Eén van hen bungelt met zijn been naar beneden, alsof hij naar beneden wil stappen. Wellicht wil hij zich mengen in het debat of wil hij op z’n minst gezien worden door de senatoren die besluiten nemen over hoe we ons als land organiseren. Want die besluiten beïnvloeden ook zijn leven en zijn toekomst, en dat van zijn kinderen en kleinkinderen.

Groene, progressieve en christelijke politiek delen het besef dat generaties met elkaar zijn verbonden. Het verleden drukt onmiskenbaar een stempel op het heden en het heden beïnvloedt de toekomst. Vanuit dit besef delen wij een drijfveer om de aarde goed te willen doorgeven aan de volgende generaties. We delen ook de hoop dat onze kinderen het op die aarde beter zullen krijgen dan wijzelf. 

Toch zijn de woorden die we aan die gedeelde hoop en drijfveren geven anders. De één noemt het vooruitgangsgeloof, de ander spreekt over sociaalecologische rechtvaardigheid of over rentmeesterschap. Blijven we weg van dit soort ideologische terminologieën, dan voelen we ons allen thuis bij de gedachte dat we goede voorouders willen zijn. 

Een persoon met een hoofddoek die een biljet in een stembus doet. Op het biljet staat Toekomstbestendig.
Illustratie: Emmi Smid

De tirannie van het hier en nu

In 2021 zette filosoof en historicus Roman Krznaric de term ‘goede voorouders’ op de kaart met zijn gelijknamige boek. Hierin stelt hij de vraag hoe we langetermijndenken weer centraal stellen in een tijd waarin de tirannie van het hier en nu domineert. Ons politieke systeem, het consumentenkapitalisme en vrijemarktdenken ontnemen ons het zicht op de lange termijn. Krznaric stelt dat burgers in het economische systeem in de rol van consument worden gedrukt – waarbij de koop-nu-knop het handelen bepaalt en het 24/7-nieuws de aandacht opslokt. 

Ook politici hebben volgens hem een korte tijdshorizon. Zij laten zich afleiden door de laatste rel op sociale media en zijn te veel bezig met het willen winnen van de volgende verkiezingen. Verkiezingscycli van vier jaar staan de continuïteit van beleid en het committeren aan langetermijnprojecten in de weg. 

Waarom zouden we offers brengen of investeringen doen als we daar zelf weinig van profiteren? Noodzakelijke systeemverandering om bijvoorbeeld de klimaatcrisis te keren en de groeiende sociale ongelijkheid te stoppen blijft daardoor uit. En technologische risico’s, zoals oncontroleerbare AI of nucleair afval, worden vooruitgeschoven. Krznaric stelt dat de huidige generaties de toekomst koloniseren. 

Het lot van de toekomstige generaties ligt in onze handen. Om misverstanden te voorkomen: dat zijn zowel jongeren als ouderen – het zijn alle mensen die de planeet van ons erven. De kwaliteit van hun leven is verweven met de kwaliteit van het milieu en ecosystemen, maar ook met de kwaliteit van onze politiek en economie. Duurzame ontwikkeling draait dus om het respecteren van zowel de sociale als de planetaire grenzen.

“ Veel van onze activiteiten verliezen hun waarde als we zouden weten dat de mensheid binnen afzienbare tijd ophoudt te bestaan ”

Het besef dat de toekomstige generaties nabij zijn brengt een verantwoordelijkheid met zich mee. We kunnen vanuit empathie en solidariteit keuzes maken die rekening houden met de mensen die nog geboren moeten worden. Maar de Amerikaanse filosoof Samuel Scheffler wijst in zijn boek Why worry about future generations? ook op het welbegrepen eigenbelang dat ermee gemoeid is. 

Wie nu leeft is zelf ook verbonden met de toekomst. Veel van onze activiteiten verliezen hun waarde als we zouden weten dat de mensheid binnen afzienbare tijd ophoudt te bestaan. Als voorbeeld noemt hij medisch onderzoek als een relevant levensoverstijgend project. Maar ook op een meer emotioneel niveau zijn de toekomstige generaties ons veel waard. Volgens Scheffler zouden het verdriet en de schok immens zijn, als we zouden weten dat de mensheid binnenkort ten einde komt. Zo bezien hebben wij de toekomstige generaties net zo hard nodig als zij ons.

Beproefde recepten

Het verwondert dan ook niet dat er wereldwijd veel initiatieven zijn om de stem van de toekomstige generaties een plek te geven in democratische besluitvormingsprocessen. Al in 1997 namen de Verenigde Naties een verdrag aan waarbij de huidige generaties verantwoordelijkheid uitspreken voor het welzijn van toekomstige generaties. Vorig jaar kreeg dat opvolging door een nieuw VN-verdrag voor de toekomstige generaties. 

Wat velen in eigen land niet weten, is dat Nederland een van de voortrekkers was. In de VN-verklaring stellen de committerende landen: ‘Wij geloven dat er een pad is naar een betere toekomst voor de hele mensheid, inclusief mensen die in armoede en kwetsbare situaties leven. Door de acties die we vandaag ondernemen, nemen we ons voor om dat pad te bewandelen en te streven naar een wereld die veilig, vredelievend, rechtvaardig, gelijk, inclusief, duurzaam en welvarend is, een wereld waarin welzijn, veiligheid en waardigheid en een gezonde planeet verzekerd zijn voor de hele mensheid.’

