Interview Kimo van Dijk

Welke fosforstromen waren het lastigst te becijferen?

“Ik vond vooral bijproducten en afvalstromen uit slachterijen erg moeilijk om in kaart te brengen. Sinds de BSE-crisis zou je verwachten dat deze stromen goed worden gemonitord en openbaar zijn, maar het tegendeel is waar. Het is erg moeilijk om aan data te komen. Vóór de crisis mocht je de botten van geslachte dieren nog vermalen tot beendermeel en aan vee voeren. Dat was een zeer grote bron van fosfor. Sinds de crisis met de gekkekoeienziekte mag dat niet meer. Je ziet dat veel van het slachtafval nu bewerkt en verwerkt in voer naar huisdieren gaat. Maar er worden bijvoorbeeld ook botten verkocht aan porseleinfabrieken in China. Ook wordt er veel verbrand. Het is echter lastig om aan precieze informatie te komen. Dat is een obstakel voor wetenschappelijk onderzoek, maar ook voor de politiek. Beter hergebruik van slachtafval, op verantwoorde wijze, staat namelijk al enige tijd op de politieke agenda. Dit voornemen staat waarschijnlijk ook in de plannen voor een circulaire economie die de Europese Commissie woensdag publiceert.”

Uit jouw onderzoek blijkt dat veel fosfor verloren gaat via uitwerpselen van huisdieren. Was je daar zelf ook door verrast?

“Toen ik de eerste berekeningen maakte wel. Ik dacht: dit is wel heel groot, dat kan niet. Maar na een paar checks en herberekeningen denk ik dat het grofweg klopt. Het fosforverlies via huisdieren is zes procent van het totale fosforverlies in de Europese Unie. Dat is net zoveel als het verlies via voedselafval van huishoudens dat in verbrandingsovens of op de vuilstort belandt. Daarmee vormen uitwerpselen van huisdieren die in tuinen, openbaar groen en de grijze afvalbak belanden een relevant verlies om aan te werken. Waar ik me nu het meest over verbaas is dat er nooit over gesproken wordt. Ik ben actief bij zowel het Europees Fosforplatform als het Nederlands Nutriëntenplatform. Daar gaat het wel over rioolslib, mest en voedselverspilling, maar nooit over de bijdrage van huisdieren aan het fosforverlies.

Waarom vormen de uitwerpselen van dieren die terechtkomen in parken en tuinen eigenlijk een verliespost? Die poep en plas – en daarmee het fosfor -  komen toch juist weer terug in de bodem?

“Ik noem het een verliespost omdat het fosfor verdwijnt uit het menselijke voedselsysteem. Je krijgt het daar niet zomaar in terug, omdat het vastgelegd wordt op hele andere plekken. Honden poepen en plassen vooral buiten. Katten die naar buiten mogen doen dat meestal ook. Dat deel van de dierlijke uitwerpselen belandt in openbaar groen of in private tuinen, of op heel andere plekken zoals bijvoorbeeld onder je schoenzool. Dat is in ieder geval een potentieel verlies omdat we op dit moment helemaal niets doen met het fosfor in die uitwerpselen. We laten het daar gewoon liggen.”

Kimo van Dijk heeft een microfoon in zijn hand en wijst voor zich uit.

Zijn er mogelijkheden om het fosfor uit uitwerpselen van huisdieren weer terug te winnen?

“We zouden bijvoorbeeld de cyclus kunnen sluiten door honden en katten te laten poepen in stadslandbouwpercelen. Maar ik betwijfel of mensen dat voedsel dan willen eten. De ziektekiemen in de uitwerpselen vormen een gezondheidsrisico. Als je het poepen en plassen op meer gecontroleerde wijze laat plaatsvinden – ik zit even te brainstormen – zou je de uitwerpselen misschien toch kunnen gebruiken voor stadslandbouw. Je moet dan zorgen dat honden en katten op een afgebakende plek hun behoefte doen. Deze uitwerpselen kunnen dan worden verzameld en samen met ander organisch materiaal worden gecomposteerd. Zo krijg je een bemestingsproduct dat veiliger is en minder stinkt. 

