Daarom ging een groep jongeren van Jong Wetenschappelijk Bureau GroenLinks op zoek naar een woonvisie voor de lange termijn. Hoe ziet een groen en links perspectief op onze gedeelde woontoekomst eruit? Welke keuzes maken jongeren als het gaat over nieuwe woonvormen, circulair en natuurinclusief bouwen? En hoe ziet de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Nederland eruit?  

Deze vragen vormden begin oktober het startpunt van de Jong WB Denktank Wonen met als centrale vraag: hoe willen we in 2050 samenwonen in Nederland? 

Zicht op een ander Nederland 

Zaterdag 27 november 2021. Regen klettert tegen de ramen van het voormalig schoolgebouw aan de Waldeck Pyrmontkade in Den Haag. Binnen in Grand Café Utopie hangen de regenbroeken over de verwarming en bladeren de deelnemers van de Denktank Wonen door hun geprinte eindresultaat. In 55 pagina’s leggen ze daar hun visie op de woontoekomst van Nederland uit.  

Uit het rapport Zicht op een ander Nederland blijkt dat de woontoekomst van die jonge deelnemers weliswaar onzeker is, maar niet ongrijpbaar of onveranderbaar. De geformuleerde denkrichtingen vormen dan een welkome aanvulling op het ‘eendimensionale debat in de Tweede Kamer’, aldus GroenLinks-politica Laura Bromet, die het rapport in ontvangst neemt.  

Onderzoeksaanpak 

Zeven jongeren bogen zich in de Jong WB Denktank Wonen de afgelopen twee maanden over de woonopgave. Dit deden ze door middel van ontwerpend onderzoek. Hierbij worden verschillende toekomsten verkend, waarmee de consequenties en opgaven van die verschillende toekomstbeelden onderzocht kunnen worden. Dat biedt vervolgens weer aanknopingspunten voor het oplossen van de huidige wooncrisis met een langetermijnperspectief.  

Deelnemers aan de denktank wonen van Jong WB krijgen uitleg

Bij dit onderzoek zijn de deelnemers constant gevoed door kennispartners. Experts zoals Jannemarie de Jonge (College van Rijksadviseurs), Harmen Binnema (bestuurskundige en voormalig Eerste Kamerlid), Paul Smeulders (voormalig Tweede Kamerlid), MaartenJan Hoekstra (stedenbouwkundige en raadslid), Jet ten Voorde (stedenbouwkundige) en Rob Post (voormalig stadsdeelvoorzitter Amsterdam-Noord) deelden hun inzichten en ervaringen op de verschillende deelonderwerpen.  

Ook zijn de deelnemers op excursie geweest naar architectuurcentrum ARCAM en de NDSM-werf in Amsterdam en zijn inzichten tussentijds getoetst bij een panel van experts.  

Vier scenario’s 

Om grip te krijgen op een onvoorspelbare toekomst, zijn er twee dimensies geïdentificeerd die een bepalende invloed kunnen hebben op de woontoekomst: klimaatverandering en samenleven (sociaal-maatschappelijke voorkeuren). De impact van de klimaatverandering in 2050 is op dit moment nog maar lastig in kaart te brengen. In het rapport wordt daarom zowel verkend wat de huidige verwachtingen van klimaatverandering zouden kunnen betekenen, maar ook wat extremere zeespiegelstijging en weersomstandigheden zouden doen. 

Op de as ‘samenleven’ worden twee sociaal-maatschappelijke uitersten onderzocht: individualisme of collectivisme. Worden woonwensen in de toekomst steeds meer op het individu gericht en daarmee onze leefomgeving steeds grootstedelijker? Of verlangen we juist terug naar kleine woongemeenschappen met gedeelde voorzieningen, waarin we onszelf herkennen?  

De bepalende twee dimensies (assen) hebben geresulteerd in het uitwerken van vier verschillende scenario’s. Voor elk van deze scenario’s hebben de deelnemers een woonvisie opgesteld en beleidsaanbevelingen geformuleerd. Ze letten daarbij specifiek op ruimtelijke, ecologische, sociale en economische aspecten en verschillen tussen een nationaal, regionaal en lokaal schaalniveau.  

De vier scenario's van de woonvisie van denktank Wonen van Jong WB als grafische illustratie

Trek naar het Oosten 

De woonvisies die zijn opgesteld voor elk van de vier woonscenario’s, vormen een rijke bloemlezing aan mogelijke toekomsten. Elk scenario kent daarbij kansen, maar ook risico’s waar (groen en links) overheidsbeleid bij nodig is. Het scenario ‘Hoog en Droog’ bijvoorbeeld, vereist meer woningen, op een kleiner bewoonbaar oppervlak en voorspelt daarmee een ingrijpende transitie in de ruimtelijke ontwikkeling. Een trek naar het Oosten lijkt daarbij onvermijdelijk: de inzet op Emmen, Enschede en Eindhoven (E3) als nieuwe groeikernen.  

