De rijksoverheid moet het voortouw nemen door wetgeving aan te passen, toezicht te versterken en samenwerking te organiseren. Tegelijkertijd moeten waterschappen en andere decentrale overheden hun bevoegdheden optimaal benutten. Door heldere verantwoordelijkheidsverdeling en betere regelgeving kan Nederland de verdere vervuiling van ons water tegengaan en de waterkwaliteit verbeteren.
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) helpt Nederland (en de rest van de Europese Unie) om de waterkwaliteit te verbeteren door strenge doelen te stellen die verbeteringsmaatregelen vereisen. De samenwerking tussen overheden, bedrijven en burgers is essentieel voor het vinden van oplossingen en het implementeren van effectieve beheersmaatregelen.
Maar ondanks de urgentie en de beschikbare oplossingen blijft actie uit. De kwaliteit van veel waterlichamen in Nederland voldoet nog niet aan de normen van de KRW. Reeds genomen en geplande maatregelen zijn onvoldoende om alle waterlichamen op tijd in goede staat te krijgen.
De afgelopen maanden organiseerde Jong Wetenschappelijk Bureau GroenLinks een denktank over deze uitdagingen. De denktank bestond uit Bob Smits, Gwen Aartsma, Tijs Bergmans, Timo Lankreijer en Wilco van den Oetelaar. In hun rapport concluderen zij dat het halen van de KRW-doelen voor schoon en gezond water politieke wil en een gecoördineerde inspanning van alle bestuurslagen vereist.
