnen vrij toegankelijke cursussen daar hulp bij bieden.
  7. Geef gebruikers meer autonomie en maak apps minder verslavend
    De inzet van data voor het personaliseren van advertenties en zogenaamde “dark patterns”, waardoor de autonomie van gebruikers wordt ingeperkt, verdienen met name meer kritische aandacht en dienen ingeperkt te worden.We pleiten voor het al dan niet verplichte herinrichten van interfaces zodat de verslavingsgevoeligheid afneemt, ontvangstvrijheid toeneemt en er meer ruimte ontstaat voor reflectie.
  8. Investeer in publieke en open source digitale infrastructuur
    Op lange termijn raden wij de Nederlandse overheid en/of de Europese Unie aan om een publieke, open source digitale infrastructuur op te zetten. Wij denken aan een model dat lijkt op het Nederlandse initiatief PubHubs. Een wendbare, publieke infrastructuur is op de lange termijn de enige manier om binnen het informatielandschap daadwerkelijk ruimte te maken voor publieke belangen en het verslavend commercialisme en dataïsme in te perken

Meer weten?

Lees het eindrapport hieronder.