“Zonder museum kun je voor elke kunstmanifestatie een passende vorm en plaats zoeken. Ik zeg liever manifestatie in plaats van tentoonstelling, omdat we iets laten zien dat in beweging is en dat bovendien in beweging wil brengen,” aldus Gevers. Eerder organiseerde ze al Ik+ de Ander en richtte ze de Stichting Niet Normaal op, waarmee ze de tentoonstellingen Niet Normaal en Ja Natuurlijk vormgaf. Haar nieuwste onderneming, Hacking Habitat, onderzoekt hoe we verstrikt zijn geraakt in instituten.
Gevers: “Hacking Habitat gaat over de vraag hoe mensen hun wereld terugclaimen in een tijd dat systemen en algoritmen de regie overnemen. Tachtig kunstenaars geven hier vorm aan tijdens de kunstmanifestatie die in het voorjaar van 2016 opent in de voormalige gevangenis aan het Wolvenplein in Utrecht. De komende maanden zijn er al een aantal lifehack-marathons die op de manifestatie vooruitlopen.”
Leg eens uit, systemen en instituten die de regie overnemen? Dat klinkt tamelijk bedreigend.
“Multinationals, overheden, organisaties etcetera hebben een steeds grotere grip op ons. Ze controleren, reguleren en disciplineren. Het accent van Hacking Habitat ligt op de rol die technologie daarbij speelt. In feite hebben wij allang de rode loper uitgelegd voor de technologie om het over te nemen. Controle overkomt ons niet alleen, we staan dat zelf ook toe.
Tijdens de manifestatie volgen we drie rode draden: data en surveillance, finance and logics en destructive forces at work. Een vierde thema loopt door alles heen, namelijk dat elke vorm van geweld tegenkrachten oproept.
Hacking Habitat laat zien dat geweld veel breder is dan een fysieke actie van de ene mens tegen de andere. Om dit ook voelbaar en zichtbaar te maken, hebben we als locatie de oudste gevangenis van Nederland gekozen, die sinds een half jaar vrij staat. Het gebouw is een zogenaamd panopticum: vanaf een plek in het midden kun je alles overzien en ben je voor iedereen verstaanbaar. Op die manier maken we een koppeling tussen het fysieke en virtuele gevoel van gevangen zijn.”
Dit jaar vinden er al zogenaamde Life Hack Marathons plaats. De eerste was in april. Wat is daarvan de bedoeling?
“De Life Hacks zijn deels besloten, deels publieke bijeenkomsten over de thema’s onzichtbaarheid, schuld, bewegingsonvrijheid en bureaucratie. Die corresponderen met de rode draden van de manifestatie. Het eerste thema, onzichtbaarheid, hangt samen met data en surveillance.
Saskia Sassen sprak daarover op de eerste Life Hack. Zij laat zien hoe wereldwijd aan elkaar gekoppelde systemen diep ingrijpen in de leefwereld van mensen. Niemand kan eigenlijk overzien hoe dat gebeurt. Het heeft te maken met hoogwaardige technologie, multinationals, enorm veel macht, terugtrekkende overheden, en, en... een cascade van ontwikkelingen. Die complexiteit willen we ook tijdens de manifestatie voelbaar maken via onder meer geluidsarchitectuur, interactieve installaties, video en games.
Het gaat ons niet alleen om een diagnose van de toenemende controle in de samenleving, we gaan ook op zoek naar tegenkrachten. Hoe kan je die grote systemen hacken, zodat je als individu en burger weer ruimte terugwint? Dat proberen we bijvoorbeeld tijdens de besloten bijeenkomsten met groepen directe belanghebbenden.
Voor het thema onzichtbaarheid waren dat ex-gedetineerden, mensen die ongedocumenteerd zijn, dakloos zijn, of die qua zorg tussen de wal en het schip vallen. Maar ook de Nationale Ombudsman, het College voor de Rechten van de Mens en het bedrijf Twynstra Gudde. Ze werden allemaal door elkaar gehusseld en ontmoetten daardoor mensen die normaal niet in hun kring voorkomen, want onze samenleving is in grote mate gesegmenteerd.
