CD: “In Helmond hebben we een brede coalitie opgezet met de woningcorporaties, ziekenhuis, scholen, het bedrijfsleven, het werkbedrijf en de gemeente om die tweedeling tegen te gaan. Tijdens onze eerste sessie hoorde ik verschillende mensen zeggen: ‘ik wist niet dat het zo erg was’.
Mensen aan weerszijden van de kloof in de stad hebben zo weinig contact met elkaar, we weten nauwelijks iets over ‘de ander’. Helmond heeft bij gemeenteraadsverkiezingen het laagste opkomstpercentage van heel Nederland. Mensen zijn gewoon afgehaakt, ze doen niet meer mee. Dat is een van mijn grootste zorgpunten. Weten wij wel goed wat mensen nodig hebben?”
Leiden die investeringen in het onderwijs op zwakkere scholen ook tot minder segregatie? Dus dat hoogopgeleide ouders niet meer naar de andere kant van de stad fietsen om hun kinderen daar naar school te brengen?
MM: “Inzet op het verhogen van kwaliteit en het bestrijden van segregatie worden vaak gezien als losstaande interventies, maar dat is een schijntegenstelling. Juist door betere kwaliteit kun je segregatie verminderen. En vermindert die segregatie niet, dan heb je in ieder geval de kwaliteit op orde.
Vooral in het voortgezet onderwijs zie je een heel sterke relatie tussen de achtergrond van de ouders en het niveau dat de kinderen geadviseerd krijgen. Dat drijft groepen uit elkaar. Ik ben dan ook heel blij met het advies van de Onderwijsraad voor een driejarige brugklas. In kleine gemeenten heb je vaak een brede scholengemeenschap waar iedereen naar toe gaat.
Maar in Amsterdam hebben we categorale gymnasia, categorale havo’s en categorale vmbo-tl’s. In Amsterdam zetten we daarom een bonus in om een brede brugklas te stimuleren en kansenongelijkheid tegen te gaan. Als kinderen te vroeg in een hokje worden ingedeeld, hebben ze minder kans zich te ontwikkelen en hun talenten tot bloei te laten komen. ”
Volgend jaar zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Wat moet volgens jullie bovenaan staan in de coalitieakkoorden als het gaat om de ongedeelde stad?
CD: “Werken aan meer bestaanszekerheid en minder stress. Als we daarop sturen, voorkomen we zoveel ellende bij mensen en geven we ze de kans zich te oriënteren op de toekomst, in plaats van alleen maar met overleven bezig te zijn. We vragen van mensen heel veel zelfredzaamheid. Maar veel mensen kunnen het niet zelf oplossen.
En daarnaast moeten wij als gemeenten kritisch bij onszelf nagaan welke bijdrage wij leveren aan het gevoel bij veel mensen dat ze ‘minder’ zijn. Op tv zag ik de vernedering bij een vrouw met een bijstandsuitkering die moest bewijzen dat haar stofzuiger kapot was zodat ze bijzondere bijstand kon aanvragen voor een nieuwe. Veel mensen krijgen al op jonge leeftijd van de overheid het gevoel dat ze er niet toe doen. De manier waarop wij mensen bejegenen is zo belangrijk.”
MM: “Ik vind het heel mooi wat Cathalijne zegt. Het gaat niet alleen om beleid maar ook om hoe we het uitvoeren. De toeslagenaffaire moeten wij ons op lokaal niveau enorm aantrekken. Waarom hebben wij niet gemerkt wat onze burgers meemaakten? We moeten veel meer kijken wat mensen nodig hebben. Ik spreek veel slachtoffers van de toeslagenaffaire. Die mensen zijn gigantisch getraumatiseerd, ze zijn bijna allemaal gescheiden, maar ze hebben allemaal nog een hulpvraag. Ze keren zich niet af van de overheid maar vragen juist: ‘help ons’.
We moeten als gemeente daar zijn waar dit het hardste nodig is, en dus ongelijk investeren. Tegenstanders roepen vaak dat de samenleving niet maakbaar is. Wat een onzin, natuurlijk is die maakbaar! Alles wat de overheid doet, heeft effect en daar moeten we ons bewust van zijn.”
KD: “Alles wat we ooit hebben bedacht, kunnen we ook veranderen. Juist op lokaal niveau zijn we goed in staat om mensen zelf aan het woord te laten en dingen niet voor hen te beslissen. Samen met corporaties zijn wij momenteel bezig met wat we sociale renovatie noemen. Een team van corporatiemedewerkers en mensen van de gemeente gebruiken gesprekken over de fysieke renovatie van flatgebouwen om mensen te vragen waar ze behoefte aan hebben. Dat leidt tot uiteenlopende initiatieven, van koffieochtenden tot mensen die na jaren weer een opleiding beginnen.
Over het mengen van wijken wil ik nog toevoegen dat we natuurlijk heel makkelijk zeggen dat in wijken met een hoog percentage sociale huurwoningen middenhuur moet worden toegevoegd, maar het omgekeerde doen we bijna nooit. Wij hebben daar iets op gevonden, namelijk een ruildeal. Een woningcorporatie die veel bezit heeft in onder meer Overvecht heeft een bondje gesloten met een particuliere partij in een andere wijk om in Overvecht middenhuur te komen bouwen. In ruil daarvoor gaat de corporatie sociale huur neerzetten in West.
MM: “We kunnen veel meer dan we denken. Zoals Kees zegt: we hebben het ooit zo gebouwd, dus kunnen we het ook veranderen. Een ongedeelde stad is een lonkend perspectief dat we écht kunnen bereiken. Ook mensen die zeggen liever met gelijkgestemden te wonen, zien de nadelen van een verdeelde stad: namelijk een gemeente met héle rijke en héle arme wijken, en witte en zwarte scholen.”
KD: “Dat wil niet zeggen dat iedereen nu in een gemengde wijk wil wonen, maar iedereen voelt wel aan zijn water dat het niet goed is hoe het nu gaat.”