Mensen die de Russische invasie van Oekraïne goedpraten, ze zijn nog steeds te vinden in het Westen. Het Twitterfenomeen Darth Putin neemt ze genadeloos op de hak. Hij heeft nu ook een boekje gewijd aan de kromme redenaties van Poetin-apologeten. Een recensie door Luuk van der Meer.
Feiten zijn onmisbaar voor een democratisch politiek debat. Sociale media verlagen de drempel voor burgers om zich in dit debat te mengen, maar zijn ook kampioen in het verspreiden van desinformatie – en bedreigen daarmee de positie van feiten. Overheden moeten de grote platforms dan ook nadrukkelijker aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor een open, eerlijk en op feiten gebaseerd politiek debat. Daarbij hoort ook een herwaardering van een traditionele steunpilaar van de democratie: de vrije pers.
Het met nieuw aangemaakt geld financieren van overheidsuitgaven heeft menig land geholpen in tijden van crisis en oorlog. Omdat iedere hyperinflatie in de geschiedenis begon met deze monetaire financiering, heeft het instrument een slechte reputatie gekregen. Daarom is het in de EU verboden, wat de Europese Centrale Bank verhindert om staten op deze manier te helpen de coronacrisis te boven te komen. Toch zijn de gevaren beperkt en biedt het kansen voor het verduurzamen van de samenleving. Onder strikte voorwaarden is dit paardenmiddel dan ook verdedigbaar.
In het ruim 900 pagina’s tellende Capital et idéologie brengt de Franse econoom Thomas Piketty tweeduizend jaar ongelijkheid in kaart en maakt hij deze meetbaar. Piketty heeft daarnaast een opvallende agenda: hij wil het kapitalisme niet hervormen, maar streeft naar een ander stelsel.
Handelsoorlogen, sancties, vijandige overnames, valutamanipulatie: een nieuwe economische orde verrijst. Om de Pruisische generaal en militair theoreticus Carl von Clausewitz te parafraseren: economie is de voortzetting van oorlog met andere middelen. De VS en China vechten hun strijd om geopolitieke heerschappij voornamelijk uit binnen de wereldeconomie, en Europa moet hier een weg in zien te vinden. zoals blijkt uit nieuwe voorstellen van de Duitse Groenen, is progressief beleid best verenigbaar met een ambitieuze handelspolitiek die ervoor zorgt dat dat Europa niet degradeert van speler naar speelterrein.
Vlak buiten Los Angeles brak een gasleiding. Burgers maakten zich zorgen over de gevolgen voor de luchtkwaliteit, en alle scholen binnen een straal van 7,5 kilometer van het gaslek kregen moderne luchtfilters. Eigenlijk was die bezorgdheid helemaal niet nodig: het gas dat vrijkwam, was lichter dan lucht en vervloog snel. Vals alarm dus, maar met onvoorziene implicaties.
Met ‘Het waagstuk van de politiek’ schreef filosoof Hannah Arendt een bundel die hoog op de leeslijst van hedendaagse politici zou moeten staan.
Als presentator van de fonkelnieuwe podcast Groene Gasten van het wetenschappelijk bureau luister ik zoveel mogelijk naar andere podcasts om de kunst af te kijken. Mijn favoriet tot nu toe is Nice White Parents. Deze documentaire laat zien hoe de komst van een groep witte ouders en kinderen naar een zwarte school in de New Yorkse wijk Brooklyn de verschillen tussen wit en kleur op de school vergrootte – terwijl ze juist met de beste bedoelingen verdeeldheid in het Amerikaanse openbaar onderwijs wilden verminderen.
A Planet to Win is ambitieus, omvattend en biedt inspiratie voor politici die serieus aan de slag willen met een Green New Deal.
De datahonger van onze samenleving vraagt om een bewuste omgang met technologieën. Maar burgers, politici en bedrijven zijn daartoe moeilijk te bewegen. Waarom? Voor een antwoord moeten we terug naar de wortels van de digitale cultuur: de hippiecultuur in het Californië van de jaren zestig.