Een andere mogelijkheid is dat hondenbezitters de poep oprapen en in de aparte bakken bij uitlaatzones doen, waarna de poep naar de compostering wordt gebracht. Dat is nu niet het geval. Het is dan wel van belang dat er geen ander afval in deze bakken terecht komt, anders is het werk voor niets. 
Een laatste optie is dat je honden en katten op een soort van wc laat gaan. Net als bij menselijke uitwerpselen die in het riool terechtkomen zijn er dan allerlei mogelijkheden om de fosfor terug te winnen. Maar het gaat misschien voor velen te ver om een hond of kat op een wc te zetten. Overigens doen ze in Wageningen onderzoek naar varkenstoiletten, dus waarom niet met huisdieren? Het scheelt ook heel wat poep onder de schoenen. 

Naast honden en katten die naar buiten gaan zijn er ook veel huisdieren die binnen leven: konijnen, hamsters, cavia’s en een deel van de katten. Het afval dat zij produceren zou eigenlijk gewoon bij het GFT-afval moeten. Zelfs kattenbakkorrels mogen tegenwoordig de GFT-bak in als zij het Milieukeur hebben. Dat weet niet iedereen. Dan worden de uitwerpselen gecomposteerd en kan het fosfor worden hergebruikt in ons voedselsysteem. Voor steden die nog geen groene bak hebben lijkt me dit een extra reden om aan GFT-inzameling te gaan doen.”

Kun je maar beter geen huisdier nemen als je zuinig wilt zijn met fosfor?

“Inderdaad, die keuze heb je. Het R-woord van reductie kan ook hier, net als in de veehouderij, genoemd worden. Het is een simpele rekensom: minder dieren betekent minder fosforverbruik en dus minder potentiële verliezen. Over deze kwestie zou best eens nagedacht mogen worden. Voor mij persoonlijk is het een overweging geweest, al vóór ik dit onderzoek deed.”

Maar je hebt wel huisdieren…

“Dat klopt, we hebben ratjes, maar dat was niet echt mijn idee. Dat is de hobby van mijn vriendin. We hebben ook kippen in onze voortuin, maar die voeren we met voedselrestjes uit het huishouden. De kippenmest gebruiken we voor de stadslandbouw in onze tuin. Zo sluiten we de kringloop.”

Stel dat je toch heel graag een huisdier wilt, kun je dan beter een klein dier nemen?

“Hoe kleiner hoe beter, dat is sowieso waar.”

En hoe minder vlees ze eten, hoe beter?

“Vleeseters zoals katten en honden hebben inderdaad een hogere behoefte aan fosfor en krijgen meer binnen dan knaagdieren die alleen plantaardig voedsel eten, waar relatief minder fosfor in zit. Daar kun je rekening mee houden bij het kiezen van een huisdier.”

Hoe zit het met de voeding van huisdieren? Kunnen ze toe met minder fosfor?

“We hebben het net gehad over de output, over de uitwerpselen. Je kan natuurlijk ook nadenken over verandering in de input. Ik denk dat er bij huisdieren, net als bij mensen, een behoorlijke overconsumptie plaatsvindt. Bij mensen gaat het dan om vier keer zo veel fosforconsumptie als we volgens voedingsrichtlijnen nodig hebben. Voor huisdieren geldt precies hetzelfde. Er zijn veel te veel dikke huisdieren. Overvoer ze dus niet als je fosfor wilt sparen. 

Het zou ook helpen om huisdieren voer met minder fosfor te geven. In de veehouderij is dat ook gedaan. In twintig jaar tijd is daar een kwart van het fosfor uit het voer gehaald. Dat wil de sector nu met nog eens een kwart verminderen. De veehouderij heeft daarnaast ook ingezet op fytase, een enzym dat de darmen helpt om fosfaat beter op te nemen.

