Het ideaal dat iedereen binnen Europa zou kunnen reizen, wonen en werken in gelijkwaardigheid, lijkt gepaard te gaan met een ‘race naar het afvoerputje’. Sectoren met tekorten (land- en tuinbouw, vleesindustrie, de bouw) halen veelal Oost-Europese arbeidsmigranten binnen. Ze belanden in Nederland in een schimmige industrie waar koppelbazen en uitzendbureaus de dienst uitmaken. Zowel Europeanen als niet-Europeanen betreden onze arbeidsmarkt; in het slechtste geval worden zij werknemers zonder de rechten, voorzieningen en minimumlonen die voor andere werkenden wel gelden. Wat is een fatsoenlijk minimum voor arbeidsmigranten? Welke rol speelt de Europese Unie daarin? Wat moet Nederland – als ontvangend land – beter op orde krijgen als zij gedetacheerde werknemers ontvangt?
Naast een rapport maakten we ook we een explainer video.
Nederland staat aan de vooravond van de Groene Eeuw. Klimaatverandering en toenemende grondstoffenschaarste dwingen verregaande verduurzaming van onze economie af. De industrie speelt hierin een hoofdrol, als grootverbruiker van grondstoffen en verantwoordelijke voor het grootste aandeel van de Nederlandse uitstoot van broeikasgassen. Welk overheidsbeleid versnelt de verduurzaming van de Nederlandse industrie?
Evert Nieuwenhuis en Suzanne van den Eynden in gesprek met Heleen de Coninck en Marjan Minnesma over de zware industrie.
Industriebedrijven die samenwerken in plaats van concurreren, en een overheid die even doortastend de CO2-uitstoot te lijf gaat als de Covid-crisis. Met dergelijke zware ingrepen is een grotendeels groene basisindustrie mogelijk, stellen Marjan Minnesma en Heleen de Coninck.
Hoe redden we de planeet en verkleinen we tegelijkertijd de wereldwijde ongelijkheid? Hoe leggen we de lasten van de energietransitie bij de grootste vervuilers? Een actieplan voor een rechtvaardig internationaal klimaatbeleid.
Overal worden Green New Deal-plannen gemaakt. Als antwoord op zowel de klimaatcrisis als op sociale ongelijkheid. Maar de verschillen zijn groot. Veel plannen zijn niet meer dan losse maatregelen. Terwijl een Green New Deal die ons op lange termijn welvarend houdt, gebaseerd moet zijn op vier grote systemische transities.
De verleidelijke modewereld kent een paar onprettige bijkomstigheden. Zo is de textielindustrie een van de grootste vervuilers ter wereld. Enorme hoeveelheden goedkope kleren worden tegen hoge milieu- en ethische kosten geproduceerd. En dat met een snelheid die in nog geen vijftien jaar is verdubbeld. Het productiemodel, dat uitgaat van ’nemen, maken, weggooien’ is rijp voor een transformatie. Zijn we in 2049 klaar voor een circulaire textieleconomie?
Als ik in de stad mensen zie lopen met in beide handen enorme tassen van de Primark, bekruipt mij een machteloze kwaadheid. In plaats van ze toe te schreeuwen: ‘doe dat nou níet’, loop ik gegeneerd verder. Ik voel me een anachronistische activist, die niet begrijpt dat er mensen zijn die iedere week iets nieuws willen kopen en dragen, als uitdrukking van onze vrijheid - bijna als mensenrecht. Zelfonderzoek leert dat ik nog gevormd ben door de gedachte dat kleding een gebruiksartikel is en geen verbruiksartikel.
Nergens in Europa is het aandeel flexwerkers de afgelopen jaren zo hard gestegen als in Nederland: drie miljoen werknemers werken tegenwoordig als flexwerkers, oftewel 30 procent van alle werkenden in Nederland. Een ontwikkeling waardoor een groeiend deel van de bevolking niet op financiële of baanzekerheid kan rekenen. In Uitgebuit onthullen journalisten van onderzoeksplatform Investico een aantal grove misstanden aan de onderkant van de Nederlandse arbeidsmarkt.