De vraag is natuurlijk hoe er in de politiek praktisch invulling kan worden gegeven aan het voornemen om te handelen met het oog op het welzijn van de toekomstige generaties. Een beproefd recept zijn gelote burgerberaden. In burgerberaden die in Frankrijk en Ierland zijn gehouden over het klimaat, blijkt bijvoorbeeld dat de deelnemers sneller met voorstellen komen die ook gunstig zijn voor de lange termijn. Sinds begin dit jaar kent ook Nederland een nationaal burgerberaad voor het klimaat. Na de zomer biedt ze de uitkomsten aan het kabinet aan, dat binnen een half jaar motiveert welke voorstellen wel of niet worden overgenomen. 

Een nog interessantere vorm van een burgerberaad is de Japanse methode van Future Design. Daarin krijgt de helft van de groep deelnemers de verantwoordelijkheid om de stem van de toekomst te representeren. Dit deel van de groep krijgt speciale kleren aan die symbool staan voor een andere tijd. Zij beelden zich in dat ze in het jaar 2060 leven. Wat blijkt? De groep die de toekomstige generaties vertolkt blijkt meer rekening te houden met het welzijn van de generaties die nog komen.

Stem van de toekomst

In Nederland zijn we nog vrijwel onbekend met de methode van Future Design. Wel zien we dat steeds meer organisaties expliciet aandacht vragen voor de stem van de toekomstige generaties. Voorbeelden zijn de SER Jongerenraad, het Lab Toekomstige Generaties, het Ministerie van de Toekomst en natuurlijk de inbreng van politieke jongerenorganisaties. Dankzij een initiatief van D66-coryfee Jan Terlouw circuleert er een stoel van de toekomstige generaties in het parlement en op de ministeries.

In de representatieve democratie is het echter ook van belang dat zittende politici de stem van de toekomstige generaties structureel willen vertegenwoordigen. De volksvertegenwoordiging heeft immers als taak om in haar afwegingen de belangen te betrekken van (groepen) mensen die door politieke keuzes worden geraakt. Omdat bijna alle besluiten generatie-overstijgende effecten hebben, is het dus ook aan de volksvertegenwoordiging om de belangen van de volgende generaties in de besluitvorming een plek te geven. 

“ Landen als Finland, IJsland, Litouwen en Chili hebben parlementaire commissies voor de toekomst ”

Voor inspiratie kunnen we naar andere landen kijken, die de stem van de toekomst in hun democratische systeem hebben geïncorporeerd. Een mooi overzicht daarvan hebben Daan Vermassen en Didier Caluwaerts opgetekend in hun bijdrage aan de bundel De stem van de toekomst. Zij beschrijven hoe landen als Finland, IJsland, Litouwen en Chili parlementaire commissies voor de toekomst hebben. In die van Finland bijvoorbeeld zitten politici van alle partijen. Zij geven beleidsadvies over de langetermijn-uitdagingen en faciliteren toekomstdialogen. Ze worden daarin bijgestaan door wetenschappelijke en ambtelijke experts die goed zijn ingevoerd in toekomstverkenningen en -oplossingen.

In andere landen wordt gekozen voor een vorm waarin een externe ombudspersoon het parlement gevraagd en ongevraagd advies geeft over de belangen van de toekomstige generaties. Het meest succesvolle voorbeeld is het parlement van Wales, dat in 2016 een Commissaris voor de Toekomstige Generaties instelde om evaluaties uit te voeren en aanbevelingen te doen. Hongarije laat echter zien dat een commissaris die aan de nukken van het parlement onderhevig is kwetsbaar kan zijn. Zo werden de mogelijkheden om zelfstandig onderzoek te doen en wetgeving te bekritiseren na enkele jaren weer ingeperkt.

De Nederlandse Eerste Kamer is bij uitstek een goede plek om de stem van de toekomstige generaties te verankeren in het democratische besluitvormingsproces. De Eerste Kamer heeft ten opzichte van de Tweede Kamer een eigenstandige rol. De kracht van de chambre de réflexion is dat de waan van de dag de politieke agenda minder bepaalt. Wetgeving wordt gewogen vanuit een breed perspectief, waarbij drie toetsen centraal staan: is de voorliggende wet rechtmatig, uitvoerbaar en handhaafbaar?

Wij stellen voor om hier een vierde toets aan toe te voegen. Is de wet ook toekomstbestendig – welke gevolgen ondervinden mens en planeet over bijvoorbeeld vijftig jaar? Om die vraag per wetsvoorstel goed te kunnen beantwoorden, zou bij nieuwe wetsvoorstellen standaard een toekomsttoets uitgevoerd moeten worden die inzicht geeft in de langetermijneffecten van beleid en regelgeving. Zo zorgen we ervoor dat de ‘De Kinderen van Staat’ met tevredenheid op ons neer kunnen kijken.