Teutscher, Feddema en Van Arkens reageren op het partijdebat over militaire interventies en de bijbehorende startnotitie.

Niet werkloos toekijken als ongeschreven normen worden overschreden

Frans Teutscher pleit voor afspraken in VN-verband over militair ingrijpen en afschaffing van het vetorecht in de Veiligheidsraad.

Wat betreft militaire interventies vind ik dat de langetermijndoelstelling moet zijn: afspraken in VN-verband over normen waar een staat zich aan te houden heeft en moet handhaven, met sancties op verschillend niveau inclusief militair ingrijpen door een VN-interventiemacht. Vetorecht binnen de Veiligheidsraad moet afgeschaft worden, want als je internationale normen hebt kun je geen uitzonderingen maken. Wel moet er een ruime meerderheid voor interventie zijn. Ik vind dat GroenLinks hier constant op moet blijven hameren.

Zolang die internationale afspraken er niet zijn, kun je toch niet werkloos toekijken wanneer de – ongeschreven – normen worden overschreden of niet gehandhaafd worden of kunnen worden. Individueel of als groep van landen (EU, NAVO, etc.) is interventie dan legitiem, bijvoorbeeld in Bosnië, Afghanistan, Irak, Somalië, RCA, Mali, Uganda, Nigeria etc.

In het verleden zijn er veel fouten gemaakt door met name de VS en Rusland omdat politieke overwegingen het overwicht hadden. Daarom zijn internationale normen zo belangrijk. Op dit moment worden de - ongeschreven - normen overschreden c.q. niet gehandhaafd in onder andere Irak en Oekraïne, maar ook in Nigeria, Cuba, Zimbabwe, Eritrea, Noord Korea en China. Als we ervan overtuigd zijn dat de – ongeschreven - normen de juiste normen zijn dan moeten we individueel of in groepsverband ingrijpen, en kan GroenLinks niet zijn kop in het zand steken. 

Geweld heeft een eigen dynamiek, het verloop ervan is nooit te voorzien

GroenLinks dient onder geen voorwaarde militair ingrijpen onder NAVO-vlag of een gelegenheidscoalitie van Westerse landen te steunen, zegt Hans Feddema. 

Het startdocument voor betreffende discussie in GroenLinks schetst prima de dilemma's en ook wel de randvoorwaarden voor het mogelijk steunen van militaire interventie. Het gaat mij nu niet om VN-peacekeeping, wat een goede zaak is, dus het leveren van blauwhelmen om een door partijen overeengekomen bestand of vrede te bewaken. Het gaat me ook niet om een intercontinentaal geleid peace-enforcing in het kader/opdracht van en dus ook gesanctioneerd door de internationale rechtsorde.

De Tweede Kamer zal vooral meebeslissen over een NAVO- of Westers militair ingrijpen in een brandhaard, ja of nee. Daarvoor zie ik geen randvoorwaarden en die moet GroenLinks dan ook niet steunen, hoezeer burgers ook lijden in de betreffende oorlog. Dit met name om polemologische en geopolitieke redenen:

  1. Het geweld heeft een eigen dynamiek, het verloop ervan is nooit te voorzien;
     
  2. Elk geweld brengt behalve slachtoffers ook een negatieve energie inclusief haat en extra polarisatie met zich mee, zeker als het volkenrechterlijk niet gesanctioneerd en dus onwettig is;
     
  3. Partijen in het conflict zijn nimmer blij met een interventie en reageren als die 'onwettig' is zeer heftig of zien die op z'n minst als bevoogdend, hoe humanitair deze publicitair ook wordt gebracht en mogelijk (primair) ook is;
     
  4. De praktijk toont aan dat de interventie bijna altijd olie op het vuur is, dus dat beide partijen hierdoor juist harder gaan vechten. Aandacht geven voedt;
     
  5. Het Westen of het NAVO-blok is in de wereld, mede door het koloniale verleden, niet geliefd, zo niet gehaat als grote geopolitieke machtsfactor;
     
  6. Eenzijdig eigen Westers militair optreden, hoe klein ook, versterkt die haat en geeft tevens extra extremisme, zoals we zagen in Irak na 2003 en nu met IS;
     
  7. Hulp bij humanitaire rampen zoals nu in Syrie is van groot belang, maar als de VN geen breed gedragen mandaat geven aan militair ingrijpen, veroorzaakt elk eenzijdig militair ingrijpen mondiale polarisatie en lokaal extra bloedvergieten.

Geweld gedijt bij ellende

Jaap van Arkens vindt dat wapenhandel harder moet worden aangepakt en het tegengaan van armoede en ontbering prioriteit moeten hebben boven militaire interventie.

Het vergt grote moed om op straat die man met het machinegeweer aan te spreken en je borstkas te ontbloten. Niets is zo ver van m'n bed als 'mijn andere wang'. Ook ik zou deze man het liefst van grote afstand neerschieten. Jonge mannen met doorgeladen wapens en jonge meisjes die als seksslavin misbruikt worden. Het is één grote ellende.

Toch is de basis van ellende; armoede en ontbering. Ik zelf zie dan ook als enige oplossing, tussen richten of je borstkas ontbloten: armoedebestrijding en kennisdeling. Ook verrijking en wapenproductie zijn ellende creërende misstanden. Alleen misstanden creëren grote getallen van mensen die daar dan weer tegen in opstand komen. Als er niet één maar een hele groep jonge mannen op straat staat met doorgeladen wapens in de aanslag, wordt dan moed niet dommigheid met het ontbloten van je borstkas, het aanbieden van je andere wang?

Maar er is een andere moed: de helden die in de omgeving van deze ellende hulp brengen, onderwijs, voedsel. Uiteindelijk is er maar één oplossing voor welk conflict dan ook; dialoog. Er ligt een grote verantwoording bij diegenen, die profiteren van wapenproductie. Profiteurs op menselijk leed. Zij bevinden zich ook buiten de 'ellende zone' en zijn daarmee wel goed aan te pakken!