Deze Helling gaat over de vragen en verhalen van politieke kunstenaars. Want steeds meer kunstenaars overschrijden willens en wetens de grens met het politieke. Ze willen geen mooie of schokkende illustratie zijn bij de bestaande orde, ze willen actief bijdragen aan de herformulering en hervorming van de werkelijkheid. Zij zoeken waarheid, bevragen macht, ontwerpen een nieuwe taal en openen zo nieuwe (politieke) perspectieven.
Politieke kunst was er in de moderne tijd al vanaf de vroege romantici die via de kunst de Franse Revolutie wilden invoeren tot aan de Russische constructivisten en de nationaalsocialistische kunstenaars. Of die laatsten in dit rijtje thuishoren is overigens zeer de vraag: politieke kunst onderscheidt zich van propaganda doordat zij vragen blijft stellen en de dubbelzinnigheid van de werkelijkheid blijft honoreren.
Maar de marges zijn soms smal. Hoever kun je gaan in je steun aan politieke bewegingen? Wanneer gaat kunst over in activisme en is het dan nog kunst? En de hamvraag: hoe kun je buiten de wereld van de kunsten effectief zijn? Want als iets ‘kunst’ is, mag er heel veel, maar wordt het ook zelden serieus genomen. Toen Jonas Staal omgevallen ambulances op straat legde, reageerde het publiek geschokt, tot bleek dat het een kunstproject was. Misschien is het de politieke kunstenaars in de eerste plaats te doen om de bevrijding van de kunst uit het keurslijf van de kunst.
Er zijn verschillende strategieën om dit te bereiken: de één gebruikt de kunstwereld als hefboom, de ander stelt zich in dienst van een beweging, een derde probeert het evenwicht te bewaren op de smalle streep waar activisme en kunst elkaar overlappen. Kunst kan zo politiek gevoelig zijn dat het niet gepubliceerd kan worden, zelfs niet in de Helling.
En sommige kunst is al bijna van nature politiek, omdat zij wordt gemaakt in een wereld vol spanning, zoals het schimmenspel More sweetly play the dance van de Zuid-Afrikaanse William Kentridge onderaan deze pagina. Hij houdt afstand van de directe politieke praktijk, maar is wel geïnteresseerd in politieke kunst, volgens hem “een kunst van dubbelzinnigheid, tegenstelling, onafgemaakte gebaren en onzekere dingen. Een kunst (en een politiek) die mijn optimisme in toom houdt en mijn nihilisme op afstand houdt”.
Als kunstenaars en politici elkaar daarin kunnen vinden, ligt de wereld weer open.