Gastcolumn
Politici houden zich doorgaans verre van dit soort bespiegelingen. Bij de oprichting van de EEG in 1957, de voorloper van de EU, ligt de nadruk niet op waarden en principes maar op economische samenwerking als samenbindend element. Pas begin jaren ‘90 begint bij bestuurders en volksvertegenwoordigers het besef door te dringen dat dit niet voldoende is. Via het Verdrag van Maastricht heeft de EU een hele reeks nieuwe bevoegdheden gekregen en na de val van de Muur ligt uitbreiding naar Centraal- en Oost-Europa voor de hand.
Die grote stappen voorwaarts leiden tot discussie over de vraag waar de EU nu precies voor staat. Volgens steeds meer Europeanen is verdergaande integratie en uitbreiding alleen mogelijk en wenselijk als het culturele fundament onder de EU versterkt wordt.