Nú wordt alles anders, verkondigde menig politicus en opiniemaker in het voorjaar van 2020. Het leven in de hele wereld was met piepende remmen tot stilstand gekomen vanwege het COVID-19 virus. De pandemie was een wake-up call van de natuur. Nu gingen we duurzamer leven, minder consumeren, de welvaart eerlijker verdelen. Twee jaar later lijkt van die verandering bar weinig terecht gekomen. De huizenprijzen explodeerden, de temperatuur steeg naar ongekende hoogten en de wereldwijde ongelijkheid werd groter. Je zou er cynisch van worden. 

Ambitieuze exercitie 

Gelukkig zijn er ook denkers die afgelopen twee jaar wél hebben nagedacht over hoe we het roer kunnen omgooien. Bij die denkers horen ook de auteurs van dit essay van de Belgische denktank Oikos. Want het moet anders en het kán anders, als we de aarde een leefbare planeet voor mens, dier en natuur willen houden.

Met het ecofeminisme als inspiratiebron pleiten zij voor een samenleving waarin zorg en solidariteit centraal staan. Die zorg, zo betogen de auteurs, moet zich niet alleen uitstrekken naar de medemens, maar ook naar dieren, ecosystemen, en de planeet in zijn geheel.

De ‘denkoefening’ is een ambitieuze exercitie in een compacte vorm. In slechts 95 pagina’s lopen ze in grote stappen door de geschiedenis van de westerse moderniteit.

Cover boek Voor wie willen we zorgen? Ecofeminisme als inspiratiebron

Daarmee willen ze aantonen hoe in het westerse denken de natuur louter als grondstof en de medemens als minderwaardig wordt gezien. Daar tegenover schetsen ze veelal niet-westerse – gemeenschappen en denkers die laten zien hoe je een samenleving kunt opbouwen gebaseerd op respect, waarde en zorg voor elkaar.

Soms zoomen de auteurs heel gedetailleerd in op één voorbeeld. Zo staan ze uitgebreid stil bij bomenwetenschapper Suzanne Simard die ontdekte dat bomen via een ingenieus netwerk van sporen en schimmels door de grond heen met elkaar communiceren. Simard werd door haar eigen universiteit lang tegengewerkt. De auteurs gebruiken dit voorbeeld om de hele westerse wetenschap te duiden: “Westerse wetenschap reduceert een systeem tot onderdelen het liefst nog in een labo, ontdaan van de context en mogelijke interacties met andere delen van het systeem.” (p.57) 

Prikkelende inzichten 

Op een ander moment schrijven ze zeer uitgebreid over recente theorieën rond de-growth, waarbij ze de invloedrijke denker Kate Raworth wel noemen, maar haar donut-economie weer niet (ze staat ook niet in de literatuurlijst opgenomen). Het essay maakt hierdoor een wat onevenwichtige indruk en bezwijkt onder de grote inhoudelijke ambitie in een te klein jasje. 

In het essay staan zeker prikkelende inzichten en stimulerende voorbeelden voor een radicaal andere samenleving. Als lezer blijf je wel achter met de vraag: hóe kunnen we die samenleving realiseren, waarin zorg voor elkaar en voor de wereld centraal staan? 

Voor wie willen we zorgen? Ecofeminisme als inspiratiebron
Dirk Holemans, Philsan Osman en Marie-Monique Franssen. EPO, Berchem en Oikos, 2021