In Nederland staan meer dan driehonderd rioolwaterzuiveringsinstallaties. Ze zijn herkenbaar aan de ronde bezinkbassins.
Op een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt afvalwater gezuiverd met behulp van bacteriën en chemicaliën. Door lucht in het water te pompen doen de bacteriën sneller hun werk.
Bacteriën breken ook de onwelriekende geuren af. De lucht onder overdekte installaties wordt afgezogen en door een geurbehandelingsinstallatie geleid.
De beluchting kost veel energie. Maar rioolwater kan ook energie opleveren, zo toont Omzetpunt Amersfoort. In slibgistingstanks wordt uit het rioolslib biogas gehaald. Dat wordt verbrand om stroom en warmte te leveren aan de eigen installaties. Daardoor is de afvalwaterzuivering nu bijna energieneutraal.
Het biogas wordt opgeslagen in een grote ballon, zodat de gasmotoren nooit zonder brandstof komen te zitten.
Omzetpunt Amersfoort haalt ook fosfaat en stikstof uit het rioolslib, in de vorm van struviet.
Fosfaat is onmisbaar voor de landbouw. Omdat de fosfaatmijnen leegraken, moeten we het fosfaat in menselijke uitwerpselen gaan recyclen.
Door het mestoverschot is Nederland een van de weinige landen met teveel fosfaat en stikstof in de bodem. Dat leidt tot aantasting van de biodiversiteit, algenbloei in het oppervlaktewater en vervuiling van het grondwater. De struvietkorrels uit Amersfoort worden dan ook afgezet in het buitenland; ze dienen als kunstmest voor Britse aardappeltelers.
Lees ook het interview over fosfaatrecycling met Henry van Veldhuizen van waterschap Vallei en Veluwe.