Ik was dan ook ontzet toen linkse politici in West- en Zuid-Europa de agressie van Rusland begonnen te verklaren door te verwijzen naar het werk van realistische theoretici, met name John Mearsheimer, die bevriend is met Viktor Orbán en tal van andere dubieuze figuren. Soms is er zo'n enorme kloof tussen hoe deze linkse politici internationale politiek benaderen en hoe ze binnenlandse politiek benaderen. Thuis mag je idealist zijn: je kunt discussiëren over ideologieën, principes aanhalen en morele standpunten innemen. Maar zodra je de landsgrenzen oversteekt, heerst er anarchie en voert pessimisme de boventoon. Je enige keuze is om realistisch te zijn en te zeggen dat Oekraïne geen schijn van kans maakt, dat het zich moet overgeven, of zelfs dat het deels verantwoordelijk is voor de oorlog. Deze benadering noem ik de realistische ijzeren kooi.”
Mārtiņš Staķis: “Ik herken dit aan het stemgedrag in het Europees Parlement. Wat betreft defensie en Oekraïne sluit de Linkse Fractie het meest aan bij de fracties die zich uiterst rechts op het politieke spectrum bevinden.
Natuurlijk hebben we ook binnen de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie meningsverschillen over deze kwesties. Om wat historische context te geven: in de afgelopen 500 jaar is Rusland Finland vijf keer en Letland zes keer binnengevallen. Daarentegen hebben Italië, Spanje en Portugal nooit Russische invasies meegemaakt. Dit verklaart gedeeltelijk de uiteenlopende standpunten van deze landen; deze zijn moeilijk te overbruggen. Als een collega-Europarlementariër een negatieve mening heeft over defensie-uitgaven of militaire steun aan Oekraïne, kan ik die mening niet ombuigen naar een positieve. Maar misschien kan ik iemand met een neutrale houding overhalen om een positief standpunt in te nemen. Mijn tijd is beperkt, dus houd ik mezelf voor: pick your battles.”
Ben je erin geslaagd om de Groene fractie te overtuigen van het belang van een sterke defensie?
Mārtiņš Staķis: “Ik denk het wel. Het is gemakkelijk te meten. Kijk hoe de fractie in het verleden heeft gestemd en hoe ze nu stemt.
Tijdens een van onze fractievergaderingen liet ik een grote kaart van het Baltische gebied zien en wees ik aan waar Rusland zijn strijdkrachten langs de grens heeft gestationeerd. Ik heb uitgelegd waarom de Suwałki-kloof het meest kwetsbare punt op deze kaart is, omdat Rusland in dit smalle grensgebied van Litouwen en Polen een grondcorridor naar zijn exclave Kaliningrad wil creëren. Ik heb aangegeven hoe Rusland zijn troepen zou verplaatsen om de Suwałki-kloof in te nemen en hoe de NAVO-troepen zouden reageren. Ik denk dat deze presentatie een keerpunt was; veel van mijn fractiegenoten zagen in dat het scenario dat werd geschetst, realistisch was. Ze nodigden mij uit om er samen met hun medewerkers over door te praten. Naar mijn mening heeft de komst van nieuwe leden uit Letland, maar ook uit Litouwen, sinds 2024 zeker een verschil gemaakt binnen de Groene fractie.”
Hoe kijken jullie aan tegen de nieuwe NAVO-doelen voor de defensie-uitgaven? 3,5 procent van het bbp voor de krijgsmacht en 1,5 procent voor bredere weerbaarheid?
Mārtiņš Staķis: “Ik ben er niet gelukkig mee dat het debat zich richt op percentages; we zouden het in plaats daarvan moeten hebben over militaire vermogens. Als het enige wat mensen van de krijgsmacht horen is 'geef ons meer geld', zul je ze niet overtuigen. Leg daarom de focus op de nieuwe capaciteiten die we zullen verwerven. Betere luchtverdediging bijvoorbeeld, om onze kritieke infrastructuur te beschermen en het risico op stroomuitval of onderbreking van de drinkwatervoorziening te verminderen.
