Flamenco is zo’n kunstvorm die diepgeworteld is in een lange geschiedenis. Wat zou het eenvoudig zijn, zeker in deze tijd waarin gemakkelijk wordt teruggegrepen op romantiserende beelden uit het verleden, de flamenco in de eigen historie te stollen. Dat doen de jonge makers niet. Zij ontwikkelen nieuwe vormen, ze laten andere muziektradities toe, ze durven te mengen. Het wordt ze niet door iedereen in dank afgenomen, maar hun energie en enthousiasme is meeslepend en ontwapenend. En dus ook: hoopvol.
In de politieke praktijk wordt het weleens vergeten: we kunnen niet zonder kunst en cultuur. Dat is al heel lang zo en dat zal altijd zo blijven. In de diepste wanhoop maken mensen muziek. Als er geen woorden zijn, maken mensen beelden. Met woorden maken mensen gedichten.
Wat zou het mooi zijn als de samenwerking tussen GroenLinks en de PvdA die notie stevig weet te verankeren in welk politiek programma dan ook. Niet door kunst en cultuur politiek te maken, daarvan hebben we in de geschiedenis even totalitaire als desastreuze voorbeelden gezien, maar door het belang van kunst en cultuur, de kracht van schoonheid te omarmen.
Kunst is niet elitair; kunst is onze menselijkheid, onze vrijheid, onze stem. De stem van de minderheid, als het moet.