‘We laten niemand in de kou staan’ verzekerde de toenmalig staatssecretaris Klijnsma bij de invoering van de Participatiewet in 2015. Doel was immers door de samenvoeging van verschillende wetten (WWB, Wajong, WsW) en taken naar gemeenten te decentraliseren er voor te zorgen dat eenieder met een arbeidsbeperking of een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk zou kunnen. De gemeenten zijn met de huidige Participatiewet onvoldoende in staat gesteld dit mogelijk te maken. De conclusies uit de evaluatie van de wet door het SCP bevestigt dit.
Weliswaar hebben jonggehandicapten(Wajong) een iets grotere kans op een baan dan voor de invoering. Maar dit is een relatief klein gedeelte, nog geen 10%, van de hele doelgroep. En het werk dat ze doen is vaak in deeltijd en op tijdelijke contracten hetgeen hun bestaanszekerheid nauwelijks versterkt.
Bovendien is hun inkomensondersteuning volgens de Bijstandsregels afhankelijk gemaakt van de vraag of zij een verdienende partner of spaargeld hebben en of zij onder één dak wonen met huisgenoten (kostendelersnorm). Dat tast hun bestaanszekerheid aan. Voor de reguliere bijstandsklanten en voor niet uitkeringsgerechtigden heeft de wet geen waarneembaar effect op de baankans.
Alarmerende conclusies wat mij betreft. De vraag is natuurlijk hoe het komt dat het onvoldoende lukt mensen mee te laten doen. Eén van de grootste belemmeringen voor gemeenten is dat er de facto nauwelijks budget is om mensen verder te helpen. Het overgrote deel, 95% van het totaal, is nodig voor inkomensondersteuning. Slechts 5% is in te zetten om mensen naar werk of participatie te begeleiden, dat terwijl de titel van de wet Participatie(!)wet is.
Voor het activeren van mensen is minder budget dan in de oude bijstandswet. Sinds 2010 is het bedrag per uitkeringsgerechtigde voor re-integratie gedaald van 4500- naar 1500-. Dat helpt natuurlijk niet. Naast onvoldoende financiering schiet de wet nog altijd tekort door de veelheid en complexiteit aan regelingen. Voor gemeenten zou een grotere vrijheid in het kunnen toepassen van maatwerk enorm helpen. Nu is het instrumentarium bepaald door de vraag of iemand het stempel van arbeidsbeperkt krijgt of niet.
Vereenvoudiging van het stelsel en beleidsvrijheid voor gemeenten is cruciaal om het verschil te maken voor werkzoekenden. Nu worden werkgevers en gemeenten beperkt in plaats van gestimuleerd. Ook de overgang van de WW naar de bijstand helpt de werkzoekende niet. Ontschotting tussen de dienstverlening van het UWV is nodig.