Middelhoogbouw als compromis 

In meerdere scenario’s komt ook de noodzaak tot middelhoogbouw naar voren. Naar voorbeeld van (klassieke) Franse en Duitse steden vormt dit een evenwichtig compromis tussen woningdichtheid en leefbaarheid van wijken. Ook het sterker mengen van de verschillende functies van wonen, werken en recreëren komt in de scenario’s vaak naar voren. Sociale opgaves blijven relevant in de verschillende verkende scenario’s: binnenlandse klimaatvluchtelingen worden als een reële ontwikkeling gezien.  

Daarnaast vragen ook de meer collectivistische scenario’s om sociaal overheidsbeleid ondanks sterke maatschappelijke participatie. Zo zou er sterke (ruimtelijke) segregatie kunnen ontstaan als er woongemeenschappen gevormd worden door homogene groepen. Een mix van woningen in wijken en overheidsinvesteringen in sociaal-maatschappelijke voorzieningen zouden dit kunnen tegengaan.  

Deltaplan Groen Wonen 

Eén heldere conclusie dringt zich al snel op aan de deelnemers van de Denktank: er moet een Deltaplan Groen Wonen komen. Wonen is een grondrecht voor iedereen en het woonbeleid staat voor grote uitdagingen. Woningbouw moet in lijn gebracht worden met de bodemomstandigheden ter plekke en de verwachte klimaateffecten op die locatie.  

Daarnaast zal er meer ruimte voor klimaatadaptatie moeten komen. Daarbovenop komt nog de noodzaak tot verduurzaming van wonen. Deze sociale en ruimtelijke uitdaging gaat veel van de inwoners van Nederland vragen en vraagt om landelijke regie. Vandaar de noodzaak voor een Deltaplan Groen Wonen.  

Negen aanbevelingen 

Op basis van de gedeelde inzichten uit de verschillende toekomstverkenningen, zijn er negen aanbevelingen geïdentificeerd:  

  1. Richt een nieuw Ministerie van Ruimte en Wonen op voor landelijke regie van het woonbeleid.
  2. Neem participatieve en een bodemgestuurde inrichting van de ruimte expliciet op in de Omgevingswet.
  3. Zorg voor een eerlijke verdeling van de lasten van woningaanpassing, klimaatverandering en energietransitie om het woonrecht in Nederland te verwezenlijken.  
  4. Stuur aan op een geleidelijke daling van het gemiddelde woonoppervlakte.
  5. Maak efficiënter gebruik van de beschikbare woonruimte door het delen van woonruimten en het delen van voorzieningen te vereenvoudigen.
  6. Verminder de woningdruk in steden door gemeenten te helpen (langdurige) leegstand om te zetten in bruikbare gebouwen. 
  7. Voer op korte termijn een landelijk verbod in op het kopen van woningen als beleggingsobject. 
  8. Stimuleer duurzame en langdurige woonoplossingen zodat inwoners er zelf baat bij hebben een positieve bijdrage te leveren aan hun omgeving. 
  9. Stel strengere minimale eisen stellen aan sociaal, economisch en ecologisch duurzame nieuwbouw. 

Ruimte voor verandering 

Dit onderzoekstraject is opgezet vanwege belangrijke tekortkomingen in het huidige politieke en maatschappelijke debat:  

  • Het gebrek aan aandacht voor de langere termijn.  

  • Het gebrek aan verbinding tussen woonbeleid en andere ruimtelijke en sociale opgaven in Nederland.  

  • Het gebrek aan een gesprek hierover mét en door jongeren.

Het rapport Zicht op een ander Nederland laat zien dat het ook anders kan. Het woonbeleid moet de komende jaren significant veranderen om de acute wooncrisis op te kunnen lossen. Waar het politieke debat zich vooral op de kabinetsformatie en aankomende gemeenteraadsverkiezingen richt, roept dit rapport vooral op tot aandacht voor de langere termijn. Het woondebat is echter nog lang niet af met dit rapport.  

Een eerste test daarvoor zijn de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022. Hopelijk weten politici daarin uit te zoomen en verder te kijken dan de waan van de dag. Dit rapport biedt daartoe een fundament voor een breder en effectiever gesprek over de toekomst van wonen. Bouw je ook mee?  

Jongeren die hebben meegedaan aan de denktank Wonen van Jong WB.