Het probleem

Melanie van der Horst: “Het wordt steeds drukker op de Amsterdamse fietspaden en de snelheidsverschillen tussen fietsen zijn toegenomen met de komst van e-bikes en fatbikes. Veel elektrische fietsen worden opgevoerd. De ruimte in de stad groeit niet mee. We kunnen onze fietspaden niet breder toveren. Er nemen nog steeds ook veel auto’s deel aan het verkeer en we hebben ruimte nodig voor het openbaar vervoer en voetgangers.

Zo’n 36 procent van alle verplaatsingen gebeurt per fiets. Daar zijn we op zich heel blij mee. Andere steden zijn jaloers op ons, maar wij zien dat deze ontwikkeling niet alleen maar fantastisch is. In de hele stad is voor de automobilist een snelheid van 30 kilometer ingevoerd. We moeten daar nog meer op handhaven, maar we zien nu al resultaten. Toch rijden veel e-bikes nog harder dan de auto’s.

In 2023 was al 20 tot 30 procent van de fietsers in Amsterdam e-biker. Van hen rijdt 41 procent harder dan de toegestane 25 kilometer. Er gebeuren daardoor heel veel ongelukken met fietsen, mede door de snelheidsverschillen. De helft van de verkeersslachtoffers in deze stad is fietser. Steeds meer fietsers die een ongeluk krijgen zijn e-bikers en fatbikers. We moeten er echt voor zorgen dat er minder ongelukken gebeuren, zeker met fatbikes waarop vaak veel te jonge kinderen rijden. Zij krijgen de heftigste ongelukken, met blijvend hersenletsel of letsel aan het gezicht als gevolg.

Sommige kinderen zullen de rest van hun leven moeite hebben met eten en praten. Traumachirurgen hebben nog nooit zoveel heftige letsels gezien bij jonge kinderen. Ik ben samen met hen en met meer dan vijftig gemeenten naar Den Haag geweest om te pleiten voor maatregelen. Ik ben hierover met de minister in gesprek. Helaas heeft verkeersveiligheid landelijk weinig urgentie. Het onderwerp wordt niet genoemd in het regeerakkoord en de minister bagatelliseert het probleem.”

Het experiment

“Op sommige plekken in de stad is het heel druk, zoals in parken. Te hard rijdende fietsers nemen daar de ruimte over. Ik gun hen een snel ritje door het groen, maar er spelen in dat park ook kinderen, er zijn veel voetgangers en mensen laten er hun hond uit. Een maximumsnelheid op fietspaden invoeren is ingewikkeld want er is geen wettelijke basis voor en je kunt niet handhaven want fietsen hebben geen kenteken. Daarom hebben we experimenten gedaan met adaptieve snelheidsregulering.

We hebben drie methodes geprobeerd met geprepareerde e-bikes. Bij methode één geef je mensen via een app alleen informatie over gevaarlijke situaties of drukte met het verzoek langzamer te gaan fietsen. Bij methode twee krijgen fietsers een echte waarschuwing met een rood signaal en de tekst: houd u aan de adviessnelheid. Beide methodes zijn interessant. Bij de derde methode krijg je een waarschuwing en wordt je trapondersteuning met een signaal uitgeschakeld bij 20 kilometer per uur. Dat voelt als een ingreep.

Melanie van der Horst
Melanie van der Horst, D66-wethouder van verkeer, vervoer, luchtkwaliteit, openbare ruimte, groen en water in Amsterdam. Foto: Tom Feenstra.

Je kunt dan nog wel sneller, maar dan moet je heel hard kunnen trappen. Dit systeem werkt met een ingebouwde ontvanger. Het is iets voor de toekomst. Eerst moeten die ontvangers door de fabrikanten worden ingebouwd. Een aantal grote merken wil meewerken. Je krijgt dus fietsen met een ontvanger en een Google Maps-achtig navigatiesysteem dat de adviezen over de snelheid verwerkt. Ik heb een fiets getest waarin de trapondersteuning op afstand kon worden uitgeschakeld en vond het prima werken.”

De resultaten

“We hebben de eerste twee methodes met een aantal Amsterdammers getest. Van de deelnemers vond 62 procent de snelheidsmeldingen via de app wenselijk. Bij mij persoonlijk werkte bij deze test het zien van een icoontje van spelende kinderen heel goed. De waarschuwingen hadden bij de helft van de overige deelnemers het effect dat zij hun snelheid aanpasten, maar het systeem is nog niet gebruiksvriendelijk genoeg. De berichten leiden af. We gaan daarom nog meer onderzoek doen.

Het uitschakelen van de batterij bij twintig kilometer zou ervaren kunnen worden als een enorme begrenzing. Het is een dilemma: mag je zo ingrijpen? En hoe zit het met de privacy? Je hebt geen informatie nodig over de fietser. Qua privacy gaat het dus goed. We moeten wel een discussie voeren over wat moreel en juridisch aanvaardbaar is, maar niets doen is geen optie. We hebben een moderne vorm van gedragsbeïnvloeding bij fietsers nodig. Je kunt duizend borden ophangen dat er wegwerkzaamheden zijn maar als Google Maps niet zegt dat er een probleem is, rijdt iedereen gewoon door.”