We moeten het ook niet hebben over uitgaven, maar over investeringen. Neem de verdedigingslinie die Finland, de Baltische staten en Polen aan het bouwen zijn langs hun grenzen met Rusland en Wit-Rusland. De verdedigingswerken zullen worden gebouwd door lokale bedrijven, die banen creëren en belasting betalen. Andere sectoren zullen profiteren van de vraag naar kabels, elektronische bewaking en antidronesystemen. De innovaties die ons klaarstomen voor de strijd – niet voor de vorige oorlog, maar voor de volgende oorlog – zullen ook civiele toepassingen krijgen. Het versterken van onze defensie zal daarom ook onze economieën een impuls geven.”
Carlos Corrochano: “Bbp-indicatoren leiden ons af van een echt debat over defensie. Een doelstelling van 3,5 procent lijkt willekeurig en disproportioneel. Het is veel belangrijker om te praten over een betere Europese coördinatie van het veiligheids- en defensiebeleid, het delen van capaciteiten en een meer democratische besluitvorming.
De nadruk op uitgavendoelstellingen doet de oude tegenstelling tussen 'kanonnen’ en ‘boter' herleven. Deze logica komt voort uit een liberaal economisch denkkader dat uitgaat van een vaste hoeveelheid middelen die beschikbaar is voor overheden: wat je aan het ene doel uitgeeft, kun je niet aan het andere besteden. Als ecosocialist vind ik het opvallend hoeveel mensen aan de linkerkant van het politieke spectrum deze framing hebben geïnternaliseerd. Zelfs in Spanje, waar we nog maar tien jaar geleden met eigen ogen hebben gezien hoeveel schade een dergelijke economische denkwijze aanricht. De geschiedenis laat zien dat investeringen in veiligheid juist een katalysator kunnen zijn voor bredere sociale vooruitgang. De echte vraag is niet of je geld uitgeeft, maar hoe: hoe je die investeringen kanaliseert en hoe je ze koppelt aan sociale, economische en klimaatrechtvaardigheid.”
Mārtiņš Staķis: “Guns or butter is inderdaad een valse keuze. Kijk naar Finland: het land investeert al tientallen jaren fors in veiligheid en defensie, maar heeft toch een van de beste socialezekerheidsstelsels ter wereld. In de Baltische staten verhogen we onze defensie-investeringen in hoog tempo, maar we hebben geen cent bezuinigd op onze sociale voorzieningen.”
Moeten regeringen de belastingen voor rijken verhogen om extra defensie-uitgaven en steun voor Oekraïne te financieren?
Carlos Corrochano: “Ja. Sommige progressieven in Europa hebben dit al ter sprake gebracht. Het is een slimme manier om mensen te betrekken bij zaken die ver van hun dagelijks leven lijken te staan. Het koppelen van nationale en internationale solidariteit, veiligheid en economische rechtvaardigheid is zowel intellectueel als emotioneel overtuigend. De benadering van de Spaanse regering – dat we defensie-investeringen moeten financieren via gemeenschappelijke Europese schulden – is ook nuttig. Dit pleidooi vindt elders in Zuid-Europa weerklank, dus het zou kunnen helpen om de kloof tussen Noord en Zuid op het gebied van veiligheid te overbruggen.”
Als er geen doelstelling voor defensie-uitgaven zou zijn, zouden we dan niet een andere maatstaf nodig hebben om te bepalen of elk NAVO-lid zijn steentje bijdraagt?
Mārtiņš Staķis: “Ja en nee. Laat me een metafoor gebruiken. Als je in een dorp woont en er staat één huis in brand, dan verspreid je de brandweerlieden niet over het hele dorp, maar concentreer je ze op de plek waar het probleem zich voordoet. Hetzelfde geldt voor de Europese defensie. Het probleem ligt aan de oostgrens, dus moeten we onze strijdkrachten daar concentreren. De vraag of landen als Spanje de doelstelling van 3,5 procent halen, is daarom minder urgent. Spanje zou een grotere bijdrage leveren aan het afschrikken van Rusland als het zijn defensie-investeringen met 0,5 procent zou verhogen om meer troepen en materieel naar de Baltische staten te sturen. Er zijn al Spaanse militairen in Letland, en daar zijn we erg dankbaar voor. Maar we zouden er graag meer van zien.