Over drijfveren, helden en inspiratiebronnen
Echt ergens voor strijden
"Ik ben een prototypische GroenLinkser. Wij zijn altijd die rebelse partij geweest, een partij die schopt tegen de gevestigde belangen. Dat zit ook heel erg in mij. Wat mij aantrekt is dat gevoel van de bekende PSP-poster. Een gevoel dat GroenLinks echt ergens voor strijdt. Van mij mag het idee van 'wij tegen de wereld' best wel wat sterker zijn. Wij hebben de beste idealen, wij hebben de beste ideeën. Wij zijn groen, sociaal vernieuwend en staan voor het vrijzinnige. Vooral door dat laatste was GroenLinks voor mij een logische keuze.
De afgelopen jaren roerde ik me in het debat over de onderwerpen die belangrijk voor me zijn. Het drama dat Breivik heeft veroorzaakt, de noodzaak voor een Kinderpardon, Final Fatwa, het zijn allemaal relevante kwesties die echt ergens over gaan. Maar ik merk dat ik wil bewijzen dat ik intellectueel veel breder ben dan alleen de vrijzinnige onderwerpen.
Ik heb veel meer gedaan: ik ben voorzitter van een commissie die onderzoek doet naar de kosten en effecten van klimaat- en energiebeleid, ik was lid van een commissie die een parlementair onderzoek deed naar onderwijsvernieuwingen en ik heb debatten gedaan over landbouw en jeugdzorg. De journalisten die schrijven dat ik alleen maar leuk in de media verschijn zaten er bij al die debatten niet bij.
Interviews gaan meestal over mijn achtergrond. Maar ik ben méér dan alleen mijn verleden; het verhaal van die Marokkaanse jongen uit Vlissingen die na het overlijden van zijn vader naar Amsterdam verhuisde. Ik ben ook meer dan het tegendeel van Wilders. Toen Femke stopte, zei ze tegen me dat de tijden van het vrijheidsdebat voorbij zijn.
De strijd voor vrijheid was voor mij en haar juist een drijfveer. Dus dan moet je de tijdgeest opnieuw proberen aan te voelen. Na het lijsttrekkersreferendum heb ik de rust genomen me te bezinnen. Ik merk dat ik er gelukkig van word als ik me onttrek aan de dagelijkse hypes, aan de meningencarrousel. Het doet me goed om minder vluchtig te zijn en meer diepgang te zoeken. Om langere stukken te lezen en erop te kauwen."
De Kloonfabriek
"Ik ben een boek aan het schrijven: De Kloonfabriek. Het is een kritiek op de traditionele structuren waarin weinig ruimte is voor vernieuwing, voor mensen en ideeën die afwijken van de norm. Als je jong en ongehoorzaam bent in een organisatie en je 'leuk je ding doet' dan mag dat best, maar als je echt aan tafel wilt gaan zitten om koersen uit te zetten en mee te beslissen dan krijg je al snel een 'nee' te horen. Als een soort knuffelallochtoon of knuffeljongere word je gezien als 'leuk voor erbij'. Als puntje bij paaltje komt wordt de toegevoegde waarde van een nieuwe generatie met een ander geluid weggezet als irrelevant. Voor de oudere generatie is het tijd om het stokje over te dragen.
Misschien vind ik de personages in de boeken van Roald Dahl daarom zo leuk. De jongeren in zijn boeken ageren tegen volwassenen die corrupt zijn. Dat zie je bij Matilda, de kinderen in De heksen en bij de GVR. In die boeken rebelleren de kinderen tegen volwassenen die geen snoep meer eten. Geen snoep meer eten staat symbool voor een routineus leven. Toen ik jong was kreeg ik een complex waarbij ik dacht: wat er ook gebeurt, als ik oud word moet ik snoep blijven eten. Waarschijnlijk eet ik daarom zoveel snoep. Ik ben bang voor saaiheid.
