Landbouw is in Nederland verantwoordelijk voor ongeveer een vijfde van de uitstoot van broeikasgassen. Landbouwgewassen nemen weliswaar CO2 op, maar daartegenover staat weer de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen. Die andere broeikasgassen zijn CH4 (methaan, ook bekend als moerasgas, aardgas) en N2O (lachgas, ook bekend als partydrug). Methaan en lachgas hebben een veel sterker opwarmend effect op het klimaat dan CO2; als vuistregel 28 keer voor methaan, en 298 keer voor lachgas.[1] Bovendien is voor deze twee gassen de landbouw de voornaamste menselijke bron. Nagenoeg de helft van de broeikasgasemissie van de hele landbouwsector in Nederland bestaat uit deze gassen.
Methaan ontstaat door bacteriële omzetting van organische stof onder strikt zuurstofloze omstandigheden, in moeras- en slootbodems, en in de magen van koeien. Verder ontstaat het door verhitting van steenkool en olie in de aardkorst - het bekende aardgas. Rundvee is een belangrijke bron van methaan, koeien brengen het methaan dat in hun magen ontstaat in de atmosfeer via boeren, winden en ademhaling. Bij de opslag van mest, bijvoorbeeld in gierkelders, ontstaat ook veel methaan. Sinds 2007 is de hoeveelheid methaan in de atmosfeer weer aan het toenemen, na een periode waarin deze ongeveer gelijk bleef. Lachgas ontstaat in stikstofrijke, bemeste bodems door bacteriële omzetting van stikstofverbindingen onder natte omstandigheden.
Het overleg over de klimaatplannen aan de 'klimaattafels' heeft ook als doel de broeikasgasuitstoot uit landbouw te verminderen. Daarbij is het belangrijk hoeveel broeikasgas aan verschillende sectoren in de landbouw toegerekend moeten worden. De Nederlandse Melkveehouders Vakbond plaatste onlangs een artikel op hun website, waarin gesteld werd dat de uitstoot van broeikasgassen door de melkveesector gecorrigeerd moet worden voor vastlegging van CO2 in voedergewassen. De reden die de veehouders hiervoor aanvoeren: de broeikasgasuitstoot door het vee is onderdeel van een 'korte cyclus' van broeikasgassen. Is dat zo?
Koolstofkringloop
Allereerst: wat wordt er bedoeld met 'korte cyclus'? Dat is een cyclus van koolstof zoals die in de meeste natuurlijke ecosystemen ook voorkomt: bijvoorbeeld in een bos verliezen de bomen hun blad in de herfst, dat blad verteert op de grond waarbij CO2 ontstaat, en de CO2 wordt in de volgende zomer weer opgenomen door de bomen door middel van fotosynthese. Niets aan de hand voor het klimaat, de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer neemt niet toe maar blijft gelijk. Je zou de cyclus 'klimaatneutraal' kunnen noemen.
Dit in tegenstelling tot het verbranden van fossiele brandstoffen. Daarbij verbranden we organische stof die in de loop van honderden miljoenen jaren in de bodem is opgeslagen door vroegere ecosystemen. Daardoor verhogen we de hoeveelheid CO2 - en door lekkages van aardgas ook methaan - in de atmosfeer. De fossiele brandstofindustrie (inclusief schaliegaswinning) is medeveroorzaker van de recente toename van methaan in de atmosfeer, zoals de melkveehouders terecht opmerken.[2]
In zo'n korte cyclus kunnen ook lekken zitten. Dat kan gunstig of ongunstig voor het klimaat uitpakken. Stel dat het bos flink groeit en de opgenomen CO2 in het hout van de bomen en in humus in de bodem opgeslagen wordt. Dan keert het niet meer op korte termijn als CO2 terug naar de atmosfeer. Dat gaat de opwarming van het klimaat tegen. Andersom kan ook. Bijvoorbeeld: in een extreem droog en warm jaar zoals deze zomer, nemen de bomen minder CO2 op en wordt organische stof in de bodem sneller afgebroken, en kan het bos netto CO2 uitstoten.
Nog ingewikkelder wordt het wanneer er meer broeikasgassen in het spel zijn. Gaat het om een moerasbos, dan kan er ook methaan in de bodem ontstaan. In dat geval moet je rekening houden met de mate waarin de verschillende broeikasgassen bijdragen aan de opwarming, en over welke tijdsperiode - sommige gassen worden sneller uit de atmosfeer verwijderd dan andere. Zo heeft methaan een veel kortere levensduur dan CO2.
Lekken in de kringloop
Hoe zit het dan met de 'korte cyclus' van methaan waarover de melkveehouders het hebben? Bedoeld wordt: methaan heeft een korte levensduur in de atmosfeer; het wordt snel afgebroken in de atmosfeer door oxidatie, en voor een klein deel ook door bacteriën in de bodem en sommige planten. Daarbij wordt het omgezet in CO2. De levensduur van een hoeveelheid methaan in de atmosfeer is kort, en inderdaad wordt CO2 ook weer opgenomen door gras en ander landbouwgewas, zoals de melkveehouders stellen. (Overigens is de levensduur van methaan niet 12 jaar, zoals de melkveehouders beweren. De halfwaardetijd - de tijd totdat de helft van een hoeveelheid methaan verdwenen is - is ongeveer tien jaar. Dat betekent dat na die tien jaar nog de helft van het uitgestoten methaan over is, en ook na 12 jaar nog een aanzienlijk deel aanwezig is in de atmosfeer.)
Dat betekent echter niet dat alle uitstoot van methaan door het vee en mest gecompenseerd door opname van CO2. De cyclus is niet gesloten. Tijdens de levensduur heeft methaan een sterk opwarmend effect, veel sterker dan dat van CO2. Omdat methaan een veel sterker opwarmend effect heeft dan CO2, zou daar ook een opname van CO2 tegenover moeten staan, die het sterke opwarmende effect van methaan compenseert. Die opname is echter niet mogelijk in een landbouwsysteem als melkveehouderij.