Onder de titel Israël en Palestina – één of twee staten? beschrijft Luuk van der Meer in een interessante longread het ‘conflict der conflicten’. Hij belicht historische ontwikkelingen, deelt waardevolle inzichten en laat diverse betrokkenen uit progressieve kring aan het woord. Naast herkenning roept het stuk kritische vragen bij me op. Zien we binnen GroenLinks-PvdA scherp genoeg dat sprake is van vestigingskolonialisme versus verzetsterreur? Zien we voldoende de asymmetrie en machtongelijkheid? En is geloof in een tweestatenoplossing inmiddels niet naïef, als die al rechtvaardig zou kunnen zijn?

Israëlisch-Palestijnse vlag
Vlagontwerp: Mavel van Burgeen. CC BY-SA 3.0

Met de woorden ‘conflict der conflicten’ suggereert Van der Meer dat twee partijen elkaar in een wurggreep houden. Min of meer is dat zo, maar van symmetrie is geen sprake. Israël is een koloniserende staat en Palestijnen een gekoloniseerd volk. Hoe heftig de verzetsterreur soms ook is, we zien al decennia dat op elk Joods-Israëlisch dodelijk slachtoffer er circa vijftig aan Palestijnse kant zijn.

Israël ervaart het vaak anders en wil in elk geval dat de wereld het anders ziet. Het land staat dan tegenover de gehele Arabische wereld waarvan Palestijnen onderdeel zijn. 

Wie zo kijkt, en bijvoorbeeld ook het duistere Iraanse regime tegenover Israël ziet opdoemen, ontwaart ongetwijfeld meer symmetrie en gevaar voor Israël. Maar ook dat is vanwege de vaak onvoorwaardelijk steun van de Verenigde Staten en de Europese Unie aan Israël uiteindelijk nogal relatief.

“Wie het conflict de laatste jaren op een afstand volgde kon de gedachte bekruipen dat het beleid van premier Benjamin Netanyahu misschien toch nog een bestendige status quo zou bereiken”, schrijft Van der Meer. En iets verderop vervolgt hij: “Na de spectaculaire Abraham-akkoorden in 2020, waarmee een aantal Arabische landen na bemiddeling door de Verenigde Staten de relaties met Israël normaliseerde, vond er toenadering plaats tussen Israël, Saoedi-Arabië en Turkije.” 

“ Een bestendige status quo is nog geen rechtvaardige vrede ”

Hier belicht de auteur vooral het bredere Arabisch-Israëlisch conflict. Maar een ‘bestendige status quo’ voor apartheidsstaat Israël is natuurlijk wat anders dan een ‘rechtvaardige vrede’ voor Palestijnen en Israëli’s. Op het moment dat Netanyahu akkoorden sloot met autoritaire en opportunistische Arabische leiders (onder het motto ‘eindelijk vrede’) ging hij in ongekend tempo door met het verjagen van Palestijnen om de Westelijke Jordaanoever verder te koloniseren, en met het afknijpen en bombarderen van delen van de Gazastrook. Voor Palestijnen was vrede en gerechtigheid ten tijde van het sluiten van de Abrahamakkoorden verder weg dan ooit.

Openluchtgevangenis

Veel mensen zijn vergeten dat eind 2023 niet de eerste Gaza-oorlog losbarstte, maar de zesde. In de vijftien jaar voorafgaand aan de voor Israël zo ingrijpende aanslag van 7 oktober 2023 werden in Gaza door Israël ongeveer zesduizend (!) mensen vermoord, met name door bombardementen. De bewoners van Gaza woonden en wonen volgens waarnemers in een soort openluchtgevangenis, verstoken van basale rechten. 

‘Ineens heeft Israël een veiligheidsprobleem’, zo buitelden geschrokken westerse politici van rechts tot links op en kort na 7 oktober 2023 over elkaar heen. Inderdaad. Diezelfde politici hoorden we echter nauwelijks – of in elk geval in heel andere bewoordingen – over het significant veel grotere veiligheidsprobleem van de Palestijnen. 

Van der Meer voert in zijn artikel voormalig Israëlisch minister van Justitie en onderhandelaar Yoshi Beilin op, die reageert op de uitspraak van Netanyahu dat de tweestatenoplossing dood is. “Nu voert hij campagne met de belofte een Palestijnse staat te voorkomen. Ik denk niet dat het een stemmentrekker is”, schampert Beilin over Netanyahu. Beilin waarschuwt, zo schrijft Van der Meer, voor extreme standpunten aan beide kanten: “De Palestijnen zeggen from the river to the sea en demonstreren met die slogan. En nu zeggen de Israëli’s hetzelfde – dit betekent een zero-sum game. Het is jij of ik.” En dat zal volgens Beilin desastreus zijn voor iedereen. En Van der Meer lijkt Beilin daarop na te zeggen: geef de tweestatenoplossing niet op.

Fundamenteel ongelijk

Maar hier bespeur ik impliciete veronderstellingen. Want wat bedoelen Palestijnen en westerse pro-Palestinademonstranten met de leus from the river to the sea? Gaat het hen ten diepste om exclusiviteit vanuit rancune en haat, of eerder om gelijkberechtiging voor alle bewoners zonder muren en grenzen? En hoeveel macht hebben zij überhaupt om deze woorden naar hun zin en bedoelingen te realiseren? En wat bedoelen de zionisten van Likud (en rechts daarvan) met dezelfde woorden from the river to the sea? En hoeveel macht en middelen hebben én krijgen zij om hun doelen te realiseren? 

