Dat we midden in een geopolitieke omwenteling zitten is inmiddels bijna een cliché geworden. Toch ontbreekt het Nederland en Europa aan een duidelijke visie over hoe om te gaan met de nieuwe uitdagingen. Het gebrek aan een diepgaand geopolitiek debat in Nederland is allereerst een democratisch probleem, omdat het burgers de kans ontneemt om goed geïnformeerde afwegingen te maken als het om deze cruciale internationale ontwikkelingen gaat. Ook linkse stemmen lijken relatief afwezig te zijn in het geopolitieke debat.

De aarde heeft de vorm van een tekstballon en staat op een stok. De stok met de aarde wordt rechtop gezet door vier personen. Daarvoor zit iemand met handen die het hoofd laat steunen op de handen.
Illustratie: Daniel Garcia

Het concept-beginselprogramma wijst erop dat de klimaatcrisis ons dwingt bestaande machtsverhoudingen fundamenteel te herzien, en als onderdeel van deze omwenteling nieuwe bondgenootschappen aan te gaan. Precies dit zou ook de kern moeten zijn van een linkse, progressieve geopolitiek. Inderdaad is een fundamenteel andere relatie met het mondiale Zuiden noodzakelijk om de klimaatcrisis – de grootste geopolitieke uitdaging – het hoofd te bieden. Hetzelfde is het geval als het gaat om het tegengaan van die andere geopolitieke crisis: de opmars van autoritaire staten, die steeds meer druk beginnen te leggen op democratische normen binnen het internationale systeem. 

Veel van het Nederlandse geopolitieke debat, of wat daarvoor doorgaat, richtte zich de laatste jaren begrijpelijkerwijs op de dreiging van Rusland. Omdat er onder de middenpartijen een terechte consensus is over het steunen van Oekraïne, was dat debat redelijk gedepolitiseerd, al is er nu wel onenigheid over hoe de hogere defensie-uitgaven bekostigd moeten worden. Maar een breder debat over de geopolitieke vragen waar Nederland de komende jaren voor zal komen te staan ontbreekt, ondanks dat de antwoorden op deze vragen wel eens fundamenteel kunnen verschillen tussen links en rechts. 

Vooralsnog zijn het vooral de centrumrechtse partijen die zich lijken te willen profileren op het onderwerp geopolitiek; bijvoorbeeld als het gaat om het organiseren van debatten, podcasts en het geven van interviews over dit onderwerp, dat ook duidelijk leeft bij hun achterban.

Neokolonialisme niet langer geaccepteerd

Ergens is de schroom van links om een gedegen eigen geopolitiek verhaal uit te dragen begrijpelijk. Als het om buitenlandpolitiek gaat legt men vaak, en terecht, de nadruk op de dubieuze rol van het Westen: de erfenis van het kolonialisme, het gedogen van de genocide in Gaza, het inhumane migratiebeleid, enzovoort. Dit is op het eerste gezicht lastig te verenigen met een bredere geopolitieke visie; als het om geopolitiek gaat lijkt de focus immers vaak te liggen op de verdediging van het internationale systeem dat deze misstanden mogelijk heeft gemaakt.

Maar juist voor het geopolitieke debat is het cruciaal om kritisch na te gaan denken over westerse dominantie binnen internationale machtsverhoudingen. Want om de komende mondiale instabiliteit het hoofd te kunnen bieden zal een radicaal andere Europese houding nodig zijn tegenover dit systeem. Een pijnlijke waarheid is dat de huidige mondiale economische structuren zo zijn opgezet deze vooral de economische en politieke belangen van het Westen dienen. Zoals het concept-beginselprogramma terecht stelt, werkt in de internationale handel het koloniale verleden door. En dit ‘neokolonialisme’ wordt met recht niet meer geaccepteerd door landen in het mondiale Zuiden.

