De linkse intellectuelen Édouard Louis (Franse schrijver, 1992) en Ken Loach (Britse filmregisseur, 1936) gaan in het boekje Dialoog over kunst & politiek in gesprek over maatschappelijke kwesties die hen bindt: klassenverschillen, sociale rechtvaardigheid, activisme en politiek.
Flitsbezorgers, bestelbusjes, er valt genoeg over te klagen. Maar de mensen die de bezorgeconomie draaiende houden worden opgejaagd en uitgeknepen. Dat is pas echt zorgwekkend. Het is hoog tijd om stukloon af te schaffen.
Toen ik begin vorige week van station Amsterdam Centraal naar huis liep, leek het station op een vuilnisbelt. Dat was ook het geval in steden als Den Bosch en Rotterdam. Al aan het einde van de eerste dag waarop de medewerkers van handhaving en de vuilophaaldiensten het werk neerlegden voor een hoger loon, maakten de rondslingerende verpakkingen duidelijk hoeveel werk ze op een dag verzetten.
Hoe zou een (radicaal) ander socialezekerheidsstelsel eruit kunnen zien? Wat gebeurt er als we daarbij uitgaan van vertrouwen en een menswaardige behandeling? Een gesprek tussen János Betkó, die daar in de gemeente Nijmegen onderzoek naar deed, en Denise Harleman, die het burgerinitiatief voor bestaanszekerheid Collectief Kapitaal oprichtte.
De chemische sector, staalbedrijven en raffinaderijen gaan hun productieprocessen volledig herzien om een klimaatneutrale, groene toekomst mogelijk te maken. Deze omslag is hard nodig voor klimaat, natuur en omwonenden. De transitie biedt kansen voor werknemers en de arbeidsmarkt, want de komende jaren komen er veel groene banen bij. Maar er gaan ook banen verdwijnen en veranderen. De groene banen vereisen vaak andere vaardigheden dan de oude. De afgelopen maanden zijn wij in gesprek gegaan met werknemers in de zware industrie, met werkgevers- en werknemersorganisaties, en met de milieubeweging. We wilden van hen weten hoe de omslag succesvol kan worden gemaakt en wat zij de komende jaren hopen te realiseren. De gesprekken vormden inspiratie voor deze roodgroene politieke agenda, waarvoor wij ons gaan inzetten in de nationale en Europese politieke arena.
De sociaal-liberale en de vrijzinnig-paternalistische verdediging van het basisinkomen gaan een eind gelijk op. Maar om het een moreel-politiek draagvlak te geven is het belangrijk om een bepaalde wederkerigheid in te bouwen.
Wereldwijd zoeken politici de oplossing voor de financiële en economische crisis in austerity policies: een streng beleid van bezuinigen en het terugdringen van schulden. Een bekritiseerde oplossingsrichting (leestip: 'Austerity, the history of a dangerous idea' van Mark Blyth), maar wel een die stand lijkt te houden. Linkse partijen staan er bij en kijken er naar. Om vervolgens te grijpen naar een favoriete maatregel: het inkomensafhankelijk maken van voorzieningen en uitkeringen. Als we dan toch bezuinigen, laten we dan in elk geval de lage inkomens sparen. Dat klinkt sympathiek en past bij de door links gewenste solidariteit tussen rijk en arm. Maar is het eigenlijk wel zo'n goed idee?
Het denken van Marx verschilt op een paar punten essentieel van het latere socialisme. Dit verschil biedt bij uitstek aanknopingspunten voor de discussie over het basisinkomen.
Ieder jaar besteden we in Nederland ruim 26 miljard euro aan uitkeringen voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Uitkeringen die de afstand tot de arbeidsmarkt vaak verder vergroten. Een parallelle arbeidsmarkt biedt mensen loon en werk in plaats van een uitkering. Dit heeft niet alleen grote voordelen voor de werknemers zelf, maar ook voor de samenleving als geheel.
De afgelopen tijd heeft het Netwerk Klimaat FNV de ontwikkeling van een rood-groene agenda voor bestaanszekerheid en perspectief in de industrie met veel interesse en betrokkenheid gevolgd. Pieter Sellies en Niels Jongerius reageren namens het netwerk op het manifest 'De toekomst van werk in de zware industrie'.