‘Probeer niet te vechten tegen het oude systeem. Je moet een nieuw systeem bouwen dat het oude overbodig maakt,’ zei een niet-westerse jurist tegen mij over het duurzaamheidsvraagstuk. Niet-westerse denkwijzen kunnen handvaten bieden waardoor oude denkpatronen doorbroken worden en nieuwe systemen vorm kunnen krijgen die meer in lijn zijn met harmonie met de aarde.

Deze zijn te vinden in Afrika in de ‘Ubuntu’ gedachte, in Azië in het ‘bruto nationaal geluk’ concept en in Latijns Amerika in de ‘buen vivir’ beweging, gebaseerd op de indiaanse wijsheid van ‘sumak kawsay’ (‘de juiste wijze van leven’). Over deze visies hieronder meer. Eerst de vraag waarom er zo weinig aandacht voor deze zienswijzen is.

Genegeerde tradities

In september 2015 zijn de duurzame ontwikkelingsdoelen aangenomen door de lidstaten van de Verenigde Naties (VN). Alhoewel deze tot stand kwamen door onderhandeling tussen de lidstaten van de VN, vond er ook een grootschalige consultatie plaats van het maatschappelijk middenveld (en het bedrijfsleven). Hiermee werd de gedachte van participatie en non-discriminatie – de kernbegrippen binnen de mensenrechten – in de praktijk gebracht.

In de huidige tijd zijn ‘missiewerk’ , ‘ontwikkelingshulp’ en termen als ‘Derde Wereld’ weliswaar vervangen door woorden als gelijkwaardigheid en duurzaamheid, maar dit wil niet zeggen dat ook inheemse ontwikkelingsfilosofieën automatisch zijn meegenomen in de uitwerking van de opeenvolgende raamwerken voor duurzaamheid. ‘Wat ontbreekt in mondiale duurzaamheidsdebatten is informatie over hoe verschillende culturen en praktijken collectieve verantwoordelijkheid zien voor menselijk welzijn’ (Naicker 2011). Daar zijn een aantal redenen voor.

Ten eerste zijn niet-westerse filosofische begrippen niet gangbaar in de wetenschap buiten de filosofie en al helemaal niet als het gaat om ontwikkelingseconomie en rechten. En zelfs binnen de filosofie worden ze niet altijd serieus genomen, ook niet in niet-westerse landen zelf, zoals in Afrika waar vaak een westers curriculum geldt. Deze thema’s worden al snel gedelegeerd naar het terrein van de antropologie (en soms ook als exclusief recht geclaimd door antropologen). Na zes decennia van ontwikkelingsprojecten in Afrika is de filosofie van Ubuntu, dat zoveel betekent als ‘ik ben omdat wij zijn’, bij westerse ontwikkelingsbeleidsmakers en wetenschappers nog steeds nagenoeg onbekend.

Ook worden inheemse volken in Latijns Amerika vaak bestempeld als ‘onderontwikkeld’ en duurde het tot 2007 tot hun rechten werden erkend (inclusief hun cultuur om in harmonie met de natuur te leven) in de VN Verklaring voor inheemse volken. Boeddhisme wordt tot slot genegeerd, omdat het gezien wordt als een religie en niet mede als een welzijnsfilosofie.

Natuur als gebruiksvoorwerp

Ten tweede wordt de elite van niet-westerse landen vaak opgeleid met westerse kennis, waardoor eigen tradities naar de achtergrond verdwijnen. In de huidige tijd wordt slechts schoorvoetend gerefereerd in VN documenten aan het gebruikmaken van kennis van de lokale bevolking, om bijvoorbeeld genetische diversiteit te beschermen (SDG 2.5). Onderwijs voor iedereen, wat onder het vierde duurzame ontwikkelingsdoel valt, doet de vraag rijzen wat voor onderwijs wij precies nastreven. Dit hangt nauw samen met hoe wij, als wereldgemeenschap, succes, ontwikkeling en welzijn definiëren, en niet in de laatste plaats hoe dit samenhangt met onze relatie met de natuur.

Ten derde dienden de millenniumdoelen als uitgangspunt voor de duurzame ontwikkelingsdoelen en deze waren in tegenstelling tot de duurzame ontwikkelingsdoelen niet onderhandeld, maar eenzijdig door de OECD en VN geformuleerd en bedoeld voor niet-westerse landen om zich te ‘ontwikkelen’. Niet-westerse landen voegden daar mondiaal partnerschap als voorwaarde (en achtste doel) aan toe. In de onderhandelingen voor een nieuw systeem (na 2015) werden deze millenniumdoelen echter door niet-westerse landen al snel vervangen door het breder gedragen Rio-proces met de duurzaamheidstop in Rio de Janeiro in 1992 en de follow-up ‘Rio+20’ in 2012.

