Thomas Bollens recente boek Geld genoeg, maar niet voor jou (Follow the Money, 2025) begint met een veelzeggende scène. In augustus 2022 gijzelt de Libanese man Bassam al-Sheikh Hussein een bank in Beiroet. Hussein, in bezit van een jerrycan benzine en een automatisch wapen, loopt na urenlange onderhandelingen met 35.000 dollar weer naar buiten. Deze scene is geen bankoverval, maar een man die zijn eigen spaargeld, ruim 200 duizend dollar, komt opeisen. Door financiële implosie gelden op dat moment strenge opnamelimieten voor buitenlandse valuta in Libanon, omdat de banken anders over de kop dreigen te gaan. Daardoor is het spaargeld van veel Libanezen in de praktijk bevroren. Veel mensen zijn hier woedend over. Tijdens de gijzeling komen tientallen mensen naar de bank, waar ze leuzen als "Weg met de heerschappij van de banken!" scanderen.

Nu zou je kunnen zeggen: Libanon is Nederland niet. Maar Thomas Bollen geeft dit voorbeeld niet zomaar. Want ook in Nederland is het geld dat je op je bankrekening ziet, in feite niet meer dan een belofte van je bank om je cash terug te geven als je erom vraagt. Zeker na de kredietcrisis van 2008, toen ook in Nederland sommige mensen niet bij hun spaargeld konden, werd daar wel een en ander over gezegd en geschreven, maar er veranderde fundamenteel niets. Hoewel: bij Thomas Bollen veranderde er wél iets.

Thomas Bollen
Thomas Bollen. Foto door Herman Wouters.

Thomas, de kredietcrisis van 2008 gaf je ooit de inspiratie voor jouw boek Geld genoeg, maar niet voor jou. Wil je dat uitleggen?

“Tijdens die crisis studeerde ik financiële economie, maar ik begreep toch niet hoe die crisis nou echt ontstaan was. Nog specifieker, waar kwam nou eigenlijk al dat geld dat in risicovolle hypotheken was beland vandaan? Mede daarom heb ik de afgelopen jaren voor platform Follow The Money veel geschreven over banken, geldschepping en economische denkbeelden over geld. Dat resulteerde weer in dit boek, waar ik zeker vier jaar intensief aan heb gewerkt.”

Je stelt daarin private geldschepping centraal; het proces waarbij het geld in een economie toeneemt door kredietverlening van commerciële banken. Wat bedoel je daar precies mee?

“Veel mensen denken dat banken het geld van spaarders ophalen en aan anderen uitlenen, maar dat is niet zo. Immers, jouw spaargeld blijft altijd zichtbaar op jouw rekening. Tegelijkertijd geven banken wel leningen aan mensen of bedrijven die een lening zoeken. Zodra een bank een lening verstrekt, maakt zij een banktegoed. En dat banktegoed kan de leningnemer vervolgens als geld gebruiken. Dit banktegoed is daarom een vorm van privaat geld. Zo scheppen banken dus geld door leningen te verstrekken.”

Is dan al ons geld privaat geld?

“Nee. Contant geld is gemaakt door de centrale bank en daarmee de staat, daar zit geen private partij zoals een bank tussen.

Maar voor digitale transacties gebruiken burgers commerciële banktegoeden. Er is wel een digitale vorm van publiek geld, maar die wordt alleen gebruikt voor betalingen tussen banken. Voor burgers is dus geen digitaal publiek geld beschikbaar, waardoor inmiddels zo’n 90 procent van het geld dat wij gebruiken door commerciële banken gemaakt is.”

Waarom is het zo belangrijk of geld publiek of privaat is?

“Daar zijn meerdere redenen voor. Een daarvan zullen veel mensen zich nog wel herinneren uit de crisis van 2008; je spaargeld bij een bank is uiteindelijk niet 100 procent veilig zonder garanties en vangnetten van de overheid. Die garanties zijn er in Europa wel, maar dat zorgt voor een scheve balans tussen winsten en kosten. Banken mogen de winsten namelijk uitkeren aan aandeelhouders, maar als ze dreigen om te vallen, worden ze uiteindelijk door overheden gered. Maar wat ik nog interessanter vind zijn de economische gevolgen van die macht bij banken. Door leningen te verstrekken, geven banken namelijk richting aan de economie. Ze kiezen zowel aan wat voor bedrijven ze geld uitlenen, als wie tegen welke tarieven mag lenen. Dat beïnvloedt weer ongelijkheid en duurzaamheid. 

Een voorbeeld: mensen zonder vermogen kunnen in de regel geen geld lenen, en als ze dat wel kunnen, betalen ze daar veel voor. Grote bedrijven en vermogende mensen hebben wel toegang tot bankleningen. Neem Elon Musk, die regelmatig terugkomt in mijn boek. Hij kon Twitter kopen in 2022 omdat hij niet alleen geld van rijke vriendjes verzamelde, maar ook omdat hij 13 miljard dollar kon lenen van de bank, die daarvoor nieuw geld creëerde. Door veel geld te lenen, vergroten dit soort mensen hun speelgeld en uiteindelijk hun vermogen. Daar kopen ze weer (politieke) invloed mee, zoals Elon Musk dat deed. En die invloed gebruiken ze voor eigen gewin. Toen in 2023 de Silicon Valley Bank dreigde om te vallen, waar veel tech-miljardairs en durfinvesteerders hun geld hadden gestald, lukte het hun binnen korte tijd om de overheid garant te laten staan voor alle tegoeden. Dit ecosysteem heeft dus veel invloed op economische en politieke macht, en daarom is het zo’n belangrijk onderwerp.”

