Martijn van der Linden is een intrigerende figuur. De bedrijfseconoom werkte een aantal jaar in de financiële sector als day trader. Maar hij voelde zich daar niet thuis: 'In de financiële wereld is geld het enige wat telt. Mensen denken dat het onmogelijk is om dat systeem te veranderen. Maar natuurlijk zijn er alternatieven'. Hij besloot zich te verdiepen in economische filosofie. De day trader turned philosopher werkt nu aan een visie op een solidaire en ecologische economie: 'planned degrowth'.

'Voor dat degrowth hebben we eigenlijk geen goede vertaling', zegt Bas Eickhout, als Europarlementariër een invloedrijke groene politicus van GroenLinks. 'De Fransen hebben het woord decroissance'. 'Krimp', merkt iemand uit de zaal op, en stelt voor dit woord gelijk te begraven.

Volgens Eickhout kan zijn dagelijkse politieke werk niet zonder een groter verhaal. 'Ik worstel met mijn positie: aan de ene kant is er de politieke realiteit, waar ik dagelijks in zit, aan de andere kant is er een krachtige tegenstroom die oproept tot een groene economie. De vraag is hoe je die tegenstroom kunt verwoorden zonder je buiten de politieke realiteit te plaatsen.' GroenLinks moet het grotere verhaal vertellen: 'Laten we het idee dat we als samenleving de groei moeten ontgroeien naar het centrum van de politiek brengen.'

Minder groei: nu kiezen of straks laten gebeuren

'De economie groeit op dit moment exponentieel', stelt Van der Linden. 'We lopen tegen ecologische grenzen op. Onze economie zal op een bepaald moment ingrijpend moeten krimpen. We kunnen ervoor kiezen om de degrowth gepland aan te pakken of we kunnen het ondergaan als het eindelijk gebeurt.'

Griekenland is een voorland voor de rest van het Westen, voegt Eickhout toe: 'Daar zie je nu wat er gebeurt als mensen heel snel teruggaan in loon, consumptie en leengedrag.' Het is een angstbeeld voor politici, volgens Van der Linden: 'Mensen verliezen hun werk, hun huis en de kloof tussen de armsten en de rijksten groeit.'

Om een plotselinge klap te voorkomen moeten we volgens Eickhout 'de economie langzaam afremmen'. In de politieke markt is dit een moeilijk te verkopen verhaal: 'Als we proberen financiële producten te reguleren, dan staan niet alleen de Londense bankiers op de achterste benen maar ook onze pensioenfondsen. Als je deze financiële producten aanpakt, zeggen ze, dan laten wij de pensioenpremies stijgen. Politici willen niet verantwoordelijk zijn voor hogere pensioenpremies.'

Ook volgens Eickhout komen er grenzen in zicht: 'Normaal volgen energieprijzen de conjunctuurgolven, bij een economische crisis daalt de energieprijs. Maar nu is de energieprijs nog steeds hoog, terwijl het economisch steeds slechter gaat. Als dat echt zo blijft, dan is het gebeurd met de economische groei. Hoe erg moet het worden willen we toegeven dat dit systeem niet werkt?'

Groei en geluk

Van der Linden: 'Economische groei is uiteindelijk onduurzaam en onstabiel. Groei leidt altijd tot meer gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Er is een relatie tussen inkomen en voetafdruk: naar mate mensen meer verdienen gaan ze meer energie gebruiken. Meer geld uitgeven betekent dus ook meer broeikasgassen. Er zijn mensen die tegen armoede strijden, mensen die overconsumeren en mensen die duurzaam consumeren. Die derde groep consumeert niet meer dan haar ecologische voetafdruk, maar heeft wel een menswaardig bestaan.'

Eickhout: 'Tot een bepaald niveau worden mensen gelukkig van meer inkomen, maar daarboven vlakt het uit. Toch blijven we doorgaan. Mensen zeggen vaak, ik hoef geen hoger loon, maar ze willen ook niet achterblijven bij hun collega of buurman.'

Van der Linden: 'Iedereen moet natuurlijk een bepaald minimum hebben, maar wel onder de grens van overconsumptie blijven. Dat betekent dat de armsten door moeten kunnen groeien, maar dat tegelijkertijd de overconsumerende klasse naar beneden moet'. Van der Linden maakt zich bijzonder veel zorgen over de superoverconsumerende klasse. 'We weten precies wie het zijn: de mensen die nu echt onduurzaam leven. Het kan niet zo zijn dat wij ons peertje moeten vervangen door een spaarlamp, maar dat tegelijkertijd de allerrijksten blijven overconsumeren.'