Wie de landkaarten ziet van hoe door de jaren heen steeds minder land overblijft voor Palestijnen en hoe Israël zijn grondgebied en invloed gestaag uitbreidt, moet begrijpen dat de haat en ook het geweld weliswaar van twee kanten komen, maar dat de ene groep meer macht en privileges heeft dan de andere groep en ook door de VS en Europa in staat werd én wordt gesteld om exclusieve motieven te verzilveren, veel langduriger en effectiever dan op één gitzwarte dag mogelijk is. 

Nog altijd hebben Joden overal ter wereld het recht zich te vestigen in Israël terwijl veel Palestijnen zijn én worden verjaagd, en levenslang in vluchtelingenkampen moeten wonen. Ook dat geeft aan hoe fundamenteel ongelijk de beide posities zijn. 

Zonder gerechtigheid geen vrede

Hoe dan wel? Mag er dan geen zionistisch verlangen of perspectief zijn? In die valkuil mag links zeker niet trappen. Gezien de geschiedenis van Joden in met name Europa, meen ik dat zionistische Joden een legitieme aanspraak doen op het gebied. Maar in de praktijk ging en gaat het ongelooflijk mis vanwege het koloniale karakter van het vanuit Europa ontwikkelde moderne zionisme. Juist daarom zijn ook niet alle Joden zionisten. 

“ Elke opdeling van land beperkt de bewegingsvrijheid van mensen ”

Is niet elke verdeling of opdeling van land uiteindelijk onrechtvaardig? Het VN-verdelingsplan uit 1947 is nooit aan Palestijnen zelf voorgelegd. Ze werden ermee geconfronteerd vanuit de door westerse mogendheden gedomineerde Verenigde Naties. Elke opdeling van land beperkt de bewegingsvrijheid van mensen. We moeten daarom toe naar één staat voor allen, waarbinnen grondwettelijk ruimte is voor diverse volken, identiteiten, tradities en aspiraties. In de nieuwe vlag van dat land is dan ruimte voor een blauwe davidsster en ook voor het zwart-rood-groen van de Palestijnen. 

Die ene staat voor allen lijkt een brug te ver en zelfs een utopie. Maar allicht moeten we vooral concluderen dat zionisme een utopie is gebleken. Als de geschiedenis van het moderne zionisme ons iets heeft geleerd, dan is dat vermoedelijk het inzicht dat vooral behoedzaamheid is geboden. Allicht moet daarom een confederatieve samenwerking van twee staten de tussenstap zijn. Maar de stip aan de horizon lijkt me een staat waarin niet verdelen (en daarmee heersen) maar delen het ultieme werkwoord is. Zo kan de tweeduizend jaar oude Joodse gedachte ’volgend jaar in Jeruzalem’ een humane, rechtvaardige en inclusieve invulling krijgen, met en voor alle mensen die vreedzaam aanspraak maken op het hele gebied from the river to the sea.

Een makkelijke weg zal het niet zijn. Mensen zullen anders moeten leren denken, anders leren kijken en anders leren geloven. En vele hoofden, harten en handen zullen moeten bijdragen. Maar alles beter dan achter feiten aanlopen en de hel voor miljoenen mensen nóg groter maken dan nu al het geval is. Zonder gerechtigheid komt er geen vrede. Het is daarom tijd voor een radicaal ander perspectief.

Reactie

Dank aan Theo Brand voor de reactie op mijn beschouwing in De Helling. Helaas heeft hij mijn woorden op enkele punten verdraaid, dan wel verkeerd begrepen. 

In mijn artikel belicht ik verschillende perspectieven, maar dat wil nog niet zeggen dat ik suggereer dat het een “symmetrisch conflict” is. In alles is dit conflict juist asymmetrisch en zijn de Palestijnen in zijn algemeenheid slachtoffer van de Israëlische bezetter. Dat komt meerdere keren terug in mijn artikel. Hoe komt Brand erbij dat ik dit een symmetrisch conflict vind? Het is mij een raadsel. 

Ten tweede haalt Brand mijn passage over de Abraham-akkoorden aan, waarin ik de uitzichtloosheid van de situatie voor de Palestijnen benoem. Die akkoorden waren een opsteker voor Trump en toonden het cynisme van de dictators in de islamitische landen. In het verhaal van Brand staat het geciteerd alsof ik hier positief over zou zijn, maar ik zie dit juist als wederom een negatieve ontwikkeling die de racistische regering-Netanyahu heeft versterkt. 

Ten derde laat Brand zich uit over de vraag of zionistische Joden een legitieme aanspraak doen op het gebied. Het zionisme is een logische reactie op het antisemitisme in Europa, maar heeft wel een kolonialistisch fundament waarbij het belang van de oorspronkelijke bewoners is miskend. Het heeft geresulteerd in een door de VN erkende staat Israël. In die zin is de aanspraak legitiem. Hoewel anderen het niet doen, denk ik dat wij (Europa, Nederland) het internationaal recht als basis moeten nemen en anderen moeten aanspreken op het naleven ervan. 

Als er dus één staat voor iedereen moet komen, zal Israël hiervoor moeten kiezen. Tegen de achtergrond van een voortdurende genocidale oorlog en de voortgaande kolonisering van de Jordaanoever en voortdurende radicalisering onder beide bevolkingsgroepen, acht ik dit ideaal (vrijwel) onbereikbaar en lijkt Beilins blauwdruk voor een confederatie een betere route naar vrede. 

Luuk van der Meer