Vrijdag 27 februari presenteerde GroenLinks een manifest voor een sociale bijstand. Het manifest werd ondertekend door de fracties van de gemeente Nijmegen, Groningen, Utrecht, Amsterdam en de Tweede Kamerfractie. Het idee: een bijstand (#nieuwebijstand) zonder verplichtingen, maar met de mogelijkheid tot bijverdienen.

Tijdens de bijeenkomst wees Bram van Ojik erop dat deze hervormingen wat hem betreft rustig gezien kunnen worden als eerste stappen richting een basisinkomen.

Het basisinkomen

Het basisinkomen is hot. Naar aanleiding van de campagnes voor het referendum in Zwitserland en het burgerinitiatief in de EU gaven blogs als Sargasso en de Correspondent er extra aandacht aan. Het verhaal sloeg vervolgens aan via de sociale media en inmiddels rommelt het binnen enkele gevestigde partijen. De congressen van D66, de PvdA, en GroenLinks namen moties voor experimenteren met een basisinkomen aan.

GroenLinks is de eerste partij waarbij raads- en kamerleden de discussie over het basisinkomen weten om te zetten tot concrete voorstellen. En dat werd tijd. De discussie over het basisinkomen heeft namelijk erg de neiging theoretisch van karakter te blijven. Zonde, want uit de discussie kunnen we al een aantal lessen leren die direct toe te passen zijn op de staande politieke praktijk. Te beginnen bij de bijstand.

Wat blijkt namelijk? De zekerheid van een inkomen op het bestaansminimum zonder verdere voorwaarden, blijkt keer op keer veruit de meest kostenefficiënte en effectieve manier om mensen in armoede te helpen.

Het huidige beleid

Een psycholoog zal het bovenstaande niet verbazen. Dat mensen nu eenmaal beter reageren op een wortel dan op een zweep is in de psychologie al decennia bekend. Tot de politiek wil het echter maar niet doordringen.

Uitgangspunt bij het huidige beleid is dat voor een uitkering de bijstandsgerechtigde zijn best doet om aan een baan te komen. Om dat te controleren en om hem daartoe aan te zetten zijn er allerlei verplichtingen, controles en boetesystemen opgezet.

Dit kost ongelooflijk veel geld en blijkt tot overmaat van ramp een averechts effect te hebben. Het leidt daarbij tot veel ellende doordat de boetes en terugvorderingen de armoedeproblemen aanjagen, wat ook de maatschappelijke kosten weer opjaagt.

Om het nog erger te maken wordt wie vanuit de bijstand tijdelijk of in deeltijd werk vindt geconfronteerd met een enorme last aan formulieren, en moet hij al zijn verdiensten weer inleveren. Werk vinden vanuit de bijstand wordt dus op diverse manieren keihard ontmoedigd.

Tot overmaat van ramp gaat het huidige kabinet op dezelfde weg door, en nog wel in een veel hogere versnelling.

Weg met boetes en verplichtingen

Het wordt tijd om in te zien dat dit een doodlopende weg is. Het slaat niet alleen mensen met een uitkering volkomen murw, het kost ook nog eens bakken met geld. In dat kader dus het voorstel om voor de bijstand alle improductieve eisen en strafkortingen te schrappen.

GroenLinks stelt voor hiermee op gemeentelijk niveau “te experimenteren”, maar laat ik hopen dat die experimenten zo radicaal mogelijk zullen zijn. Schrap letterlijk alle verplichtingen en tegenprestaties. Schrap ook de sollicitatieplicht. Want ook die is kostbaar en contraproductief. Werkgevers worden al gek van de enorme hoeveelheden sollicitaties die ze ontvangen. Het heeft geen enkele zin heeft hier nog eens sollicitaties aan toe te voegen van mensen die eigenlijk niet gemotiveerd zijn.

Dit betekent natuurlijk niet dat we alle trajecten om mensen te helpen af moeten schaffen, zoals sommige tegenstanders van de gedachte van het basisinkomen vrezen. Ze dienen alleen slechts op vrijwillige basis gevolgd te worden. Met als positief neveneffect dat alleen die trajecten zullen overleven waarvan de mensen zelf het idee hebben dat ze er echt mee geholpen worden. Een belangrijke kwaliteitsimpuls.