“ Het koloniale verleden en westerse hypocrisie worden uitgebuit door landen als China en Rusland ”

Terwijl de westerse geopolitieke machtspositie in het verleden te danken was aan structuren van economische ongelijkheid, is het hardnekkig vasthouden aan deze structuren nu juist een zwakte geworden. Het faciliteert de opmars van autoritaire staten. Het koloniale verleden, de ongelijke economische verhoudingen en de westerse hypocrisie worden uitgebuit door landen als China en Rusland, die zich positioneren als alternatieve partners voor het mondiale Zuiden. Vooral China doet veel moeite om de banden met landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika aan te halen. Daarmee beoogt Beijing de internationale orde zodanig om te vormen dat democratische normen steeds minder dominant worden en autoritaire staten hun eigen visie kunnen doordrukken. Als het aan China ligt, worden democratie en mensenrechten als het ware ‘geprovincialiseerd’: gedegradeerd tot een product van het Westen dat voor de rest van de wereld weinig relevant is.

Toch is dit alles verre van een gelopen race. Zie bijvoorbeeld China’s invloed in Afrika. De antidemocratische visie slaat weliswaar aan bij autoritaire leiders, maar onderzoek laat zien dat Afrikaanse burgers vaak helemaal niet zitten te wachten op ondermijning van hun rechten.[1] De teleurstelling in het Westen vertaalt zich dus niet per definitie in een afkeer van waarden zoals democratisering en mensenrechten.

Gelijkwaardige relatie

Dit biedt Europa weer een kans om zijn positie in het mondiale Zuiden te versterken. We moeten dan proactief bewijs leveren dat we bereid zijn op te komen voor gedeelde waarden als democratie en mensenrechten. Dat vergt wel een breuk met het verleden. We zullen een fundamenteel andere relatie met het mondiale Zuiden moeten nastreven, met name door op basis van gelijkwaardigheid de groene economie van de toekomst vorm te geven. Als we daarentegen de waarden die we belijden blijven ondermijnen door vast te houden aan beleid dat geworteld is in extractivisme en neokolonialisme, ondermijnen we ook de eigen machtspositie tegenover China en andere autoritaire staten.

“ Diepgewortelde structuren van economische ongelijkheid zullen moeten worden ontmanteld ”

Werken aan een gelijkwaardige relatie met het mondiale Zuiden zal een pijnlijk proces zijn, waarin diepgewortelde structuren van economische ongelijkheid zullen moeten worden ontmanteld. Dat zal op forse weerstand stuiten bij gevestigde belangen in Europa die vast willen houden aan deze oude structuren. Die weerstand komt bijvoorbeeld aan het licht bij het Global Gateway-initiatief, een groot investeringsprogramma van de Europese Unie voor het mondiale Zuiden. Met dit programma zou de EU zich als aantrekkelijk alternatief voor China kunnen positioneren. Maar recent onderzoek wijst uit dat de Gateway-projecten, alle mooie woorden ten spijt, grotendeels Europese commerciële belangen dienen. Ze komen niet ten goede aan de lokale bevolking.[2]

Als rechtse stemmen dominant blijven in het geopolitieke debat zal Europa’s positie in de wereld alleen maar verder afkalven. Het is dan ook aan linkse, progressieve partijen in Europa om zich serieuzer in de discussies te mengen en een alternatieve geopolitiek te ontwikkelen. Het concept-beginselprogramma biedt een eerste handvat met de oproep om aan een eerlijker en groener economisch systeem te werken, waarbij de overheid een actieve groene industriepolitiek moet voeren. Het wachten is nu op linkse politici die het geopolitieke debat naar zich toe durven trekken.

Voetnoten

  1. Paul Nantulya, ‘China’s Strategy to Shape Africa’s Media Space’, Africa Center for Strategic Studies, 16 April, 2024
  2. Gerasimcikova A., Sial F. & Vanaerschot F. ‘Who profits from the Global Gateway? The EU’s new strategy for development cooperation’, European Network on Debt and Development, 2024