Inburgeren werd voor nieuwkomers vooral een kwestie van zelfredzaamheid, nadat het tweede kabinet-Rutte in 2013 een nieuwe Wet inburgering invoerde. Asielmigranten en zogeheten gezinsmigranten kregen drie jaar de tijd om de taal onder de knie te krijgen, zich te verdiepen in “Nederlandse waarden en normen” en betaald werk te vinden. Het moest goedkoop en efficiënt, zo vond de regering. Volgens wethouder Cees van Eijk werd het een ramp.
Enkele jaren geleden las theatermaker Patrick Nederkoorn in een Duitse krant over de ‘aanstaande ont-Hollandisering van de aarde’. Er stond: als maar de helft van alle prognoses over klimaatverandering klopt, dan is het niet de vraag of, maar wanneer Nederland onder de zeespiegel verdwijnt.
Beiden zijn zeer succesvolle politici in relatief onzichtbare instituties, beiden zetten zich met hart en ziel in voor een humaner asiel- en migratiebeleid, en beiden zwaaien de komende maanden af: Judith Sargentini als Europarlementariër en Tineke Strik als fractievoorzitter van GroenLinks in de Eerste Kamer. Alleen wacht Strik direct een nieuw politiek avontuur: ze volgt Sargentini op als nummer twee op de lijst voor het Europees Parlement. In het Amsterdamse filmtheater EYE blikken Strik en Sargentini op verzoek van de Helling terug én vooruit.
De problematiek die door de stroom van vluchtelingen wordt opgeroepen, beheerst het nieuws. Persoonlijk kan ik heel slecht tegen beelden van mensen die ’s nacht door een rivier zwemmen of dagenlang in de regen zitten zonder verder te kunnen.
De Europese regeringsleiders noemen migratiedeals nodig om illegale migratie en mensensmokkel te bestrijden. Met deze afspraken schuift de EU haar verantwoordelijkheid voor vluchtelingen echter af op andere landen ten koste van de mensenrechten. Een rechtvaardiger, menselijker vluchtelingenbeleid is nodig én mogelijk: met een eerlijk verhaal en moedige politici.
In 1977 schreef de Politieke Partij Radikalen, de ‘vrolijk linkse’ voorloper van GroenLinks, in het verkiezingsprogramma: “Nederland kan geen immigratieland zijn”. De PPR was met name kritisch over arbeidsmigratie. Zeventien jaar later, in 1994, schreef GroenLinks: “Nederland ís al een immigratieland”. En in 2006 stelde de partij dat het gemakkelijker moest worden voor arbeidsmigranten om tijdelijk in Nederland te komen werken. Hoe is deze radicale verandering in het linkse denken over arbeidsmigratie te verklaren?
Het is moreel verdedigbaar om arbeidsmigranten van buiten de EU tijdelijk en onder strikte voorwaarden minder rechten te geven dan burgers in het gastland. Hierdoor zullen landen namelijk bereid zijn om méér arbeidsmigranten toe te laten, stelt migratiedeskundige Martin Ruhs. Want of we het nu leuk vinden of niet: aan veel rechten hangt een prijskaartje. “Als die prijs tijdelijk omlaag gaat, krijgen meer mensen de kans op een beter leven.”
Als je er eenmaal op gaat letten, zie je ze overal: grenzen. In de intermenselijke relaties speelt de grens een hoofdrol. Over iemands grenzen gaan (‘tot hier en niet verder’), of juist andermans grenzen respecteren; je eigen grenzen kennen of de grens opzoeken: het komt allemaal voor.
Globalisering is geen nieuw verschijnsel, maar eeuwenoud. De laatste tijd is daar nieuwe aandacht voor, mogelijk onder invloed van actuele discussies over migratie, vluchtelingen en racisme. Het Rijksmuseum belicht tot 22 mei onder de titel ‘Goede Hoop’ het gedeelde verleden van Nederland en Zuid-Afrika.