De keuzes die we maken bij de energietransitie hebben gevolgen voor mensen elders in de wereld, voor toekomstige generaties en voor de positie van Europa in de geopolitiek. Dat wordt duidelijk als we ons afvragen waar de metalen voor onze windturbines, zonnepanelen en elektrische voertuigen vandaan komen.
Om een wereld te creëren waarin de sociale ondergrenzen en het ecologisch plafond niet worden overschreden, is het van belang dat we anders over onszelf gaan denken. In de donut is de mens een sociaalecologisch wezen. Politici en beleidsmakers dienen dit mensbeeld daarom centraal te stellen.
Hoe maken we de omslag naar een zoete, circulaire samenleving? Groot genoeg voor ons – de mensheid, maar klein genoeg voor de aarde. Moeten we onszelf en onze medemensen dwingen? Verleiden? Onderwijzen? En wie zijn wij eigenlijk om te weten wat goed voor ons is en anderen de les te lezen? Misschien moeten we de wereld redden met bescheidenheid.
Onze economie van haar groeiverslaving afhelpen, daar kunnen we op lokaal niveau mee beginnen. Of het nu gaat om spullen, energie of voedsel, er zijn tal van duurzame initiatieven die we kunnen opschalen, zodat we schadelijke activiteiten kunnen afschalen.
Om rampzalige klimaatverandering af te wenden, moeten we CO2 uit de lucht halen. De biomassacentrales in Diemen en Amsterdam bieden daartoe een kans.
De bouw moet in 2050 omgevormd zijn tot een circulair werkende sector. Wat betekent dit voor de architectuur? Volgens architect Jos de Krieger van het Rotterdamse Superuse Studios vraagt dit een fundamenteel andere manier van denken en ontwerpen. Het architectenbureau experimenteert volop met tools om hergebruik van materialen mogelijk te maken. Een blik op de toekomst van de architectuur in tekst en beeld.
De bouwsector is verantwoordelijk voor circa de helft van het grondstoffenverbruik en 40 procent van het afval in Nederland. Gebouwen zijn met 35 procent de grootste bron van CO2-uitstoot. Als we een circulaire economie willen, die zuinig is op grondstoffen, geen afval of vervuiling meer produceert en op schone energie draait, moet er een grote slag gemaakt worden in de bouw.
Fosfaat is een eindige grondstof. Met onze mestoverschotten in Nederland zouden we dit bijna vergeten. Een groot deel van het fosfaat verdwijnt in het riool. Waterschap Vallei en Veluwe heeft zijn rioolwaterzuiveringsinstallatie in Amersfoort omgebouwd tot een ‘fabriek’ die onder meer fosfaat terugwint uit het rioolwater: Omzetpunt Amersfoort. Bureau de Helling spreekt met Henry van Veldhuizen, strategisch adviseur bij Waterschap Vallei en Veluwe, over het belang van fosfaatrecycling.
Rioolwater kan energie en grondstoffen leveren. Fotograaf Philippe McIntyre brengt de bijdrage van Omzetpunt Amersfoort aan de circulaire economie in beeld.
Het ‘wat’, daar zijn Rik Grashoff en Martin Scholten het roerend over eens: het tegengaan van klimaatverandering vraagt om een natuurinclusieve kringlooplandbouw. Over het ‘hoe’ verschillen ze van mening. Volgens voormalig Tweede Kamerlid Grashoff vereist deze omslag een forse inkrimping van de veestapel. Scholten, hoofd van de Animal Sciences Group van Wageningen Universiteit, vindt dat een verkeerde insteek. Een soms felle discussie tussen twee voorstanders van een groener landbouwbeleid. “Als we niet stevig ingrijpen, gaan we de bietenbrug op.”