Nederlanders klimmen tegenwoordig weer net zo vaak op de barricaden als in de roerige jaren zestig. Van corona- en boerenprotesten tot aan het woonprotest en vastgelijmde klimaatactivisten. Toch is er veel veranderd in de wijze waarop demonstraties worden georganiseerd, aldus Jacquelien van Stekelenburg, hoogleraar sociale verandering en conflict aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Zij doet al ruim twintig jaar onderzoek naar demonstraties en protesten. We gingen met haar in gesprek over verklaringen voor de toenemende actiebereidheid en wat dat zegt over onze democratie.
Toen ik begin vorige week van station Amsterdam Centraal naar huis liep, leek het station op een vuilnisbelt. Dat was ook het geval in steden als Den Bosch en Rotterdam. Al aan het einde van de eerste dag waarop de medewerkers van handhaving en de vuilophaaldiensten het werk neerlegden voor een hoger loon, maakten de rondslingerende verpakkingen duidelijk hoeveel werk ze op een dag verzetten.
Activist en documentairemaker Astra Taylor zette met haar organisatie Debt Collective schuldverlichting op de politieke agenda. Aan Koen Bruning legt ze uit hoe ze een volksbeweging opzette waarin mensen met allerlei identiteiten zich vertegenwoordigd zagen.
Vorige maand ging ik voor het eerst met Extinction Rebellion mee om de A12 in Den Haag te bezetten, vanwege de fossiele subsidies die de overheid nog altijd uitdeelt. Een groep wetenschappers deed niet mee aan de blokkade, maar stond aan de zijkant van de weg om aan omstanders uit te leggen waarom we daar stonden: “Je bent het misschien niet eens met hun methodes, maar hun eisen zijn in lijn met de wetenschap. Het beleid van de overheid is dat niet.”
In 1966 deelde studente Koosje Koster krenten uit op het Spui in Amsterdam. Het was een ludieke aksie van de Provobeweging om de krenterigheid, de benepen mentaliteit, van de Nederlandse autoriteiten aan de kaak te stellen. Koster werd door de politie opgepakt en in de cel gezet. Vandaag de dag worden de autoriteiten opnieuw uitgedaagd door de speelse acties van klimaatactivisten.
De veehouderij staat nog steeds niet hoog genoeg op de politieke agenda, hoewel het een van de meest destructieve activiteiten van de mensheid is. Schrijver en journalist George Monbiot pleit voor ingrijpend overheidsbeleid dat onze manier van voedsel produceren en consumeren verandert. Wij spraken met hem over het boek dat hij daarover schreef, 'Regenesis', over de huidige stand van het klimaatactivisme en de bedreigingen van rechtse politiek.
De opdracht aan theaters om een cultureel divers publiek binnen te halen is mislukt. De canon bleef klassiek westers, waardoor alleen het verhaal van een deel van de Nederlanders wordt verteld. Een groep jonge theatermakers doorbreekt nu eindelijk de segregatie op het toneel.
De geëngageerde kunstenaar is overal te vinden, behalve in zijn ivoren toren. Zo gebruikt Jonas Staal zijn naam als kunstenaar om politieke vragen aan de orde te stellen en stelt Matthijs de Bruijne zich in dienst van sociale bewegingen. Een gesprek over kunst buiten de kunstsector.
Tania Bruguera (Havana 1968) is een Cubaanse installatie- en performancekunstenaar. Ze studeerde in Havana en Chicago en exposeert wereldwijd. In 2008 kreeg zij in Nederland de Prins Claus Prijs. Na een optreden op het plein van de Revolutie in Havanna eind 2014 werd Bruguera opgepakt. Inmiddels is zij weer vrij, maar ze kan Cuba nog altijd niet verlaten. Haar werk is controversieel, ook onder politieke kunstenaars.