Een nieuw perspectief op vernieuwing en vergroening
Missiegedreven innovatiebeleid is een relatief nieuwe en bovenal veelbelovende manier om grote maatschappelijke missies, zoals het vergroenen van de zware industrie, vorm te geven. Zowel Nederland als de Europese Commissie voeren missiegedreven innovatiebeleid. Dit hoofdstuk geeft een inleiding op de theorie van missiegedreven innovatiebeleid (waarin het werk van Mariana Mazzucato een belangrijke rol speelt) en beschrijft de sterke en zwakke punten. Het bespreekt en beoordeelt tevens de manier waarop Nederland vormgeeft aan zijn missiegedreven beleid: wat gaat goed en wat kan beter?
De vijf belangrijkste conclusies van dit hoofdstuk
- Innovatiebeleid is steeds vaker gericht op het ontwikkelen en verspreiden van oplossingen voor complexe maatschappelijke problemen. Zo heeft de Nederlandse overheid een missie geformuleerd om “een klimaatneutrale industrie met hergebruik van grondstoffen en producten in 2050” gerealiseerd te hebben.
- Met missiegedreven innovatiebeleid kunnen overheden richting geven aan innovatieve inspanningen en daar uiteenlopende partijen bij betrekken. Hoewel er nog weinig praktische ervaring is, kunnen we nu al enkele sterktes en zwaktes van missiegedreven innovatiebeleid onderscheiden.
- Voor het Nederlandse missiegedreven innovatiebeleid is een zestal centrale keuzen van belang die betrekking hebben op 1) het formuleren van missies, 2) de koppeling met Topsectoren, 3) het bevorderen van sleuteltechnologieën, 4) de koppeling tussen nationaal en regionaal missiebeleid, 5) de governance van missies en 6) beleidsmaatregelen.
- Het voeren van missiegedreven innovatiebeleid is een intensieve activiteit die specialistische kennis en vaardigheden vereist van doorgaans generiek georiënteerde ministeries. Om missies te laten slagen is bovendien meer nodig dan een marginale governance-structuur die enkel middels het financieren van anderen de missie probeert voort te stuwen. Dit aspect heeft vooralsnog weinig aandacht gekregen, terwijl het tot de kern van missiebeleid behoort.
- In het huidige missiegedreven innovatiebeleid is een opvallend grote rol toebedeeld aan de Topsectoren. Hun kracht is dat ze vanuit een techno-economische focus nieuwe oplossingsrichtingen kunnen aandragen en ontwikkelen, terwijl ze doorgaans minder goed zijn om vanuit een (breder) maatschappelijk afwegingskader te bepalen wat een missie ten goede komt. De Topsectoren mogen niet de enige bron van oplossingen zijn en het is belangrijk dat betrokken ministeries zelf over de competenties en ruimte beschikken om het zoeken naar oplossingen te regisseren.
Introductie
Om grootschalige maatschappelijke problemen het hoofd te bieden, ontwikkelt Nederland ‘missiegedreven innovatiebeleid’. Het huidige kabinet heeft 25 missies opgesteld die in vier thema’s geclusterd zijn, waaronder Energietransitie en duurzaamheid. De doelen die bij de missies horen zijn ambitieus en in lijn met de Klimaatwet en het Klimaatakkoord. Zo wordt er gestreefd naar “het terugdringen van de nationale broeikasgasuitstoot met 49% in 2030, op weg naar 95% in 2050 ten opzichte van 1990” en “een klimaatneutrale industrie met hergebruik van grondstoffen en producten in 2050”.1
Missiegedreven innovatiebeleid is een relatief nieuwe beleidsstrategie. Het komt voort uit diverse beleidstradities en is gericht op het verenigen van uiteenlopende actoren rondom een duidelijk maatschappelijk doel dat alleen met behulp van innovatie (in al haar verschijningsvormen) bereikt kan worden. In plaats van enkel het ontwikkelen van specifieke nieuwe producten of diensten, draait het bij missies eerder om het transformeren van complete productie- en consumptiestructuren. Kunnen dergelijke ambitieuze missies – zoals een klimaatneutrale en circulaire industrie – ook voor Nederland maatschappelijke problemen oplossen, en zo ja, hoe?