Is het mogelijk om weer meer publiek geld te gebruiken?

“Zeker! Geldhervormingsbewegingen dringen er al sinds de financiële crisis bij politici en de centrale bank op aan om met een publiek digitaal geldmiddel te komen. Zo’n digitale euro is er alleen nog niet, maar dat zou wel kunnen. Zo zou de balans tussen privaat en publiek geld hersteld kunnen worden. Daar is wel politieke wil voor nodig.”

En zie je die wil?

“Bijna niet! Tot mijn verbazing komt het woord digitale euro bijvoorbeeld niet voor in het huidige verkiezingsprogramma van GroenLinks-PvdA.”

Bij de Europese verkiezingen stond het wel in het verkiezingsprogramma; dit soort financiële regelgeving loopt in principe ook via de Europese Unie. Is dat een verklaring? 

“Brussel is wel de logische plek voor dit soort regelgeving. Toch is de macht die bij geldschepping hoort zo groot, dat ik ook in de nationale politiek discussie hierover zou verwachten. Bij rechtse partijen zoals Forum voor Democratie (FVD) wordt ingezet op ‘bitcoinreserve’, je zou verwachten dat links daar iets tegenover zet. De digitale euro lijkt mij een logisch thema voor GroenLinks-PvdA.”

Waar ligt dat aan, denk je?

“Ik denk dat er ten eerste groot gebrek aan verstand van ons huidige geldstelsel heerst. Dat geldt niet alleen voor politici. Ook economen en financiële experts zijn zich niet altijd bewust van hoe dit werkt. Voor mijn boek sprak ik met onder andere CEO’s van grote banken, waarvan sommigen dat ook niet bleken te weten. Om dit te agenderen moet een politicus het stelsel dus eerst zelf begrijpen, en vervolgens ook kunnen uitleggen. Best een klus. 

Daar komt de macht van de bankenlobby nog bij. Politici praten af en toe wel met burgerbewegingen zoals stichting Ons Geld of Positive Money, maar er wordt veel meer gesproken met mensen uit het bankwezen en de financiële sector. De kracht van die bankenlobby is een van de oorzaken waardoor dit systeem zo heeft kunnen groeien.”

Speelt angst of ontzag voor de bankenlobby dan ook een rol in het gebrek aan politieke discussie?

“Dat denk ik wel. Zodra de discussie hierover echt serieus wordt, verzet de bankenlobby zich. Toen er bijvoorbeeld in Zwitserland een referendum werd gehouden over het invoeren van publiek digitaal geld, verspreidden banken en hun toezichthouders de boodschap dat dit de economie zou doen instorten. Dat bleek effectief; de bevolking stemde tegen. Naast dit economische argument wordt ook vaak het risico genoemd dat banken zelf instabiel zullen worden als er een veilig publiek alternatief bestaat. Maar dat het bancaire systeem niet stabiel is, lijkt mij nou juist een reden om het te willen veranderen.”

In je boek bespreek je ook cryptocurrencies en stablecoins. Die laatste worden inmiddels door Donald Trump omarmd. Is dat dan misschien ook een oplossing?

“Cryptocurrencies en stablecoins zijn eigenlijk nieuwe vormen van privaat geld. Enerzijds heeft de opkomst ervan banken en centrale banken ertoe aangezet om te gaan innoveren. Deze nieuwe competitie werkt zo positief door op de efficiëntie van het internationale betaalverkeer. Anderzijds kunnen stablecoins een middel zijn waarmee de techmiljardairs die ik eerder noemde de macht over ons geld naar zich toe trekken. In het boek kan je daar veel meer over lezen, maar ik verwacht niet dat crypto’s de disbalans tussen publiek en privaat geld zullen oplossen. En dus ook niet de ongelijkheid die hiermee gepaard gaat.”

Die groeiende ongelijkheid raakt ons allemaal. Wat kunnen we daar als samenleving aan doen?

“Zorgen dat dit op de politieke agenda belandt. Zeker de lezers van dit tijdschrift kunnen daaraan bijdragen. Het eerste speerpunt van het verkiezingsprogramma van GroenLinks-PvdA gaat over volkshuisvesting, omdat de huizenprijzen zodanig zijn gestegen dat een deel van de bevolking niet langer op de woningmarkt kan aanhaken. Dat probleem moet worden opgelost, maar daarbij wordt geldschepping nergens aangehaald als de oorzaak. Terwijl momenteel 70 procent van al het nieuw gecreëerde geld naar vastgoed gaat in de vorm van nieuwe leningen voor huizen en hypotheken. Dat drijft de huizenprijzen weer op en daar hebben we allemaal wél mee te maken. Als je één stap dieper gaat in deze materie kom je bij geldschepping terecht. Dat de VVD dit niet agendeert, begrijp ik. Maar GroenLinks-PvdA?”

Kunnen we afsluiten met zeggen dat je hier een duidelijke oproep doet aan de partij?

“Ja, want we laten als samenleving heel veel kansen onbenut als we de macht over het publieke geld bij private partijen te laten liggen. Juist linkse politici kunnen daar het verschil in gaan maken.”

Thomas Bollen (1984) is financieel econoom, gespecialiseerd in monetaire zaken. Als freelance onderzoeksjournalist schrijft hij over economie, het geldsysteem, banken en cryptomunten voor (o.a.) platform Follow The Money (FTM). Zijn boek Geld genoeg, maar niet voor jou. Hoe heroveren we de macht over ons geld? verscheen eind september 2025 en werd direct een bestseller.