Nederland staat op een kruispunt. We kampen met twee van de grootste uitdagingen van onze tijd: de woningcrisis en de klimaatcrisis. En dat terwijl de wereld om ons heen onrustiger wordt, met internationale spanningen en onzekerheden. Juist nu hebben we een overheid nodig die niet wegkijkt, maar kiest voor samenwerking, solidariteit en perspectief.
Ik zie om me heen bij jonge mensen hoe groot de zorgen zijn. Vrienden die maar geen betaalbare woning vinden. Leeftijdsgenoten die twijfelen of ze kinderen willen, omdat de toekomst onzeker voelt. Ook in mijn Friesland hoor ik deze verhalen: jongeren die noodgedwongen bij hun ouders blijven wonen, gezinnen die al maanden wachten op een plek om te beginnen. Dat raakt me. Want mijn generatie staat te springen om politici die wél keuzes durven maken.
En die keuzes moeten ambitieus zijn. Daarom komen wij met de grootste vernieuwing van het woonbeleid sinds de jaren 90. Bouwen wordt weer een publieke taak. We zetten woningcorporaties in om ook voor de middenklasse te bouwen, zodat niet alleen de laagste inkomens een plek vinden. We kopen landbouwgrond op om betaalbare bouwgrond te garanderen en we pakken speculatie met grond en woningen hard aan. Zo zorgen we dat iedereen – van zorgmedewerker tot docent, van jongere tot oudere – een duurzaam, energiezuinig en betaalbaar huis kan vinden.
Wonen is zoveel meer dan een dak boven je hoofd. Het is de basis voor zekerheid, voor kansen, voor het opbouwen van een leven. Als die basis ontbreekt, komt alles onder druk te staan: gezinnen stellen plannen uit, jongeren verlaten hun dorp, gemeenschappen vallen uit elkaar. Daarom bouwen we niet alleen huizen, maar bouwen we ook aan verbondenheid en vertrouwen.
En we zijn met veel. In Nederland bestaat een sociale meerderheid: mensen die weten dat vooruitgang komt door samenwerking. Mensen die elkaar helpen in de buurt, die klaarstaan voor collega’s, vrienden en familie, en die geloven dat iedereen een eerlijke kans verdient. Het zijn de mensen die iedere dag hun best doen – ook als het tegenzit – en die weten dat we alleen samen vooruitkomen.
Voor ons betekent vooruitgang dat we versterken wat we liefhebben en het beschermen voor de generaties na ons. Dat we solidariteit als fundament nemen voor ons beleid. Dat we de woningnood aanpakken én het klimaat beschermen, zodat de huizen van morgen duurzaam én betaalbaar zijn.
De uitdagingen zijn groot, maar samen zijn we groter. Als we nu kiezen voor beweging in plaats van stilstand, voor bouwen in plaats van wachten, voor samenwerken in plaats van ieder voor zich, dan beginnen we aan een nieuwe fase van hoop en vooruitgang.
Samen vooruit – voor elkaar, voor Nederland, voor de toekomst.