"Deze vakantie neem ik een stapel boeken mee waar ik ooit in begonnen ben en die ik nu eindelijk eens uit wil lezen. Het meeste is non-fictie: politiek en geschiedenis. Dat wil niet zeggen dat ik niet van fictie houd. Pas las ik A sense of an Ending van Julian Barnes, een Engelse schrijver. Het boek gaat over vier vrienden, waarvan de slimste zelfmoord pleegt. De anderen worstelen met de vraag wat ze daarvan moeten vinden: is het een heldhaftig verzet tegen de zinloosheid van het leven of laffe wanhoop?

Ook een ander boek dat ik pas las - The art of Fielding van de Amerikaan Chad Harbach - gaat over vriendschap. Ook daarin maakt een van de hoofdpersonen een einde aan zijn leven. Maar het is veel optimistischer.

Het verwezenlijken van dromen en aan de slag gaan, dat is de houding van de personages. Typisch Amerikaans. Eigenlijk voel ik meer voor die Amerikaanse mentaliteit.

Laatst zag ik Hillary Clinton speechen, dat was ongelooflijk inspirerend. Ze zei: alle kinderen op de wereld hebben het recht minstens vijf jaar oud te worden. Wat heb je daarvoor nodig? Ze begon het op te sommen. Gezondheidszorg, goede voeding, opgeleide ouders, een stabiele overheid, etc. Hoe gaan we dat regelen? En zo maar door!

Een Europeaan was allang afgehaakt, die zou zeggen: 'onmogelijk'. Amerikanen beginnen gewoon. Dat praktische spreekt me aan, dat zonnige optimisme, tegen de stroom in roeien. Het verschil tussen de Europese en Amerikaanse mentaliteit herken je meteen in beide boeken."

Tony Judt, Joschka Fisher & Jolande Sap

"Voor mij is de recent overleden Tony Judt een bron van politieke inspiratie. Hij schreef een prachtige geschiedenis van Europa na de Tweede Wereldoorlog en in Het land is moe formuleert hij zijn aanklacht tegen links, of eigenlijk tegen de sociaal-democratie, die zijn kernwaarden heeft opgegeven in de laatste decennia.

Links heeft de publieke voorzieningen waarover de politiek kon beslissen weggegeven aan de markt en die is nu van niemand meer. Bij problemen word je als burger van het kastje naar de muur gestuurd en niemand voelt zich meer verantwoordelijk. Onze opdracht is die taken weer terug te pakken, verantwoordelijkheid te nemen.

Wat ik waardeer in een politicus is de moed impopulaire standpunten te verdedigen tegenover de eigen achterban. Neem Joschka Fisher. Zijn loopbaan spreekt me aan: van een linkse activist op gympen tot de meest gewaardeerde minister van Buitenlandse Zaken voor Die Grünen. De toespraak waarmee hij zijn eigen congres probeerde te overtuigen van militair ingrijpen tijdens de oorlog in Kosovo zal ik nooit vergeten. Indrukwekkend.

Ook zijn kompaan Daniel Cohn-Bendit toont altijd weer leiderschap, vertelt bevlogen over Europa en neemt zijn eigen achterban mee. Jolande Sap kan wat mij betreft met haar steun aan de Kunduz-missie en het lente-akkoord in die traditie komen te staan."

Trots op mijn vader

"Die waardering voor de moed tegen de stroom in te roeien, doen waar je voor staat, komt van mijn vader. Als metaalarbeider uit Veenendaal nam hij het altijd op voor anderen. Soms was dit niet zo gezellig op feestjes, herinner ik me. Dan zei iemand iets over buitenlanders en dan ging mijn vader daar altijd op in en eindigde de avond in politiek geruzie. Achteraf waren mijn moeder, mijn zus en ik wel altijd trots dat hij zich toch weer had uitgesproken.

Hij maakte zijn opvattingen ook concreet. Dan nodigde hij Turkse gastarbeiders, waar niemand naar om keek, bij ons thuis uit. Zaten we met zijn allen op zondag in de tuin. Dan bleek er een kapper tussen te zitten en die knipte dan voor het zicht van de buurt onze haren."

Kruideniersmentaliteit

"Eigenlijk ben ik een kruidenier. Als ik een idee of een opvatting heb, dan wil ik deze ook aan de man brengen. Ik vond het heerlijk om in een Wereldwinkel eerlijke producten te verkopen. Lekker concreet. Met mijn eerste publicatie over het basisinkomen, geschreven toen ik medewerker was van het wetenschappelijk bureau van de PPR, ging ik stad en land af. Als het maar verkocht en gelezen werd!

Hetzelfde is van toepassing op de politiek: dat is meer dan het vertellen van mooie verhalen. Wordt dan kunstenaar. Politiek draait om het veranderen van de samenleving. Daarvoor moet je je ideeën wel willen en kunnen verkopen."

De vervuiler moet gaan betalen

"Mijn idealen zijn door de jaren heen eigenlijk gelijk gebleven. In de jaren zeventig werd ik door 'Grenzen aan de Groei' van de Club van Rome milieubewust. Tegenwoordig heet het duurzaamheid, maar het gevoel is niet veranderd. Misschien veranderen de methoden wel. Vrijheid verkies ik boven verboden. Ik geloof in oplossingen van milieuproblemen via de markt: de vervuiler betaalt. Voor tien euro een vliegticket naar Barcelona boeken, dat kán gewoon niet.

Toen ik voorzitter was van Milieudefensie voerden we al harde actie tegen de uitbreiding van het vliegverkeer. Tegelijk bleven we aan tafel zitten met de directies van Schiphol en de KLM. We pleitten hartstochtelijk voor de aanleg van snelle treinverbindingen tussen Amsterdam en andere hoofdsteden. Dat begint nu te komen.

Waarom de vervuiler nog altijd niet betaalt in Nederland? Dat is een goede vraag. Waarschijnlijk omdat Nederland een bulkland is. Wij kiezen voor kwantiteit boven kwaliteit. De belangen die daarmee gemoeid zijn - de haven, Schiphol, fossiele energie, landbouw - zijn enorm." 

Een ingekorte versie van dit interview verscheen in het GroenLinks Magazine van augustus 2012.