“ In de VN-duurzaamheidsdoelen wordt de natuur nog steeds als gebruiksvoorwerp gezien ”

Dit leidde tot meer focus op duurzaamheid en doelen voor ALLE landen (gelijkwaardigheid), maar ook tot een zelfde doelen-resultaat-denken als voorheen, waarin armoedebestrijding als eerste doel is geformuleerd (klimaat als dertiende) en de natuur nog steeds als (duurzaam) gebruiksvoorwerp wordt gezien. Dit gaat in tegen veel niet-westerse visies op de natuur.

Ubuntu

Wat wordt er nu in (Sub-Sahara) Afrika onder Ubuntu verstaan? Dit woord komt uit de -Nguni talen, maar bestaat ook in veel andere talen in Sub-Sahara Afrika zoals het Sotho, waar het Batho heet. Ubuntu betekent in de kern de onophoudelijke in beweging zijnde openbaring van het universum. Ubu is ‘abstract- Zijn’ (patronen) dat verbonden wordt met Ntu, ‘levenskracht- Zijn’, die in een cyclus zichzelf vernietigen en vernieuwen. Ubuntu wordt in de volksmond echter gebruikt als ‘ik ben omdat wij zijn’. Dit is afgeleid van het spreekwoord ‘umuntu ngumuntu ngabantu’ (een persoon is een persoon via andere personen). Het leven draait om ‘wederzijdse hulp’, een collectivistische levensopvatting.

Het impliceert intermenselijkheid, (gelijk)waardigheid, compassie, gemeenschapswaarden, samen delen, non-discriminatie en interactie tussen alle levende wezens. Dit laatste gaat terug op het traditionele animisme waarin ook levenloze objecten levenskracht bezitten, al wordt deze verklaring niet meer door iedereen aangehangen. Men gelooft in ‘het veld dat alle levende dingen met elkaar verbindt’, en noemt dit seriti (in Sotho).

Het levensweb betekent ook dat alle dingen morele waarde hebben: de natuur, het dierenleven, maar ook levenloze objecten zoals stenen. In feite bestaan er geen ‘levenloze’ objecten, maar alleen ‘subjecten’ die met elkaar in relatie staan. Allen stammen immers af van dezelfde Ubuntu bron. ‘Onze voorouders respecteerden de biodiversiteit op dezelfde wijze als zij andere mensen respecteerden.’ Zo verwoordt een Zimbabwaanse het (Mawere 2014). 

Toekomstige generaties

De menselijke gemeenschap – ‘bantu’ – bestaat uit de voorouders en uit hen die nog geboren gaan worden. De voorouders zijn verbonden met het land en zo ontstaat een onlosmakelijke verbintenis tussen de menselijke gemeenschap en de natuur. In Ubuntu is de natuur deel van het gemeenschapsleven. Het ‘wij’ omvat de gehele schepping. 

Ook volgens het principe van intergenerationele rechtvaardigheid is het schenden van het milieu een schending van Ubuntu. Dit principe is vastgelegd in de Zuid-Afrikaanse grondwet, artikel 24.2: ‘opdat het milieu beschermd wordt ten dienste van de huidige en toekomstige generaties’. Plichten jegens toekomstige generaties winnen thans ook terrein in andere delen van de wereld. Ze zijn inmiddels ook vastgelegd in het handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Er is ook veel kritiek vanuit het Westen op Ubuntu, als zou het een romantische traditie zijn uit het verleden die nu niet meer relevant is; antropologen ontkennen soms dat er een homogene Afrikaanse traditie zou zijn, en politieke analisten wijzen er op dat het in Afrika vaak niet geïmplementeerd wordt. 

Buen Vivir

In Bolivia en Ecuador zijn de inheemse begrippen van Buen Vivir in de huidige grondwet vastgelegd, na een politieke emancipatiestrijd van de inheemse bevolking. Buen Vivir is een Spaanse vertaling van het Quecha ‘Indianen’ begrip Sumak Kawsay dat in essentie een biocentrisch leven voorstaat (‘de goede wijze van leven’, lees: in relatie tot de natuur). Kernbegrippen zijn integraliteit (holisme), relationaliteit (alles staat in verbinding), complementariteit (relaties zijn aanvullend zoals man-vrouw) en heel belangrijk: reciprociteit (alle relaties dienen wederkerig te zijn). Alles draait om ‘moeder aarde’ en ook met de aarde vindt een gelijkwaardige uitwisseling van geven en nemen plaats (wederkerigheid). Alleen zo wordt de balans behouden.

“ Volgens de grondwet van Ecuador heeft de natuur het recht zichzelf te vernieuwen, haar natuurlijke cycli te volgen en het recht op herstel ”

Als belangrijkste vernieuwing zijn rechten van de natuur opgenomen in de grondwet van Ecuador. De natuur heeft het recht zichzelf te vernieuwen, haar natuurlijke cycli te volgen en het recht op herstel. In Ecuador is een levendige jurisprudentie ontstaan rond de rechten van de natuur, al moet gezegd worden dat grootschalige mijnbouw en olieprojecten uiteindelijk niet zijn tegengehouden, met name omdat de rechtspraak niet onafhankelijk bleek.