Beprijzen en verschuiven

Volgens Eickhout hebben de groene maatregelen die GroenLinks verdedigt op termijn grote implicaties: 'Onze politieke opdracht bestaat nu uit twee onderdelen: het beprijzen van vervuiling en het verschuiven van de belasting van arbeid naar het gebruik van grondstoffen. We hebben nu een lineaire economie: er is input, zoals arbeid en grondstoffen, waarmee we producten (output) produceren die geconsumeerd worden.

Het systeem zit nu verkeerd in elkaar: er is altijd een hoge belasting geweest op arbeid, maar niet op grondstoffen. Zolang de arbeidsproductiviteit blijft stijgen kan hetzelfde werk door minder mensen gedaan worden. Economische groei is zo de enige manier om iedereen aan het werk te houden. Dus blijft groei een doel, ook voor ons.'

Van der Linden ziet wel een oplossing voor dat probleem. 'We moeten afstappen van de veertigurige werkweek en uitgaan van een twintigurige werkweek. In plaats van een eigen baan, zullen mensen met elkaar een baan moeten gaan delen. Dat betekent minder stress en burn-outs.' Er is een alternatief nodig voor de neoliberale economie die gericht is op 'hard werken, competitie en geld verdienen'.

Eickhout ziet de oplossing in een circulaire economie. 'Wanneer grondstoffen worden hergebruikt krijgen we vanzelf een lagere economische groei. We kunnen dit bereiken door grondstoffen meer te belasten en arbeid minder. De nadruk komt dan te liggen op de dienstensector. Deze creëert veel werkgelegenheid, maar legt minder druk op het milieu. Bovendien groeit deze sector veel minder dan industriële sectoren: het gevolg van het groene beleid is een economie die minder groeit, stabiliseert en misschien wel krimpt.'

Waar geld vandaan komt

Volgens Van der Linden is het niet mogelijk om alle milieukosten te internaliseren: 'Het blijft altijd een benadering. Er altijd een business case om de kosten te externaliseren. We kunnen de intrinsieke waarde van de natuur nooit helemaal vermarkten.' Grotere oplossingen zijn nodig. 'Sinds de Industriële Revolutie zijn de groei van onze monetaire economie en onze materiële energie gelijk opgegaan.

Dat komt in de knoop als we peak oil bereiken (het punt waarop het aanbod van olie gelijkblijft en begint te dalen - SO) en het monetaire systeem tegelijkertijd wil doorgroeien. De grote vraag is of we het huidige monetaire systeem kunnen hervormen tot een controlesysteem op het gebruik van grondstoffen.'

Volgens Van der Linden is hervorming van het financiële stelsel een van de belangrijkste voorwaarden voor een duurzame economie.

Van der Linden: 'Al het geld in onze economie is schuld. Geld wordt gecreëerd door commerciële banken op basis van een onderpand: je belooft het geleende bedrag terug te betalen binnen een bepaalde tijd mét rente. Als je het niet kan betalen dan moet je het onderpand afstaan.' Het financiële systeem is zo ingericht dat niet alle leningen kunnen worden afgelost. 'De banken creëren het geleende bedrag en niet de rente. Er is dus nooit genoeg geld om alle rente af te betalen.' Dat betekent dat het systeem alleen maar werkt als mensen hun leningen niet kunnen aflossen.

Van der Linden: 'Gemiddeld bestaat 40% van de prijs in de winkel uit rentekosten: als ik een brood koop, dan gaat een deel van de opbrengst direct naar de bank om de leningen voor de apparatuur af te lossen. Maar ook de prijs van apparatuur die de bakker kocht bestaat grotendeels uit rentekosten. Zo stroomt al het geld rechtstreeks naar de banken. 80% van de mensen betaalt meer rente dan ze krijgen. De armsten betalen via rente aan de rijksten.'

Maar dat is niet het enige probleem, Van der Linden: 'Het zijn uiteindelijk commerciële bedrijven die bepalen waar het geld naartoe gaat. Er is geen democratische controle op. Het zijn banken die bepalen of wij als samenleving het geld lenen om consumptieve uitgaven te dekken of dat we investeren in nieuwe activiteiten.'

In de ogen van Van der Linden, 'moeten we experimenteren met nieuwe vormen van geld, zoals rentevrij geld of geldcreatie zonder schuld. De overheid moet een monopolie op geldcreatie krijgen: dat maakt het veel democratischer.' Als we de crisis zien aankomen, dan is dit volgens Van der Linden een kans: 'Nu komen er nieuwe systemen. Als je daar zelf aan bijdraagt, kan je bepalen hoe de toekomst eruit zal zien.'