Recensie

Een van de eersten Duitsers die deze 'verduitsing' van Europa openlijk benoemde en analyseerde was de Duitse socioloog Ulrich Beck, vooral bekend van zijn kritiek van wat hij de 'risicomaatschappij' noemt, een samenleving die voortdurend bezig is met wat zou kunnen gebeuren en die bereid is om privacy, democratie en rechtsgelijkheid aan te tasten om de dreiging van catastrofes weg te nemen. 

We leven in een periode van onrust en verwarring: er is sprake van een diepe crisis, een overgang naar een andere orde, maar de weg daarheen is moeizaam en gevaarlijk. Degene die deze overgang moeten begeleiden kijken echter slechts met één blik: de economische. En dat maakt ze blind voor de vele veranderingen die hun beleid ook met zich meebrengt.

Wat Beck betreft staat er veel meer op het spel dan de redding van de euro en de sanering van de nationale betalingsbalansen. Hij ziet Europa als 'een verbond van voormalige wereldbeschavingen en grootmachten, die een uitweg uit hun krijgszuchtige verleden zoeken.' (p.24) 'Zonder de waarden vrijheid en democratie, en zonder haar culturele geschiedenis en waardigheid, is Europa niets.' (25) 

Het beste Duitsland ooit

Een van de vertegenwoordigers van die waarden was de Duitse schrijver Thomas Mann. Na de oorlog waarschuwde hij in een beroemde toespraak uit 1953 ervoor, dat Duitsland nooit meer naar een 'Duits Europa' mocht streven, maar juist naar een 'Europees Duitsland'. De vraag die Beck ertoe heeft gebracht zijn boek te schrijven, luidt: hoe is het gekomen dat we vandaag toch te maken hebben met een variant hierop, namelijk een Europees Duitsland in een Duits Europa? (7)

Beck analyseert de Europese politiek van de laatste jaren en stelt vragen bij de neiging van leiders om wetten te omzeilen om de volgens hen noodzakelijke maatregelen snel te kunnen uitvoeren, hij kritiseert het Europa van de 'twee snelheden', dat allang bestaat hoewel niemand er voor heeft gekozen, en hij gaat in op de desastreuze effecten van de tweedeling tussen landen die diep in het krijt staan bij andere landen.

Maar het boek wordt pas echt spannend wanneer hij zich richt op de verandering die Duitsland sinds 1945 heeft ondergaan. Want 'wij Duitsers hebben ons lesje geleerd', aldus Beck, 'we zijn voorbeeldige democraten, pacifisten en duurzaamheidskampioenen geworden.' 'Dit is het beste Duitsland dat we ooit hadden.' De Duitsers verlangen er volgens Beck naar gewoon te zijn. Het 'nooit meer nationaalsocialisme' is nu ook geworden: 'nooit meer het boetekleed moeten dragen'.

De Duitsers willen niet meer de racisten en oorlogshetzers zijn, ze zien zichzelf liever als de 'leermeesters en morele verlichters van Europa'. (55) Het grote gevoel van verantwoordelijkheid dat Duitsland na de oorlog heeft ontwikkeld ten opzichte van de rest van Europa, heeft, in combinatie met het economische succes, geleid tot een nieuw gevoel van nationale trots. Zoals Helmut Kohl Oost-Duitsland welvarend wilde maken, zo wil Merkel dat voor heel Europa.

Beck schetst hier in positieve bewoordingen wat Ferguson onlangs in negatieve termen uitdrukte. Volgens hem is Duitsland terug in de periode vlak voor Bismarck het land tot een eenheid smeedde: hij ziet een heropstanding van de Biedermeier-figuur met een hang naar zelfbeklag vanwege de afpersing door zijn uitgekookte buren4. In beide gevallen is er sprake van een morele superioriteit: Duitsland als redder van Europa. 

Hegemonie of wederkerigheid

Duitsland neemt deze rol echter niet bewust en graag op zich. Beck analyseert feilloos de politiek van Angela Merkel, die hij in een vergelijking met de Europese denker over macht bij uitstek, Machiavelli, de mooie bijnaam Merkiavelli geeft.

