Het beperken van virusverspreiding is een epidemiologisch vraagstuk. Het regeren van een land is politiek. Maar wat is de rol van politiek in een pandemie? Hoe heeft de politiek die rol opgevat, en hoe is die rolopvatting veranderd – of juist niet – gedurende de afgelopen twee jaar? Terugblikkend zien we dat een systematische analyse van de maatschappelijke kosten en baten van het beleid steeds prangender is geworden, maar vooralsnog ontbreekt. Een reflectie op een politiek van vier corona-sterftegolven, en een blik vooruit.
De eerste golf: nood
Wat is de rol van politiek in een pandemie? In de eerste golf leek het antwoord op deze vraag duidelijk: de bedreiging die dit virus vormt, wegnemen – of ten minste temperen. Geconfronteerd met een virus dat in nog onbekende mate een bedreiging vormde voor de gezondheid en het leven van mensen, is het begrijpelijk dat de regering in de noodstand sprong. Vrijheden werden vergaand ingeperkt, ongekende budgetten werden beschikbaar gesteld voor compensatie, en de rol van het parlement werd, door het gebruik van noodverordeningen, tot een minimum gereduceerd. Het doel: ziekte en sterfte door corona voorkomen.
Het veiligstellen van de omstandigheden waarin mensen oud kunnen worden en een goed leven kunnen leiden, kunnen we zien als de ethische kerntaak van de overheid. Als mensen de mogelijkheden hebben om oud te worden en een goed leven te leiden volgens hun eigen visie, genieten ze positieve vrijheid. Ziek worden of sterven door corona ondermijnt deze vrijheid. Het is daarom legitiem dat de overheid probeert dit te voorkomen.
Het was echter ook vanaf dag één duidelijk dat de coronamaatregelen zelf niet zonder negatieve consequenties zijn. Ze beogen schade te vermijden, maar creëren ook veel schade. Een indringend voorbeeld uit de eerste golf zijn de ouderen die vereenzaamden in verzorgingstehuizen, doordat bezoek verboden was. Ook de schoolsluiting trok zijn sporen door de samenleving. Al direct werd geconstateerd dat de sluiting de ongelijkheid tussen kinderen met ouders van verschillende opleidingsniveaus vergrootte. Deze consequenties beperken juist mensen hun positieve vrijheid.
De eerste golf, gekarakteriseerd door de noodstand, creëerde een dynamiek die ook nu nog sterk bepalend is voor het beleid. Die dynamiek kenmerkt zich door een politiek beroep op onvermijdelijkheid: het terugdringen van het virus is noodzakelijk, hoe je dit doet is een technische vraag, die vraag wordt voorgelegd aan epidemiologen, en hun antwoord wordt doorgaans omgezet in de politieke keuze. Een land regeren is echter veel meer dan een virus terugdringen. Politieke keuzes maken vergt waarden afwegen. Wie dat niet expliciet doet, doet het impliciet alsnog. De dynamiek van de eerste golf heeft 'virusverspreiding beperken' met stip op één gezet in de politieke rangorde van waarden. Andere waarden zijn daaraan ondergeschikt gemaakt. Hierdoor heeft de afgelopen twee jaar als het ware een hiërarchie van lijden bestaan.
Als het kabinet na de eerste golf de balans had opgemaakt, en had gekeken welke waarden geschaad en bevorderd waren door het beleid, had een bewuste afweging kunnen plaatsvinden. Inschattingen hierover waren voorhanden. Zo begon het Sociaal en Cultureel Planbureau begin mei 2020 met het publiceren van stukken in het dossier ‘Maatschappelijke Effecten Corona’, waarin bijvoorbeeld de effecten van de maatregelen op mentale gezondheid en ongelijkheid aan bod komen. Onlangs merkten het SCP en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving op dat dergelijke kennis gedurende de afgelopen twee jaar “in de besluitvorming vaak ogenschijnlijk niet of minder zwaar [werd] meegewogen dan de epidemiologische kennis.” Een goede reden om meer om het ene dan om het andere lijden te geven, is moeilijk te bedenken.
Hoewel men in de eerste golf wellicht nog hoopte dat het ook de laatste golf zou zijn, en dat beleid voor de lange termijn daarom niet nodig was, maakte de kennis van toen het eigenlijk al onwenselijk om daarvan uit te gaan. Al in mei 2020 gaf de WHO aan dat het virus misschien endemisch zou worden.
De tweede golf: vrees
Na een luwe, relatief onbezorgde zomer, waarin desondanks nog grote beperkingen golden op het normale leven, zullen velen met vrees hebben uitgekeken naar het najaar van 2020. Het werd een periode van ons opnieuw schrap zetten. De tweede golf werd gekenmerkt door stapsgewijze verzwaring van lockdown-maatregelen. Groepsgroottes werden beperkt, horeca moest vroeger dicht en daarna helemaal dicht, evenementen werden verboden.