Is dit een onhandige start van een mooie samenwerking, of gaat Pels het contact liever uit de weg? Dat laatste zou jammer zijn, want een nadere kennismaking kan voor hem en voor ons best verhelderend zijn. Kritiek op de transitiebeweging is welkom, ook al is het niet altijd gemakkelijk om de beweging in zijn geheel te overzien. Maar Pels slaat volgens ons op een aantal belangrijke punten de plank mis. Onze indruk na het lezen van het artikel is dat Dick Pels commentaar levert op basis van een paar blogs en een boek uit 2006 waarvan de schrijver zelf al heeft aangegeven dat het deels verouderd is.
Transition Towns is voor iedereen
Als Dick Pels een paar uurtjes had vrijgemaakt voor de Transitieconferentie van jongstleden oktober in Deventer, had hij eenvoudig kunnen vaststellen dat de teneur van zijn artikel te negatief is. Sprekers uit de regionale en landelijke politiek, overheidsorganisaties en vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven wisten maar al te goed de samenwerking met TT te vinden. En zweverig waren de verschillende presentaties ook niet. Of het moet zijn dat je niet houdt van zonnepanelen op kinderboerderijen, dat je de vegetarische lunch te 'spiritueel' vindt, of dat je liever niets weet van de achterliggende oorzaken van de stijgende olieprijzen.
De beweging wordt juist door een feitelijke en maatschappelijk bewuste benadering gedreven. En natuurlijk legt Pels kwetsbare plekken van deze Transition Towns-beweging bloot. Maar het is bijna beschamend hoe hij meent de beweging, die binnen zo'n korte tijd wereldwijd een succes is gebleken, te moeten bestempelen als een 'semi-religieuze opwekkingsbeweging'.
Iets rechtzetten
Laten we eens kijken waar Dick Pels wel een punt heeft. Een centraal begrip binnen het transitiedenken is lokale veerkracht. In een wereld waar op mondiale schaal wordt geproduceerd, zijn burgers in steeds sterkere mate afhankelijk van last-minute ingevlogen producten. Transition Towns willen dit vanuit burgerinitiatieven veranderen.
Pels meent dat dit conservatieve of nostalgische trekjes heeft en die zien we inderdaad wel. Bijvoorbeeld als Hopkins dit in zijn boek illustreert met zwart-wit afbeeldingen van de jaren vijftig of eerder. En natuurlijk zijn er mensen binnen de transitiebeweging die met goede gevoelens terugdenken aan langvervlogen tijden.
En Pels heeft ook een punt als hij stelt dat de transitiebeweging mensen aantrekt die open staan voor minder rationele aspecten van verandering. De transitiebeweging zal hier kritisch naar het functioneren van de lokale groepen moeten blijven kijken. Tegelijk laat de beweging ruimte voor een wat ruimere visie op wat er tot de werkelijkheid gerekend mag worden. Het is immers ook naïef om de oplossing te verwachten van een denkwijze die ons in de huidige situatie heeft gebracht.
Verwar dit bredere kader echter niet met de veelheid aan concrete oplossingen waaraan we werken en waarbinnen zaken als burgerparticipatie, crowd production en nieuwe media een belangrijke rol spelen. Er worden de laatste jaren opvallend veel lokale energiecoöperaties opgericht. In veel gevallen hebben lokale TT-groepen daaraan bijgedragen of er de aanzet toe gegeven. Daar is toch weinig zweverigs aan.
En dat geldt ook voor het bevorderen van lokale economieën; een niet-dogmatische oplossing voor een groot aantal moderne problemen. Zo zoeken we een ecologisch optimale schaalgrootte voor de productie en het aanbod van alle goederen en diensten. Want ook als het milieu de toetssteen is, zijn bepaalde zaken nu eenmaal efficiënter regionaal of landelijk te regelen dan lokaal.
De apocalyps of de realiteit
Dan nog de mening van Dick Pels over de 'bekeringservaring' die zou moeten ontstaan na de 'apocalyptische stelligheid' van klimaatverandering en piekolie. Dat wil zeggen... wat is eigenlijk de mening van Pels? Het is raden waarom hij woorden als 'angststrategieën' of 'paniekzaaierij' gebruikt. Mogen we dan concluderen dat het volgens Pels allemaal zo'n vaart niet zal lopen? Is iedereen die zorgen uit over de huidige toestand van de aarde een 'klimaatalarmist'? Pels' redenering houdt in dat de uitkijk op de Titanic niet had mogen waarschuwen voor de ijsberg, want dan zaait men paniek.
Pels citeert vervolgens dat de transitiebeweging geen lijstjes, grafieken of wetenschappelijke publicaties nodig heeft om de urgentie aan te duiden. Helaas vergeet hij te vermelden dat het Transitie Handboek uitgebreid voorzien is van wetenschappelijke noten, referenties en grafieken om de stand van zaken redelijk objectief in beeld te brengen. Die feiten koppelt de transitiebeweging vervolgens aan concrete oplossingen, juist om paniek of apathie te bestrijden. Waarom die omissie? Omdat het niet past in het verhaal van Dick Pels, want hij schrijft liever over een transitiebeweging die grappig is, onverbeterlijk optimistisch blijft maar politiek naïef is.
Angst voor de anarchie
Dat Dick Pels als directeur van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks selectief feiten verzamelt, valt ons tegen. De transitiebeweging zou zich radicaal afwenden van de politiek, wellicht zelfs 'autarkische zelfregulerende fantasieën' nastreven. We peinzen ons suf waarom we dat zouden willen. Een van de succesfactoren voor TT-groepen is een goede samenwerking met de lokale overheid – over het hele politieke spectrum, dus niet politiek gekleurd.
Met alleen de transitiegroepen gaan we de wereld niet redden. We hebben politieke oplossingen nodig. Willen we een doorbraak forceren in de huidige politieke status quo, dan zullen we de nu nog onverkiesbare groene en solidaire politiek verkiesbaar moeten maken. De transitiebeweging probeert daar bottom-up aan bij te dragen.
Door vooruit te lopen op de politiek en verandering in gang te zetten, in de wetenschap dat we voor de volgende stappen die politiek aan onze zijde nodig hebben. Een paar anarchistische trekjes die de transitiebeweging heeft kun je best 'vrijheidslievendheid' noemen, dan kunnen liberalen er ook wat mee.
De Transition Towns beweging zal nooit de 'samenleving en de politiek de rug toekeren' zoals Pels stelt. Al was het maar omdat voor de transitiebeweging inclusiviteit een zeer belangrijke waarde is. Het eigen gelijk staat daarbij niet voorop, maar het zoeken naar ideeën en samenwerking met iedereen die daarvoor open staat.
De overheid wordt daarbij gezien als een essentiële partner in de nagestreefde transitie. Vandaar ook dat TT-Nederland recentelijk een brochure publiceerde boordevol handreikingen voor zowel lokale transitiegroepen als ambtenaren en politici om een vruchtbare lokale samenwerking tussen beiden te bevorderen.
Ach, was Dick Pels toch maar even langsgekomen op de landelijke conferentie, dan had hij de brochure gratis ontvangen. Maar hij is dit jaar van harte welkom.
De auteurs zijn alle vier medewerkers van Transition Towns op verschillende plaatsen in Nederland.