Eenzelfde discussie wordt nu gevoerd over menselijke voeding: krijgen we niet veel te veel fosfor binnen? Aan cola wordt bijvoorbeeld fosforzuur toegevoegd. Er wordt onderzoek gedaan naar de vraag of al dat fosfor niet leidt tot vorming van struviet in ons lichaam. Misschien dat dit probleem ook bij katten speelt, want die hebben vrij vaak last van nierstenen.”

Moeten fabrikanten van huisdiervoeder minder fosfor gebruiken?

“Het is natuurlijk belangrijk dat dieren genoeg nutriënten binnenkrijgen. Vooral carnivoren hebben fosfor nodig om hun botten (calciumfosfaat) sterk te houden. Maar het feit dat er nu extra fosfor wordt toegevoegd is eerder een kwestie van op zeker spelen. Dat zie je ook in de akkerbouw, met kunstmest, en in de veeteelt, met veevoederadditieven.

Je moet je verder realiseren dat er sinds de BSE-crisis heel veel slachtafval naar huisdierenvoer gaat. Dit slachtafval is erg rijk aan fosfor, onder andere door de botten die erin zitten. Fabrikanten van duurdere voedermerken en dieetvoeding doen het voorkomen alsof ze de voeding voor huisdieren willen optimaliseren. De B-merken zijn inderdaad fosforrijker. Maar toch ben ik sceptisch: het lijkt erop dat de hele diervoederbranche gedreven wordt door ‘afvalstromen’ uit de slachterijen.”

Een grafiek met fosfaatverlies.

Als er minder slachtafval beschikbaar zou zijn, bijvoorbeeld omdat het weer tot veevoer verwerkt mag worden, zou er dan niet meer kwaliteitsvlees naar huisdieren gaan? Daar schiet het milieu niets mee op…

“Dat zou goed kunnen. Maar we kunnen er ook voor kiezen dat het voedsel voor honden en katten juist meer plantaardig wordt. Toen ik die goedkope brokken onderzocht viel mij op hoeveel vlees honden gevoerd krijgen. Terwijl honden toch eerder flexitariër zijn van oorsprong. Ze hebben helemaal niet zoveel vlees nodig. Misschien dat, als het slachtafval wegvalt, de eerste reflex is om meer kwaliteitsvlees te gebruiken. Maar omdat dat veel duurder is kan ik me voorstellen dat producenten van huisdiervoer zich zullen gaan verdiepen in de vraag of zoveel dierlijke ingrediënten wel echt nodig zijn.”

Hoe zou de overheid huisdieren (en hun baasjes) kunnen helpen om minder fosfor te verspillen?

“In de eerste plaats moet de overheid ervoor zorgen dat huisdierafval overal in Nederland met het GFT-afval mee kan. Daarnaast kan zij werken aan hondenuitlaatplekken die zich lenen voor fosforrecycling. Daar kan bijvoorbeeld eens in de zoveel tijd de bovenste laag van de bodem worden afgegraven om deze naar een composteringsbedrijf te brengen. 

Ook kan de overheid een stakeholdergesprek organiseren met de fabrikanten van huisdiervoer. Kan er minder fosfor in het voer worden gestopt, die vraag moet serieus gesteld worden. Overigens geldt dit hele verhaal rondom fosfor ook voor andere schaarse nutriënten die onmisbaar zijn voor onze voedselvoorziening, zoals kalium, zink, koper en seleen.”

Meer lezen

  • Website Kimo van Dijk over fosfor en het beheer van nutriënten.
  • De studie van Kimo van Dijk naar fosforstromen en -verliezen in de Europese Unie, met achtergrondinformatie.
  • Kimo van Dijk sprak op vrijdag 12 mei 2017 op het symposium 'Circulair met fosfaat' van Bureau de Helling en Milieunetwerk GroenLinks. 
Reacties