Aan welke specifieke kwaliteiten moeten we denken bij deze groep?
“Ze kennen de wereld van het mbo van binnenuit én de mensen die daarin rondlopen. Aan dat laatste ontbreekt het heel vaak bij onze huidige politici en bestuurders, waardoor er ruimte is voor vooroordelen. Het idee dat je met mbo‘ers niet ‘de diepte in kan’ is bijvoorbeeld heel hardnekkig. Er is de afgelopen jaren veel gepraat over de zogenaamde kloof tussen stad en platteland, of tussen links en rechts, maar ik vind dat allebei bullshit. We hebben in dit land maar één grote kloof en die gaat over opleidingsniveau. Dat zorgt ervoor dat hbo‘ers en wo‘ers naar dezelfde clubs en verenigingen gaan, dezelfde auto’s kopen en dezelfde boeken lezen. Intussen ontmoeten ze geen mbo‘ers, en vice versa.
We weten al sinds onderzoek uit de jaren zestig dat polarisatie komt doordat sociale groepen elkaar nauwelijks kennen en negatieve vooroordelen over elkaar hebben. Ook in Nederland is dat al heel lang gaande en ik denk dat er nu momentum is om dat aan te pakken. Want er zijn reusachtige tekorten die ons dagelijks leven beïnvloeden.”
Welke tekorten zijn dat precies?
“De zorg komt 60.000 mensen tekort en dat zal oplopen naar 190.000. Dat gaat ons allemaal aan: ook als je morgen van je fiets valt of je jezelf verbrandt zul je naar een ziekenhuis moeten kunnen. De bouw komt 125.000 mensen tekort en er zijn 439.000 woningzoekenden in Nederland. Binnen de huidige stikstofrestricties kunnen we 100.000 huizen bouwen maar de prognose voor de komende jaren is dat we maar ongeveer 50.000 woningen kunnen bouwen omdat de mensen er niet zijn om dat te doen.
Pas als deze tekorten de hogere en middenklassen raken, bijvoorbeeld omdat hun kraan of wc niet meer wordt gerepareerd omdat de prijzen te hoog worden, zullen we misschien verandering zien. Maar dan moeten die mensen om dat te doen er wel zijn. En dat is niet zo. Voor de lagere klassen is dat trouwens al werkelijkheid: voor hen zijn de prijzen van veel van dit soort diensten nu al te hoog.”
Dat klinkt als een klassenmaatschappij, toch?
“Dat is het ook. En dat probleem wordt pas opgelost als het om je eigen kinderen gaat. Voor de hogere klassen is dat nog niet zo, die kunnen betalen wat ze willen en nodig hebben. Vroeger zei de advocaat gewoon: ik wil niet in dezelfde wijk wonen als de timmerman, en ik wil ook niet dat mijn kinderen bij zijn kinderen in de klas zitten. Het is nu niet meer sociaal geaccepteerd om dat hardop te zeggen, maar de situatie is nog steeds hetzelfde. En wat is erger? Aan de ene kant is het goed dat we dat onderscheid moreel gezien niet langer goedkeuren, maar aan de andere kant is ontkennen ook geen oplossing. Er bestaan nog steeds allerlei sociaaleconomische bubbels waar mensen in leven, en die lopen langs lijnen van onderwijs.
Maar ook als je lekker in je bubbel zit is het belangrijk om je te beseffen dat het vijf voor twaalf is. Dat gaat niet alleen om kansenongelijkheid als een groot probleem, maar ook om snel oplopende tekorten binnen bepaalde beroepsgroepen die het fundament van onze samenleving vormen. In Den Haag worden prachtige plannen gemaakt om de kinderopvang gratis te maken. Maar wie gaat die kinderen opvangen? En voor alle klimaat- en duurzaamheidsplannen zijn talloze installateurs nodig, maar die mensen zijn er helemaal niet, joh. Ik denk dat als we mbo‘ers in die bestuurskamers hadden gehad, ze de beleidsmakers daar jaren geleden al op gewezen hadden.”
Meer waardering voor die fundamentele beroepsgroepen is essentieel, maar het klinkt ook als een oplossing die langere tijd nodig heeft terwijl we nu al mensen tekortkomen. Hoe zie jij dat?
“De onderwaardering van mbo-beroepen begint al voor de geboorte van het kind. Er bestaan ‘schaduwlijstjes’ bij bepaalde basisscholen in Nederland. Dat zijn brieven die in de brievenbussen worden gedaan van ‘betere’ wijken met als strekking: schrijf je (mogelijke) kind zo snel mogelijk op onze excellente school in zodat er een wachtlijst ontstaat en er geen ruimte is voor kinderen van buiten deze wijk die ons hoge verwijspercentage naar havo of vwo mogelijk onderuit kunnen halen. Het idee dat ons onderwijs een democratisch systeem is, geldt lang niet voor iedereen. Dat is niet alleen zeer bizar en pijnlijk, dat is ook zeer ondermijnend voor onze samenleving.