De verbinding van traditioneel nationaal denken met het uitbouwen van Europa, de tactiek van het twijfelen, gevreesd worden in het buitenland en geliefd in het binnenland en de introductie van de Duitse stabiliteitscultuur (in de vorm van bezuinigingen) In Europa. Dat zijn de vier elementen van haar succes. De onoverzichtelijkheid van de Europese machtsverhoudingen is daarbij een voordeel. 

Inmiddels is duidelijk dat deze formule opnieuw tot succes heeft geleid. Bij de laatste verkiezingen torende Merkel op eenzame hoogte boven haar concurrenten. De vraag is nu wat dit voor Europa betekent.

Volgens Beck zijn er maar twee smaken: ofwel een Europa van wederkerigheid of wel van (Duitse) hegemonie. Hij ziet meer aanwijzingen voor dit laatste, mede omdat het vertrouwen van grote groepen Europese burgers geheel is ingestort. Onder invloed van de Duitse strategie van twijfelen, temmen en disciplineren is het beeld van een eerlijk en evenwichtig Europa, dat zich inzet voor verzoening en tegen uitbuiting geheel ingestort. (57).

Europa van de burgers

Na al deze kritiek kan Beck niet anders dan voorstellen doen voor een ander beleid. Daarvoor grijpt hij terug op het voorstel van de achttiende-eeuwse denker Jean-Jaques Rousseau om een 'contrat social' in te stellen. Europa moet zowel recht doen aan haar individuele burgers als aan de gemeenschap in een post-nationale samenleving.

Beck weet ook nog niet precies hoe, maar hij pleit ervoor juridisch en politiek ruimte te bieden aan de allang bestaande dubbele identiteit: een nationale: een nationale – of regionale zou ik willen toevoegen – én een Europese. Bij de inrichting van een dergelijke samenleving gelooft Beck vooral in méér Europa: een Europees sociaal stelsel waarvan niet alleen banken, maar vooral ook individuen profiteren. Hiertoe is een Europawijde sociale beweging nodig van woedende Grieken, werkloze Spanjaarden en in onzekerheid verkerende Duitsers. 

Daar hoort dan automatisch ook een transnationale politiek bij, ingewikkeld voor de bestaande partijen, die behalve de Europese burgers, ook nationaal de verkiezingen moeten zien te winnen. Meer democratie betekent meer Europa, vindt Beck, net als overig de Duitse Grünen.

Maar anders dan in dit discours gebruikelijk, pleit hij niet zozeer voor versterking van het Europese parlement etc. (al is hij daar niet tegen), maar vooral voor een Europa van onderaf. Er is een 'kosmopolitische alfabetiseringscampagne'(65) nodig tegen de Eurosceptici in en voor culturele, sociale en politieke uitwisseling.  

Wie gaat hier het voortouw nemen? Beck droomt ervan wat allemaal mogelijk zou worden als Duitsland dit perspectief tot het hare zou maken. Na de scherpe kritiek op Merkel klinkt dit nogal ongeloofwaardig. Ook speculeert Beck op stappen van de Franse president Hollande en zelfs van de financiële wereld. Het is allemaal ver verwijderd van de politieke en economische realiteit in Europa.

Meer kansen, hoewel die ook bepaald niet binnen handbereik, liggen er misschien in een Europese solidariteitsbeweging van het 'precariaat', de groeiende groep mensen wier bestaan structureel onzeker is geworden op vrijwel alle niveaus. Maar er zijn nog veel vragen te beantwoorden en veel hobbels te overwinnen, voor je ook maar zou kunnen spreken van een 'beweging'.

Op dit moment, en Beck erkent dat met zijn laatste zin, moet geconstateerd worden dat uit de Europese crisis een Duits Europa geboren is – en dat Europa is vooralsnog ongebroken.

Voetnoten 

1  Niall Ferguson, hoogleraar geschiedenis Harvard, NRC Handelsblad 7.7.2013 (dankwoord uitreiking Ludwig Erhard prijs op 27 juni.) 

2  Frederic Lordon, Le Monde Diplomatique 18.6.2013 (Les blogs du Diplo) 

3  Beschluss Europa entsteht durch Taten 34. Ordentliche Bundesdelegiertenkonferenz Bündnis 90 Die Grünen, Hannover, 16.-18. November 2012, p. 1. 

4  NRC Handelsblad 7.7.2013