PvdA en GroenLinks moeten het nu samen gaan doen
Ik kon het niet meer aanzien en heb de tv uitgezet. Misschien moet hij maar uit blijven. Pauw & Witteman met Diederik Samsom, Matthijs van Nieuwkerk met Martijn van Dam, nog eens P&W met Ronald Plasterk: het ging alleen maar over hoe mannetjes overeind bleven tegenover andere mannetjes. In de inhoud was niemand geïnteresseerd. Alle tv-journalisten hebben het Huftermanifest van GeenStijl in hun binnenzak en spelen om de beurt 'Rutgertje'. Hoe met diens laffe treiterij om te gaan is het belangrijkste televisie-examen geworden voor aanstormende politici.
De enige die een beetje inhoud liet zien is degene die niet meedoet aan de PvdA-race: Frans Timmermans. In zijn uitgelekte mail aan Cohen en Spekman waarschuwde hij dat de PvdA niet simpelweg linksaf moest slaan richting 'SP-light'. Het sociale contract van de verzorgingsstaat bevat volgens hem twee belangrijke 'artikelen': de mogelijkheid van sociale stijging voor mensen aan de onderkant en het bieden van 'comfort' over de eigen positie en vooruitzichten aan de middengroepen.
Dat laatste is een essentiële voorwaarde voor het eerste: het sociaaldemocratisch beleid cirkelde immers al honderd jaar rond het scheppen en onderhouden van solidariteit vanuit de middengroepen. Dat markeert in zijn ogen een wezenlijk verschil met de 'sociale sentimentaliteit' en het 'gisteren-was-alles-beter' van de SP. De sociaaldemocratie is een toekomstgerichte beweging, die de moderniteit omarmt om zo de spreiding van kennis, macht en inkomen te bevorderen.
Iedereen moet kunnen opstijgen naar het midden
Ik wil dit rompprogramma wat principiëler en uitvoeriger neerzetten, in een deels geleende formulering waarvan ik de herkomst pas later verklap. Het doel van een sociaal rechtvaardige politiek is het scheppen van gelijke ontwikkelingskansen voor alle mensen. Vrijheid en gelijkheid zijn daarom intiem verbonden: er is een grotere gelijkheid nodig om de vrijheid van elk individu daadwerkelijk mogelijk te maken.
Het doel van de sociale politiek is een naar boven 'poreuze', toegankelijke samenleving zonder sociale blokkades. Dat houdt een belofte van stijging in, niet van krantenjongen tot miljonair, maar wél zo dat voor allen de weg wordt geopend naar het sociaaleconomische midden, ongeacht wat hij of zij van de geboden kansen maakt.
Niet alleen moet voor iedereen een leefbaar minimuminkomen worden gegarandeerd, ook moet iedereen toegang krijgen tot publieke goederen en instituties die voor een vrij en zelfstandig leven onontbeerlijk zijn. Naast onderwijs en gezondheidszorg zijn dat arbeid, een schoon milieu, mobiliteit, sociale zekerheid en cultuur. Er is een politiek van financiële herverdeling nodig die deze publieke instituties aanzienlijk versterkt, de kwaliteit ervan verbetert en voor allen de toegang ertoe opent.
Basiszekerheid om mensen flexibiler te maken
Een rechtvaardiger samenleving is misschien niet in het directe belang van de beter gesitueerden, maar wel in hun voordeel. Een groot onderling wantrouwen, vreemdelingenangst, criminaliteit en de dreiging van chronische ziekten staan sterk in verband met de mate van ongelijkheid in een land. Stress, depressie en burn-out vanwege statusdruk en de noodzaak zich op te werken in de maatschappelijke hiërarchie, vormen ook problemen voor de hogere inkomensgroepen.
Daarom staan wij voor een politiek van het 'linkse midden'. Een middenklassepositie kan leiden tot een ellebogenmentaliteit en klein eigenbelang, maar ook tot inlevingsvermogen en solidariteit. We moeten de angst voor sociale neergang in de middenklasse serieus nemen en duidelijk maken dat uiteindelijk iedereen profiteert van een naar het midden doorlaatbare samenleving.
De sociale bescherming van de middenklasse gaat daarom hand in hand met een strategie van opening van de middenklasse: voor de buitenstaanders willen wij de toegang tot het sociaaleconomische midden openen, terwijl we degenen die het risico lopen sociaal af te dalen in dit midden willen vasthouden.
Het doel van een emancipatoire sociale politiek is positieve individualisering. Daarvoor is een nieuw systeem van basiszekerheid nodig dat de creativiteit van mensen losmaakt en innovatie bevordert. Die algemene basisverzekering moet zo worden ingericht dat zij mensen voldoende houvast biedt om de noodzakelijke ecologische en sociale modernisering van de economie 'mee te maken'. Zij dient ook als opvangkussen van deze modernisering, want we vragen van mensen veel flexibiliteit en veranderingsbereidheid. Net als gelijkheid en vrijheid, zijn flexibiliteit en sociale zekerheid dus nauw met elkaar verbonden.
Samsom met Sap
Ik heb de verwijzingen naar klimaatpolitiek en uitdrukkingen als 'groene rechtvaardigheid' weggelaten, om u niet meteen te laten raden dat deze gedachten afkomstig zijn uit een ontwerptekst voor het nieuwe verkiezingsprogramma van de Duitse Grünen. Deze agenda voor het 'linkse midden' past evengoed bij GroenLinks als bij een 'Timmermanse' PvdA.
GroenLinks en de PvdA zouden daarom de as kunnen vormen van een nieuwe progressieve samenwerking. D66 wil niet links zijn en is het ook niet. Die partij heeft een dunne opvatting van sociale rechtvaardigheid en heeft weinig op met materiële herverdeling. De SP is een niet zo groene volkspartij met autoritaire en anti-Europese trekjes, die de emancipatie vooral collectivistisch opvat.
GroenLinks moet haar naam eer aandoen en zowel groener als linkser worden. De PvdA moet geen 'SP-light' willen zijn, maar de sociale zekerheid groener, individualistischer en flexibeler invullen. Daarom moet Diederik Samsom, de groene straatvechter, het programma van Frans Timmermans adopteren en een politieke verloving aangaan met Jolande Sap. Hand in hand op weg naar het linkse midden.
Dit artikel verscheen ook in NRC Handelsblad van 2 maart 2012.