Bijvoorbeeld op een stortplaats ver weg, waar kinderen ze recyclen ten koste van hun gezondheid. Maar er is nog een probleem met deze metalen: ze raken op.
Daarover gaat dit nummer. Richard Wouters, mijn collega bij Bureau de Helling, is bezig met een project over deze schaarse metalen en fosfaat. Hij heeft dan ook veel bijgedragen aan dit nummer. In de toekomst zullen we vaker themanummers maken over projecten van Bureau de Helling.
U maakt kennis met onder meer molybdeen en antimoon en wordt ingevoerd in vragen als: wanneer is een grondstof op en is dat erg? Wat is het verschil tussen geopolitieke, fysieke en relatieve schaarste? Zijn wij verantwoordelijk voor het behoud van grondstoffen voor volgende generaties? Zonder het gebruik van koper en tin waren onze voorouders nooit uit de Steentijd gekomen.
Een bijzonder lastige vraag is die naar de metalen die nodig zijn voor de energietransitie. Voor duurzame energie uit hernieuwbare bronnen als lucht, water en zon zijn paradoxaal genoeg grondstoffen nodig die zich in miljarden jaren in de aardkorst hebben gevormd en dus menselijkerwijs niet hernieuwbaar zijn.
Alles recyclen klinkt als een mooie oplossing. Met een circulaire economie is inderdaad een wereld te winnen. Zo kan uit onze poep en plas veel (maar niet al het!) fosfaat worden teruggewonnen. Aldous Huxley beschreef al in 1932 in zijn roman Brave New World de terugwinning van fosfaat uit de lichamen van gestorvenen. Ik bedoel maar: hoe ver wil je gaan?