Over die vraag organiseerden de Green European Foundation, Wetenschappelijk Bureau GroenLinks en denktank Oikos in mei een webinar. Onderstaande video's bevatten de Engelstalige presentaties van de twee inleiders van de bijeenkomst.

De eerste spreker, Fabian Reetz van de Duitse stichting 100% erneuerbar, laat zien welke rol slimme stroomnetten kunnen spelen wanneer, in de nabije toekomst, onze stroom grotendeels door windmolens en zonnepanelen wordt opgewekt. Omdat deze energiebronnen een wisselende opbrengst hebben, afhankelijk van het weer, is het zaak om de vraag naar stroom te laten meebewegen met het aanbod. Data en kunstmatige intelligentie komt daarbij een grote rol toe. Algoritmen kunnen ervoor zorgen dat warmtepompen draaien en elektrische auto’s laden wanneer er voldoende groene stroom is. Een stroomoverschot kan worden opgeslagen in batterijen, die hun stroom weer afgeven op het moment dat er minder groene stroom wordt geproduceerd.

Slimme netten bestaan dus uit “een fysieke infrastructuur voor energie, met daaroverheen een laag van data”, in de definitie van Reetz. Hij illustreert zijn betoog met beelden van de EUREF-campus in Berlijn, alwaar hij zelf meewerkte aan de ontwikkeling van een smart grid.

Smart grids
Illustratie: Matyas, CC BY 4.0

Aan het eind van zijn presentatie wijst Reetz erop dat smart grids op gespannen voet kunnen staan met sociale rechtvaardigheid. Het zijn vooral burgers in rijke wijken die het zich kunnen veroorloven om met zonnepanelen, batterijen en een slim microgrid in hun eigen stroombehoefte te voorzien. Als zij zich afkoppelen van het openbare stroomnet, komen de kosten van het netbeheer steeds meer terecht bij armere burgers. Reetz is dan ook geen voorstander van microgrids die volledig autonoom functioneren.

Waardenconflicten

De tweede spreker, Christine Milchram van de TU Delft, gaat dieper in op de waardenconflicten die kunnen ontstaan wanneer stroomnetten slim worden. Zij deed onderzoek naar vier kleinschalige experimenten met smart grids in Nederland, vanuit het perspectief van energy justice. Daarbij gaat het niet alleen om toegang tot smart grids en een eerlijke verdeling van de voor- en nadelen, maar ook om deelname aan de besluitvorming en controle over de algoritmen.

Het komt maar zelden voor dat smart grids worden aangelegd in wijken met huurwoningen, zo stelt Milchram. Duurzaamheid, de kernwaarde die met smart grids wordt nagestreefd, kan dus botsen met sociale rechtvaardigheid. Maar dat hoeft niet per se zo te zijn. In het Noord-Hollandse dorp Rijsenhout werd juist een wijk met sociale huurwoningen uitgekozen voor een smart grid. De bewoners konden zonnepanelen huren en kregen samen een buurtbatterij. Zo kun je een smart grid toegankelijk maken voor alle inkomensgroepen.

Smart grids verzamelen vaak veel gegevens over het energieverbruik van huishoudens. Dat raakt hun privacy. “De meeste huishoudens in mijn onderzoek begrepen niet volledig hoe hun data gebruikt werden”, zegt Milchram. Ze pleit voor privacy by design. Als huishoudens toestemming geven voor dataverzameling, moeten ze daadwerkelijk weten wat er met hun gegevens gebeurt. Anders gaat het mis. “In een van de Nederlandse experimenten trok een aantal deelnemers de stekker uit hun thuisbatterij, omdat ze er geen vertrouwen meer in hadden.”

Deelnemers aan een smart grids moeten ook een zekere mate van controle hebben over de algoritmes die hun apparaten aansturen, zo leerde Milchram uit haar onderzoek. “Ze moeten bijvoorbeeld zelf kunnen besluiten welk deel van de capaciteit van hun thuisbatterij ze voor hun eigen stroomverbruik willen reserveren, en welk deel gebruikt mag worden voor handel op de elektriciteitsmarkt.”

Lees meer over slimme stroomnetten in de bundel Handvest voor de Slimme Stad.

Reacties