De buurtbewoners waren bang voor het onbekende, maar ze hebben gemerkt dat statushouders zich anders gedragen dan andere vluchtelingen. Deze statushouders zijn gewoon Zwollenaren en dus je buren. De wijkbewoners hebben in een klankbordgroep meegedacht. Hun belangrijkste vraag was: hebben de bewoners van de ROL iets te doen overdag? Nou, dat hebben ze. De tegenstand is daardoor grotendeels verdwenen.
De gemeente regelt de inburgering. Consulenten begeleiden het uitvoeren van persoonlijke inburgeringsplannen. Ik heb zelf statushouders met hun kinderen verwelkomd in de stadsbibliotheek. Die mensen gaan nu vaker naar de bibliotheek en zijn extra gemotiveerd om Nederlands te leren. Dankzij de ROL is er een einde gekomen aan hun uitzichtloze bestaan.
De bewoners koken zelf en krijgen leefgeld. Ze slapen in slaapzalen en hebben gezamenlijke keukens, badkamers en woonkamers. Ze hebben beperkte privacy. Het blijft een opvanglocatie. Maar het grote voordeel is dat mensen zo de stad in kunnen lopen. Op COA-locaties zitten ze vaak geïsoleerd. Het uitgangspunt blijft dat deze nieuwkomers maar enkele maanden in de ROL wonen. Mede daarom bouwt Zwolle 300 flexwoningen, waarvan 30 procent naar statushouders gaat.”
De resultaten
“Elders in het land zijn initiatieven genomen die lijken op de Zwolse ROL. De doorstroming naar definitieve huisvesting is op gang gekomen. In de buurgemeenten lukt het redelijk goed voor voldoende betaalbare huizen te zorgen. De huidige bewoners zijn enthousiast. Ze gaan naar buiten, maken contacten, vinden een baan. We monitoren het experiment zorgvuldig en we zien dat de ROL het welzijn van deze nieuwkomers bevordert. Ze burgeren een stuk sneller in."