Wel ijverde de regering voor het behoud van het regenwoud (in Yasuni), met de campagne ‘leave the oil underground’ met een roep aan internationale donoren het land te compenseren voor elk bewaard deel van het oerwoud. Het vond weinig weerklank bij internationale geldschieters. Het grote voordeel van het biocentrische recht bleek te zijn dat mensen niet meer hoeven aan te tonen dat zij persoonlijk schade lijden om schade aan de natuur aan te vechten; iedere burger mag dit doen.

Maar nog fundamenteler is het idee dat een rechtssysteem dat gefundeerd is in de gedachte dat het leven om de mens draait, die onbeperkt gebruik mag maken van andere bronnen, zal eindigen met een systeem dat ons aan de rand van de afgrond heeft gebracht. Wij dienen onze denk-, rechts- en economische systemen te bouwen rond het systeem van de aarde.

Bruto nationaal geluk

Ook in Azië bestaan begrippen rond harmonie met de natuur, ditmaal ontleend aan het boeddhisme dat door velen als levenswijsheid wordt gezien en door Bhutan in de grondwet is vastgelegd. Bhutan is niet alleen CO2 neutraal, het is CO2 negatief, dat wil zeggen het absorbeert CO2 van andere landen. Dit komt omdat men bewust het bos heeft gehandhaafd en dit heeft vastgelegd in de grondwet (minimaal zestig procent ‘forest cover’; het huidige niveau is 72 procent). Deze bepaling is deel van het omvangrijkere concept van het Bruto nationaal geluk, dat ge-ent is op het boeddhisme.

Duurzame ontwikkeling is gebaseerd op balans tussen de vier pijlers cultuur, natuur, economie en goed bestuur. Cultuur staat hierbij op nummer één als funderend voor identiteit. Geluk betekent veel meer dan hedonistisch subjectief welzijn (hoe voel ik me); het gaat om de relatie tussen alle levende wezens; deze begint bij harmonie met jezelf of innerlijke vrede. Slechts van daaruit kan je vreedzaam omgaan met de ander en respectvol met de natuur.

Het boeddhisme is, heel verkort gezegd, gebaseerd op vier principes: in het leven lijdt men; dit lijden komt voort uit verlangen (materie, status, succes); je kan lijden vermijden door aan deze zaken niet gehecht te zijn (ga mee in de ‘flow’ en de constante verandering); dit kan je bereiken door het achtvoudige pad te volgen. Dit pad komt neer op de werkelijkheid ‘zien’ zoals die echt is (daaruit volgt juist denken, spreken, doen, leven, inspannen, bewustzijn en verlichting): vanuit verbondenheid, compassie (een ‘geïnformeerd hart en een voelende ratio’), waarheid, geen uitbuiting (van anderen of de natuur), helend handelen, en bewustzijn van jezelf en jouw effect op de omgeving. Het bewandelen van de ‘middenweg’, simpel leven, niet meer nemen dan je nodig hebt, en conflicten bij voorkeur uitvechten door bemiddeling maken hier deel van uit.

Recht op leven

Hoewel er nauwelijks sprake was van coalitievorming tussen deze drie niet-westerse tradities tijdens de onderhandelingen over de duurzame ontwikkelingsdoelen, kunnen er wel verbindingen worden gelegd op filosofisch niveau. Nederland kan een voorbeeld nemen aan de wijze waarop een aantal niet-westerse landen dit met wisselend succes in hun rechtssysteem en beleid hebben geïmplementeerd.

De vier pijlers van duurzame ontwikkeling zijn ook voor ons relevant. Ook in de Nederlandse cultuur is immers sprake van een volkstraditie die is gebaseerd op samenleven met de natuur, denk bijvoorbeeld aan onze relatie met het water. Het is zinvol om een centrale plaats te geven aan het behoud van de aarde en toekomstige generaties in onze rechts- en bestuurssystemen op te nemen. We zouden erop vooruit gaan wanneer we onze economie zouden baseren op het recht op leven van alle wezens. Immers: de economie staat ten dienste van het leven en niet andersom.

Literatuur

R. Jiménez, Recovering and Valuing Other Ethical Pillars Buen Vivir. Working Paper Rio de Janeiro: Forum for a New World Governance, 2011.

Government of Ecuador, National Development Plan, National Plan for Good Living 2013-2017, A Better World for Everyone, Quito, Republic of Ecuador 2013.

M. Mawere, Environmental Conservation through Ubuntu and Other Emerging Perspectives, Langaa Research& Publishing Common Initiative Group, Bamenda (Cameroon) 2014.

I. Naicker, ‘The Search for Universal Responsibility: The Cosmovision of Ubuntu and the Humanism of Fanon’, in: Development 54 (4), 2011, 456.

D.E. Norren, ‘Ubuntu, de aarde en wij’, in: H. Oosterling en R. Schepen Doordenken, Doorwerken, intercultureel en ecosociaal denken en doen, Garant Uitgevers 2016.