In het Finse parlement heb ik verklaard dat ik weliswaar voorstander ben van onze terugtrekking uit het verdrag, maar dat we ons bewust moeten zijn van de internationale gevolgen van zo’n besluit. Het is een ongemakkelijke stap om te zetten in een tijd waarin we moeten vechten voor de harten en hoofden van mensen over de hele wereld, al was het maar om steun te krijgen voor onze sancties tegen Rusland. Het besluit van Finland om opnieuw landmijnen te produceren en op te slaan zal voor veel burgers en regeringen in het mondiale Zuiden moeilijk te begrijpen zijn, vooral in gebieden waar landmijnen uit vroegere conflicten nog steeds mensenlevens eisen. We moeten duidelijk beargumenteren dat we dit doen voor de bescherming van onze democratie. Ook moeten we landen in het Zuiden helpen bij het opruimen van landmijnen. Dat zou een vorm van schadebeperking zijn met betrekking tot mensenlevens, de reputatie van Finland en de internationale rechtsorde.”
Finland staat voor een soortgelijk dilemma sinds het geconfronteerd wordt met de instrumentalisering van migranten. Rusland heeft ongedocumenteerde migranten naar Finland gestuurd bij wijze van hybride oorlogsvoering. De rechtse regering van Finland heeft nu de grensovergangen aan de landgrens met Rusland gesloten. Een nieuwe wet inzake grensbeveiliging geeft de regering de bevoegdheid om asielaanvragen niet in behandeling te nemen. Wat is jouw standpunt daarover?
“Dit is weer een lastige kwestie. Ook hier is de dreiging reëel. We moeten ervoor zorgen dat ons rechtssysteem niet tegen ons wordt gebruikt. Maar het stoort me dat sommige politici, zowel in het parlement als in de regering, deze kwestie hebben aangegrepen om zich te onttrekken aan de mensenrechtenverplichtingen van ons land. Mijn aanpak zou precies tegenovergesteld zijn. We moeten eerst de omvang van de dreiging beoordelen, verschillende scenario’s analyseren en manieren bedenken om deze te voorkomen of te beperken.
Stel dat we duizend asielzoekers aan de grens hebben. Wat als we ze allemaal zouden opvangen, hun asielaanvragen zouden behandelen, degenen die daar recht op hadden de vluchtelingenstatus zouden toekennen en zouden proberen de anderen terug te sturen naar hun land van herkomst? Het zou onze samenleving niet doen instorten. Hetzelfde geldt bij 10.000 asielzoekers, of zelfs 100.000. Ik denk dat we ons wettelijk kader waterdichter hadden kunnen maken en tegelijkertijd ruimte hadden kunnen laten voor legitieme asielaanvragen. Met de nieuwe wetgeving lopen we het risico minder controle over onze grenzen te hebben. Als we deze wet zouden toepassen, zou dat migranten ertoe kunnen aanzetten om de grensposten te vermijden bij het oversteken van de grens en onze autoriteiten te ontwijken in plaats van contact met hen op te nemen. In een dergelijk scenario zou onze grensbewaking allicht handen tekortkomen.”
Voel je je geremd om over dit onderwerp te discussiëren? Een cultuuroorlog over migratie die Finnen tegen elkaar opzet, zou Poetin wel eens in de kaart kunnen spelen.
“Nee. In een democratie moet men zich vrij kunnen uitspreken. Wat mij zorgen baart, is niet het debat zelf, maar de haat en opwinding rondom dit onderwerp. Ik werd hier mikpunt van toen ik kritiek had op de nieuwe asielwet. De agitatie kwam van mensen die door rechtse partijen waren gemobiliseerd. Ze beschuldigden me ervan onpatriottisch te zijn of zelfs een staatsvijand. Een parlementslid van de extreemrechtse Finnenpartij suggereerde zelfs dat mijn militaire rang mij zou moeten worden ontnomen. Vandaag de dag is de controverse aanzienlijk geluwd, niet in het minst omdat onze grens niet zo zwaar op de proef is gesteld als men vreesde.”
Denk je, als reservekapitein in de Finse strijdkrachten en als klimaatwetenschapper, dat het mogelijk is om geopolitieke en ecologische veiligheid met elkaar te verzoenen?
“In zekere zin gaan ze hand in hand. Het koolstofvrij maken van onze economie vermindert onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, die grotendeels worden geïmporteerd uit problematische landen. Het is dus niet alleen een klimatologische noodzaak, maar komt ook de wereldorde en onze geopolitieke veiligheid ten goede.
Wat betreft economische groei, die er vanuit geopolitiek oogpunt gunstiger uitziet dan vanuit ecologisch oogpunt, probeer ik als het ware tijd te winnen. Op dit moment hebben we voor de groene transitie een enorme investeringsgolf nodig. Dat wil zeggen: economische activiteit. Ik denk dus dat het op dit moment niet erg relevant is om te focussen op de vraag of economische groei een goede beleidsdoelstelling is of niet.
Het is duidelijk dat de economische groei zoals die nu plaatsvindt fysieke grenzen zal bereiken. Bovendien is de groei van het bbp een slechte indicator voor het welzijn in een welvarend land als Finland. Maar als deze overwegingen ons ertoe brengen ons te richten op degrowth of post-growth, zou dit ons vermogen om ons uit de greep van fossiele brandstoffen te investeren kunnen belemmeren. We hebben nog niet echt geprobeerd om de markteconomie in te zetten om klimaatverandering en biodiversiteitsverlies aan te pakken; dit moet veel krachtiger worden aangepakt. Dan zullen we erachter komen of de rekensom klopt, of dat we ons economisch denken volledig moeten omgooien. Misschien zijn het mijn jaren in het parlement die mij tot voorstander van een pragmatische, stapsgewijze aanpak hebben gemaakt, maar ik ben ervan overtuigd dat er nog volop ruimte is voor evolutie alvorens de revolutie uit te roepen.”