In 2010 riep Femke Halsema op tot verdergaande progressieve samenwerking en vroeg ze de PvdA te kiezen voor een progressieve koers. Het Positief Pamflet doet een voorstel voor een dergelijke nieuwe links-progressieve koers, waarin GroenLinks’ers en PvdA’ers zich zouden kunnen herkennen. Aanleiding voor het essay is een breder levend gevoel dat links achterhaalde verhalen vertelt. Doelstelling van de nieuwe ideeën in het Positief Pamflet is om mensen te ondersteunen in hun zelfstandigheid, vrijheid en vooruitgang.

Het recente debat ‘Toekomst voor Links’ in De Balie bewees opnieuw dat onze partijen grote overeenkomsten hebben qua standpunten en wensen van de achterban. De nadruk leggen op het verschil tussen GroenLinks en de PvdA, door prioriteit te geven aan ‘groen’ of aan ‘arbeid’, is conservatief schuttersputjesgedrag en brengt een linkse samenwerking niet verder.

Wat wel helpt is op zoek gaan naar nieuwe ideeën voor de linkse politiek, die passen bij de veranderde, moderne wereld. Ontwikkelingen als individualisering, toegenomen opleidingsniveau, ontkerkelijking, emancipatie, digitalisering, globalisering en migratie vragen om een nieuw progressief verhaal. Dit Positief Pamflet probeert op basis van gedeelde, linkse idealen en inhoud vooruit te kijken.

Drie observaties vormen het uitgangspunt voor het pamflet. De eerste observatie is dat de moderne burger vaker zelfstandig opvattingen ontwikkelt en zelf(bewust) zijn of haar beslissingen neemt. De gegroeide individuele mogelijkheden zijn de verworvenheid van de vooruitgang in de laatste decennia, waarin welvaart, kennis, onderwijs, emancipatie, digitale technologie en informatie-uitwisseling toenamen en de middenklasse groeide. Progressieve partijen moeten hier meer rekening mee houden. Mensen mogen niet het gevoel krijgen dat, terwijl ze in de 21ste eeuw meer mogelijkheden en vrijheid hebben dan ooit, door ouderwetse barrières beschermd worden of zelfs nieuwe obstakels opgeworpen krijgen.

De tweede observatie is dat de afstand tussen onze politiek en bestuur en de (middelbaar- en lager opgeleide) inwoners van ons land is gegroeid en dat deze ‘Opleidingskloof’ kleiner moet worden. De posities in onze politiek, ambtenarij en het bedrijfsleven worden grotendeels vergeven op basis van de hoogste diploma’s. Omdat in onze moderne samenleving hoogopgeleid en laagopgeleid elkaar bijna niet meer ontmoeten en weinig met elkaar praten, wordt dit problematisch.

Deze moderne klassenmaatschappij komt niet alleen tot uiting in groeiende sociaal-economische gezondheidsverschillen, maar ook in overheidsbeslissingen. Dat vraagt om een links-progressieve politiek om onze democratie te vernieuwen, zodat de (veronderstelde) rationaliteit en efficiëntie meer menselijk en sociaal tegenwicht krijgen in besluitvorming.

De derde observatie is dat de normen en waarden waarop solidariteit gebouwd is beter bewaakt moeten worden. Weliswaar maken collectieve voorzieningen samenlevingen gelukkiger, maar solidariteit is (onder niet-linkse mensen) alleen vanzelfsprekend onder mensen die elkaar spreken, begrijpen en naast een identiteit bepaalde belangen delen. Het vraagt binding om individuele risico’s collectief te delen en om te accepteren dat de minderheid één op één profijt zal hebben van een op solidariteit gebaseerde regeling.

Omdat sociale voorzieningen zowel waardevol als kostbaar zijn, wordt van mensen die dat kunnen arbeid(sethos), wederkerigheid en een solidariteitsbijdrage verwacht. Het draagvlak voor solidariteit zal de komende jaren onder druk staan door de vergrijzing, de opleidingskloof en de multiculturele samenleving, die Nederland met tweehonderd nationaliteiten is én blijft. Meer aandacht voor binding is onontbeerlijk.

Vervolgens presenteert Het Positief Pamflet zeventien links-progressieve ideeën om zelfstandigheid, vrijheid en vooruitgang van mensen te ondersteunen:

1. Ontlast het spitsuur van het leven: bied meer maatwerk aan werkende ouders;
2. Bezie traditionele arbeidsmarktinstituties op hun bijdrage aan de moderne samenleving;
3. Herzie het jeugdminimumloon en geef flexcontracten een risico-opslag;
4. Moderniseer de polder: een stem voor zzp’ers en een ‘vakbondsbonus’;
5. Een Ondersteunende Staat als ‘vrijheidsmachine’ met een basisinkomen;
6. Investeer 10% BBP in innovatie en verlaag de lasten en risico’s voor het mkb;
7. Introduceer een scholingsrecht, een opleidingsplicht en een ‘dubbel’ leerrecht;
8. Laat de (Europese) Staat investeren om de markteconomie te ondersteunen;
9. Stimuleer werk, gelijkheid en groei; belast vermogen, vervuiling en oversparen;
10. Verklein de ‘Opleidingskloof’: meer kiezers en meer democratische keuze;
11. Werk aan groene energie, elektrische mobiliteit en een circulaire economie;
12. Creëer gelijkere startposities: kinderen vanaf 2 jaar naar een gemengde (voor)school;
13. Beter onderwijs: universitair opgeleide leraren en beloning voor uitmuntende studenten;
14. Geef de wijkagent een ‘buitentoeslag’: zonder veiligheid geen individuele vrijheid;
15. Behandel straatcriminelen en kapitaalcriminelen gelijk: geen klassenjustitie;
16. Bewaak de rechtmatige huur van sociale woningbouw en voorkom ‘getto
s’;
17. Ondersteun integratie: immigratie met baankans, snellere procedure en taalplicht.