Wij laten op alle thema’s activisten, managers, kunstenaars, daklozen en anderen gezamenlijk oplossingen zoeken. Dat is een van de manieren waarop Hacking Habitat dingen in beweging wil brengen.”
Hoe ben je bij dit complexe thema terechtgekomen?
“Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in paradoxen en fricties. Bij Niet Normaal in 2009/2010 – ik hoor vaak: oh, dat was die tentoonstelling over die gehandicapte, gekke mensen – stelden wij de vraag: wat voor samenleving maken wij eigenlijk als we pillen slikken om intelligenter te zijn of om tentamens te kunnen halen etcetera. De eisen van de samenleving worden steeds specifieker. Je moet aan steeds meer voldoen wil je niet worden uitgesloten.
Daardoor wordt de bandbreedte voor mensen om nog te kunnen functioneren steeds smaller. Je hoeft maar naar de ecologie te kijken of je weet: dat gaat fout. Hoe meer we op elkaar gaan lijken, hoe minder we in staat zijn om veerkrachtig te zijn met zijn allen. Toch laten we die versmalling toe. Bij Niet Normaal ging het dus ook al over de werkelijkheid van disciplinering en controle en de zoektocht naar inclusiviteit.
“Veel denkers hebben me daarbij geïnspireerd. Bijvoorbeeld Donna Harraway. In haar boek When Species Meet verlaat ze het denken in termen van subject-object, maar gaat ze heel expliciet uit van relaties. Tussen mensen, maar ook tussen mensen en dingen, techniek en natuur. In de tentoonstelling Ja Natuurlijk (2012/2013) volgde ik die gedachte. Het ging over wat we ‘ecologische intelligentie’ noemen: relaties tussen cultuur, natuur en technologie. Want de mens is natuurlijk geen afgesloten systeem, geen autonoom individu.
Het was een kleine stap van de vraag ‘Wat is normaal?’ naar ‘Wat is natuurlijk en wie, of beter gezegd, wat bepaalt dat? Gaan alleen mensen daarover, of mogen bacteriën, atmosferen, dieren en planten ook meepraten? Het is eigenlijk een heel raar mechanisme: wij isoleren onszelf niet alleen van de rest, maar plaatsen ons ook boven hen, alsof alleen wij daadkracht hebben. De rest kunnen we gewoon verwoesten; dat praat toch niet terug. Maar de klimaatcrisis laat wel zien dat we het met dat verhaal niet redden.
Zo haken de dingen steeds in elkaar, het ecologische, het sociale, het mensbeeld enzovoort. En kunst kan dat op een speelse manier aan de orde stellen. Hacking Habitat stelt logische vervolgvragen aan de orde: welke grip hebben mensen (individueel en samen) nog op de werkelijkheid? Hoe overleeft de onderkant (mens én natuur) in een door technologische controle aangestuurde wereld?”
En de kunst? Ik kan me niet voorstellen dat het begrip van de autonome kunstenaar overeind is gebleven, als je de gedachte van het autonome individu hebt opgegeven.
“Nee, inderdaad. Ik ben een fan van de hartenkreet van de Amerikaanse kunstenaar Paul Thek, die Get over yourself riep, nota bene midden in de jaren zestig. Vergeet de kunstenaar die in afzondering op het atelier zijn ei zit uit te broeden. Verlaat het obsessieve, eendimensionale ‘ik’, lijkt Thek te zeggen, kijk naar de relaties tussen dingen, tussen mensen onderling. Ontmoet de andersoortige, wees nieuwsgierig tot waar het pijn doet, en accepteer dat juist asymmetrie en wederkerigheid onze verhoudingen kenmerken."