Luie varkens

Sommige criticasters zullen vrezen dat dit zal leiden tot flink oplopende kosten, omdat met een bijstand zonder verplichtingen veel mensen hun baan op zullen zeggen en gaan leven van de bijstand, en dat mensen in de bijstand helemaal niets meer zullen ondernemen om aan werk te geraken.

Van Ojik wijst er in zijn manifest op dat dit berust op een heel negatief en foutief mensbeeld. De meeste mensen willen juist heel graag werken voor hun geld.

Daar heeft van Ojik groot gelijk in, en de wetenschap onderstreept dat gelijk. Mensen zijn eerder gulzig dan lui. Dat neemt niet weg dat ongetwijfeld een aantal mensen inderdaad de keuze zal maken hier op korte termijn voor te kiezen, en een al met al toch forse inkomensachteruitgang incasseren in ruil voor hun vrijheid, of nooit meer uit de bijstand verdwijnen als ze er al in zaten.

Hoelang zij dat echter volhouden is maar zeer de vraag. Bovendien komen er daarmee voor anderen weer banen vrij. Bij hoge werkloosheid is dat toch bepaald geen ramp. Voor iedere luilak een ander aan het werk. Geen schade dus.

Daarbij komt dat het schrappen van iedere verplichting een forse bezuiniging op het ambtenarenapparaat mogelijk maakt. Bovendien blijkt uit onderzoek dat mensen die nu van bijstand leven gezonder én economisch actiever zullen worden.

Daarnaast komt er in de plannen van GroenLinks ook een sterke prikkel om te werken bij, door ook het bijverdienen naast een uitkering te belonen. Naast dat dit activerend werkt gaat het ook zwartwerken naast de uitkering tegen.

Eén uitkering voor het bestaansminimum

Omdat het onwenselijk is dat bijstandsgerechtigden meer gaan verdienen dan het minimumloon, wil GroenLinks het bijverdienen wel maximeren. Zo blijft de beloning binnen proporties.

En dit geeft al een verschil aan met het basisinkomen. Een sociale bijstand is dan ook geen basisinkomen. Het zet echter wel een flinke stap in die richting.

Eenmaal daar aangekomen kan een verdere versimpeling worden doorgevoerd. De voet van de WW, WIA en WAO zouden samengevoegd kunnen worden met de bijstand, evenals de AOW en andere uitkeringen op bijstandsniveau. Het resultaat zal één uitkering zijn voor het inkomen tot het bestaansminimum, met nog slechts vier afhankelijkheden:

1. het niet-hebben van een zelfstandig inkomen op het bestaansminimum

2. de eventuele partner

3. staatsburgerschap

4. de locatie                                                                                                                                 

Bij het bereiken van de AOW-leeftijd vervalt dan die eerste eis.

Verder kijken

Fervente voorstanders van een basisinkomen zullen vervolgens in ieder geval die eerste twee afhankelijkheden voor iedereen willen elimineren. Maar daarmee groeit het aantal mensen met een uitkering aanzienlijk, en zijn we bij de aloude en allerminst opgeloste discussie van de dekking van een basisinkomen aanbeland.

Die discussie is op zich zeker de moeite waard, want het basisinkomen biedt goede perspectieven voor de emancipatie van mensen die nu vrijwilligerswerk doen of (mantel)zorg verlenen. Het maakt ingewikkeld gereken met het minimumloon overbodig, en de verleiding om van een baan af te zien om bijstand te kunnen ontvangen verdwijnt. Een basisinkomen zou eventueel kunnen worden vormgegeven door geleidelijke verhoging van de algemene heffingskorting, inclusief de zogenaamde aanrechtsubsidie, en de kinderbijslag.

Voordat we op dit punt aanbeland zijn kunnen we ons beter eerst bezighouden met de bovengenoemde stappen, te beginnen met de hervorming van de bijstand. Eventueel als eerste stap richting een basisinkomen, maar in ieder geval al met medeneming van een groot aantal voordelen daarvan.