Voortbouwend op mijn hoopvolle pleidooi in de vorige Helling wil ik jullie meenemen in mijn dagelijkse werk om de optimistische sociaaldemocratische droom van een vrij, zeker en gelijkwaardig bestaan voor ieder mens te waar te maken. Volkshuisvesting, een fijn betaalbaar huis om in te wonen, is daar een essentieel onderdeel van. En laat daar nu juist een deel van de politieke en maatschappelijke discussie over zijn gegaan bij de behandeling van de Voorjaarsnota. Want wat op papier mooi klinkt: bevriezen van de sociale huur voor twee jaar, gaat op de manier die het kabinet wil heel asociaal uitpakken.

Laat ik beginnen met het positieve: het is goed dat dit kabinet de huren voor mensen in een sociale huurwoning (al weten we nog niet precies de uitwerking hiervan...) wil bevriezen. Want de afgelopen jaren hebben we de grootste huurstijgingen in dertig jaar meegemaakt. Samen met nog de steeds duurder wordende boodschappen en oplopende energierekening zorgt dat ervoor dat veel mensen amper rond kunnen komen.

En toch is het voorstel van het kabinet om de sociale huren te bevriezen een sigaar uit eigen doos. Want de woningbouwcorporaties, verantwoordelijk voor het bouwen en onderhouden van sociale huurwoningen, worden niet volledig gecompenseerd. Het gevolg hiervan is desastreus: zo'n 170.000 broodnodige woningen zullen niet gebouwd worden. En dat in een tijd waarin we al kampen met een enorm woningtekort. De volledige compensatie is cruciaal – niet alleen voor onderhoud en verduurzaming, maar vooral om ervoor te zorgen dat corporaties hun belangrijkste taak kunnen blijven uitvoeren: genoeg betaalbare woningen bouwen voor mensen die dat nodig hebben.

Daarom heb ik, in aller haast, een initiatiefwet geschreven om alle huren, op een sociale manier, te bevriezen voor één jaar. Zodat niet alleen mensen in een sociale huurwoning, maar ook die in een huurwoning in het middensegment of de vrije sector minder woonlasten krijgen voor aankomend jaar. Daarnaast zorgt deze sociale manier van huurbevriezing voor een volledige compensatie, zodat woningbouwcorporaties kunnen blijven bouwen,  opknappen en verduurzamen.

Nu is huurbevriezing een noodmaatregel. Ik snap de kritiek dat dit een tijdelijk doekje is voor het bloeden. Echter, als we nu niets doen, komen veel mensen in echte financiële zorgen, waarvan de consequenties nog vele malen erger zijn. Zowel financieel als maatschappelijk.

In de tussentijd ga ik door met het terugwinnen van de woningmarkt om daar weer volkshuisvesting van te maken. De kranten staan dagelijks vol over de woningcrisis, maar dit kabinet is er alleen voor de belangen van pandjesbazen en speculanten. Het is een kabinet dat de wooncrisis niet oplost, maar verergert.

Volkshuisvesting is en blijft het kloppend hart van de onze beiden partijen. Zoals het eerste partijprogramma van GroenLinks uit 1989 al met een vooruitziende blik stelde: “De overheid moet zorgen voor voldoende aanbod en eerlijke verdeling van woonruimte, en een eind maken aan de schrikbarende stijging van woonlasten in de huursector. Vooral bij de stadsvernieuwing moet ervoor gewaakt worden, dat deze geen exclusieve zaak voor hogere inkomens wordt.”