De Kloonfabriek schrijf ik als een buitenstaander die nieuwsgierig is naar al die creative commons die zelf initiatieven nemen. Al die creatievelingen zijn mensen die het binnen de bestaande organisaties hebben geprobeerd, maar op den duur zijn ontmoedigd. Noodgedwongen zijn ze buiten de originele instituties gaan kijken en zijn ze zelf aan de slag gegaan. Door eigenstandig of met een groepje mensen ergens aan te beginnen lukt het ze om veel meer te bereiken. Dit hele idee past bij GroenLinks. Eerder zei Jolande het ook al: je moet op zoek naar nieuwe zekerheden om de rechten van mensen op bijvoorbeeld zorg en kinderopvang op een andere manier vorm te geven. Dit is echt het verhaal van de toekomst".
Iets betekenen voor anderen
"Bij een nieuw verhaal horen ook nieuwe woorden en beelden. Ik zie het als een uitdaging om die te vinden. Beelden zijn voor mij heel belangrijk. Ik heb altijd getekend en ben gek op comics, van die independent comics voor volwassenen. Ik ben ook wel van de lage cultuur, dat wil ik best erkennen. De verhaallijn van The X-Men vind ik bijvoorbeeld sterk. De hoofdrolspelers staan symbool voor een minderheid. Het verhaal over een zoon van een oorlogsslachtoffer heeft indruk op me gemaakt.
Hij stond altijd aan de goede kant en wilde dat meerder- en minderheden samenleefden, maar hij ging steeds meer geloven in segregatie. Dat begon met het registreren van mutanten, daarna met het tatoeëren van hen en voor de totale controle moesten zij uiteindelijk in kampen verblijven. De aard van het verhaal is dat mensen altijd willen uitsluiten en onderscheid maken. Die eigenschap zie je zelfs terug binnen minderheden. Eigenlijk is The X-Men een totale metafoor voor wat er in het integratiedebat heeft plaatsgevonden.
Als ik terugkijk op het integratiedebat van de afgelopen jaren zie ik dat ik daarin langzaam een eigen verhaal heb ontwikkeld. Dat is een ander verhaal dan het bekende groepsdenken waarin aan de ene kant wordt gesproken over slachtoffers en aan de andere kant over schuldigen. Het was een gelukkige periode toen ik me na de eerste jaren als Kamerlid profileerde als een ontwikkeld politicus. Ik ben een autonomer mens geworden.
Het ambt is een voorrecht, je kunt veel betekenen voor anderen. Dan denk ik bijvoorbeeld aan Mauro. Het was teveel een mediaspektakel en niet alles wat we wilden is gelukt, maar het is tenminste gelukt dat hij niet terug moest naar Angola om een visum aan te vragen. Iets kunnen betekenen voor mensen is toch de reden waarom politici de politiek in willen?
In de tijd van Fortuyn ben ik politiek bewust geworden. Natuurlijk heeft dat me beïnvloed. Wat ik van hem heb geleerd is een cliché, maar waar: de kracht van authenticiteit. Politici probeerden Fortuyn vervolgens te kopiëren. Daarmee bereikten zij dus het tegenovergestelde van authenticiteit. Wat ik van hem bij mezelf herken? Dat is ook wel dat decadente. Binnen links wordt daar vaak afwijzend op gereageerd. Dat is gek. Het is toch juist een links ideaal om een hoger welvaartspeil, een hogere levensstandaard na te streven?
Wij zijn toch voorstanders van sociale stijging? Dat ik van mooie kleren hou en gelukkig kan worden van de luxe van een vijfsterrenhotel wil niet zeggen dat ik egoïstisch ben. Wat ik heb, deel ik graag met anderen. Het ene ideaal hoeft het andere niet uit te sluiten. Onze achterban is hoogopgeleid, heeft het meestal goed. Intern zeggen we vaak dat het zo jammer is dat de mensen voor wie we opkomen – de mensen met wie het niet altijd goed gaat – niet vanzelfsprekend op ons stemmen. Die betrokkenheid van GroenLinksers vind ik juist heel mooi. Daar mogen we trots op zijn".