Het was het moment van hoop voor de strijd tegen klimaatverandering. Toen tien jaar geleden, in 2015, de hamer werd geslagen in Parijs en de regeringen van de wereld afspraken om onder de 1,5 graden opwarming van de aarde te blijven. Dit jaar – tien jaar later – begon met een enorme brand die een deel van Los Angeles, de stad van Hollywood, de stad van de verbeelding, in vlammen liet opgaan.

De wereld tikte afgelopen jaar voor het eerst de 1,6 graden opwarming aan. Ondanks alle mooie regeringsbeloftes, ondanks de Fridays for Future-stakingen, de vele enorme klimaatprotesten en de regelmatige snelwegblokkades die in de jaren daarop volgden. Ondanks al dat, is de klimaatcrisis hier.

Precies deze impasse vormt het vertrekpunt van twee boeken van auteurs die vanaf het begin betrokken waren bij Extinction Rebellion in Nederland: Alles staat op het spel van Jelle de Graaf en Alledaags activisme van Chris Julien. Beiden constateren dat het klimaatactivisme tot nu toe tekortschiet – en beiden wijzen de weg naar andere vormen van actie. Maar hoewel ze hetzelfde vertrekpunt en een vergelijkbare achtergrond hebben, komen ze tot verschillende conclusies. Waar De Graaf de pilaren van het fossiel kapitalisme omver wil duwen, zoekt Julien de kiemen van verandering juist in het alledaagse.

De klimaatcrisis is een machtsprobleem

“Wat we vandaag de dag als vanzelfsprekend beschouwen – het einde van de institutionele slavernij, het algemeen kiesrecht en de veertigurige werkweek – werd ooit als onmogelijk gezien. Maar al deze overwinningen zijn behaald omdat gewone mensen (…) de status quo zo ingrijpend verstoorden dat zelf de machtigste instituties uiteindelijk moesten toegeven.”

Jelle de Graaf stelt in zijn boek dat de klimaatcrisis vooral een machtsprobleem is. Het is niet onwetendheid die ons belemmert om de crisis aan te pakken, maar de wurggreep van economische elites op politiek, media en publieke ruimte. De Graaf pleit daarom voor economische disruptie als strategie: het gericht doorbreken van de relaties en structuren waarop macht gebouwd is. Hij wijst daarbij overtuigend op de geschiedenis van stakingen, boycots en directe actie die tot overwinningen hebben geleid in de strijd voor vrouwenrechten, voor arbeidsvoorwaarden, tegen het fascisme en tegen apartheid.

Zijn kritiek richt zich op "het hardnekkige idee in de klimaatbeweging dat overtuigen op zichzelf voldoende is om de klimaatcrisis te stoppen". Het is een kritiek die Julien met hem deelt: we kennen de feiten, genoeg mensen maken zich zorgen om de klimaatcrisis, maar dat op zichzelf is niet voldoende gebleken om de noodzakelijke verandering af te dwingen. Het antwoord hierop van De Graaf is dat we ons moeten organiseren en gezamenlijk richten op economische disruptie, omdat we de macht die ons al maar verder in crises stort niet kunnen overtuigen, maar wél kunnen ondermijnen. Het antwoord van Julien wijkt hiervan af.

Jelle de Graaf, Alles staat op het spel

Sociale kantelpunten realiseren

Chris Julien, Alledaags activisme

“Zoals iedereen weet die ooit een goed voornemen had, zit de uitdaging van systeemverandering in het doorbreken van alledaagse patronen. De uitdaging van alledaags activisme is om op een andere manier naar je eigen leven te kijken en te beseffen dat je zoveel meer kan dan je dacht.”

Wat moeten we met al die angst en woede die ons overkomt als we denken aan de klimaatcrisis, de schade die deze nu al veroorzaakt en de catastrofe die voor de nabije toekomst dreigt? Julien bespeurt een gat "tussen ons denken en voelen, waardoor handelen achterblijft". Gezien de hevigheid van wat op ons afkomt, is het logisch om ons ervan af te wenden: het leven is al lastig genoeg. Zijn boek richt zich daarom allereerst op het aanvaarden van de feiten, de gevoelens binnen laten komen, om vervolgens "niet weg te vliegen maar dat ongemak om te zetten in actie". Want juist door in actie te komen, kunnen we ons uit het moeras van de machteloosheid trekken.

We leven dan wel in een materiële wereld, maar we zijn emotionele wezens. Als we ons breed willen organiseren, meer mensen willen laten aanhaken in de georganiseerde beweging die De Graaf voor zich ziet, dan moeten die mensen de moed vinden hun emoties om te zetten in actie. Julien wijst erop dat je grofweg 25 procent van de mensen in een groep nodig hebt om een algehele koerswijziging te kunnen afdwingen. Hij pleit vervolgens voor een ‘ecologie van praktijken’, waarbij mensen niet louter bij zichzelf, en ook niet alleen op het niveau van de samenleving als geheel, maar juist ook op het ‘mesoniveau’ – de schaal van lokale overheden, schooldistricten, wijken, de werkvloer – zulke sociale kantelpunten realiseren. Want juist in het alledaagse kun je zoveel meer bereiken dan je denkt.

Onmisbare handleidingen voor verandering

Optimism without honesty is denial.”

In zijn boek haalt Julien deze quote van zanger en kunstenaar Anohni aan als startpunt van zijn kritiek op valse hoop. De Graaf noemt dit het 'hoopwassen' van de klimaatcrisis – doen alsof het allemaal wel meevalt, uit angst om het grote publiek, leden, donateurs of kiezers af te schrikken. Dit 'hoopwassen' werkt volgens beiden pacificerend, in plaats van activerend. Hun rebellion richt zich dan ook onomwonden op het tegenhouden van extinction. Want het gaat niet om het hebben van een rooskleurig beeld van de toekomst, het gaat erom dat we tot actie overgaan. Of dat nu in het alledaagse plaatsvindt of met de katapult gericht op Goliath. Het moet allebei en er moeten vooral meer mensen aan meedoen.

Verandering is geen automatisme, maar ook geen mythe: het gebeurt als mensen zich organiseren, moed tonen en nieuwe vormen vinden. In een tijd waarin klimaatactivisme dringend toe is aan vernieuwing, zijn Alles staat op het spel en Alledaags activisme onmisbare boeken. Het zijn handzame, praktische én emotionele handleidingen voor verandering, gebaseerd op successen uit het verleden, geschreven door mensen in de voorhoede van verandering. En dat maakt ze tot essentiële lectuur voor wie weigert zich neer te leggen bij een brandende wereld. En voor iedereen die nog steeds denkt dat we alleen nog maar de macht hoeven te overtuigen.