Recensie

Volgens Patrick Curry is een ecologische ethiek dringend nodig, omdat de aarde in rap tempo wordt uitgeput door de mens. De enige manier om dit te kunnen stoppen is de aarde te waarderen om haar eigen waarde en niet om de waarde die zij voor de mens heeft. 

Nieuw denken

Curry heeft in 2011 een boek geschreven waarin hij een introductie geeft in de ecologische ethiek en laat zien hoe deze gebruikt zou kunnen worden. Ecologische ethiek is een ethiek waarin wordt nagedacht over de wijze waarop we ons zouden moeten verhouden tot de natuur. Waarom willen we bijvoorbeeld de aarde redden? Is dat omdat anders andere mensen er last van hebben? Of is dat omdat we geld kunnen verdienen aan de vergroening van de economie? Of willen we de aarde ook redden om de intrinsieke waarde die ze heeft? Volgens Curry is dat laatste nodig, omdat we anders uiteindelijk altijd te weinig om de natuur zullen geven. Hiervoor is een nieuw denken, een nieuwe ‘zedenleer,’ nodig: ecologische ethiek. In dit artikel bekijk ik wat dit boek en ecologische ethiek zouden kunnen betekenen voor de politiek van GroenLinks. 

Ethiek

Ethiek gaat over de vraag wat goed is en wat kwaad. Deze vraag is zo oud als de mensheid en er zijn veel verschillende antwoorden op gegeven. In de Westerse filosofische traditie ging dit eigenlijk altijd over de vraag hoe je je ten opzichte van andere mensen diende te gedragen en soms tegenover dieren (bijvoorbeeld de heilige koe in India). Ethiek die de gehele natuur erbij betrekt is vanaf de tijd van de bekende humanistische Griekse filosofen meer en meer op de achtergrond geraakt. In zijn boek gaat Curry er echter van uit dat de natuur de bron is van alle waarde(n) die er zijn en daarom ook gewaardeerd moet worden om zichzelf en niet om de waarde die ze voor mensen of dieren heeft.

De industriële kapitalistische samenleving

Het is lastig om je in deze tijd bezig te houden met ethiek. In onze tijd lijkt het er alleen maar om te gaan hoe we alles voor zo weinig mogelijk geld en zo efficiënt mogelijk kunnen doen. Dit lijkt alle andere overwegingen van ondergeschikt belang te maken, zeker in de best betaalde en dus 'gewaardeerde' banen in bijvoorbeeld de financiële sector. Maar waar efficiëntie het gesprek van de dag is daar wordt de ethiek buitengesloten. Curry geeft in zijn boek een luguber voorbeeld dat je aan het denken zet: Een SS-dokter uit Auschwitz-Birkenau zei tegen zijn ondervrager op de vraag of hij nooit in ethische dilemma's terecht kwam: 'Ethiek was niet een woord dat gebruikt werd in Auschwitz. Doktoren en anderen spraken alleen maar over de vraag hoe ze dingen zo efficiënt mogelijk konden doen zodat het het beste zou werken.' (1) Ethische, morele, afwegingen zouden niet optioneel moeten zijn, maar onderdeel uitmaken van elk menselijk handelen.

Ecologische ethiek

Maar waarom hebben we voor het waarderen van natuur een aparte ethiek nodig? Curry noemt hiervoor twee redenen: Ten eerste laat de huidige ecocide (de vernietiging, ‘uitroeiing’, van ecologische systemen) zien dat alle huidige ethiek ontoereikend is. Ten tweede reduceert de op mensen gecentreerde ethiek eigenlijk alles dat niet rationeel na kan denken tot minderwaardig.

Mensen die deze vorm van ethiek als uitgangspunt nemen zijn erg moeilijk te overtuigen van het feit dat een bos intrinsieke waarde heeft. Dit past immers niet in hun denkkader; ze hebben geen emotionele band met bomen en zullen het belang van mensen altijd voor laten gaan. Wat nodig is, is een ethiek die ervoor zorgt dat we van het bos gaan houden. In andere woorden: een emotionele of zelfs religieuze benadering van de natuur is een belangrijk onderdeel van ecologische ethiek. We zijn voor ons voortbestaan afhankelijk van de aarde en haar natuur; een ecologische ethiek is dus eigenlijk heel logisch. 

Soorten ecologische ethiek

Vervolgens maakt Curry in zijn boek een onderscheid tussen drie gradaties van ecologische ethiek, van volledig antropocentrisch tot volledig ecocentrisch:

Lichtgroen: Mensen die begaan zijn met de natuur vanuit de waarde die het voor de mens heeft. 'We moeten de aarde redden, omdat we anders zelf ook ten onder gaan.' Curry stelt dat deze vorm van ethiek nu het meest prominent aanwezig is in onze maatschappij, ook bij veel groene partijen en milieuorganisaties. Dit wordt vaak in eerste instantie gedaan om mee te kunnen praten en om anderen te overtuigen, maar de nadruk op het redden van de aarde vanuit de belangen van de mens kan op den duur nooit houdbaar zijn.

Middengroen: Dit gaat vooral over ethiek en dieren. Hier worden dieren gelijk gesteld aan mensen. Peter Singer heeft dit bijvoorbeeld uitgewerkt in zijn boek Animal Liberation (1975). Het gaat er hierbij vaak om dat ook andere wezens die gevoel hebben moeten worden meegenomen in onze morele overwegingen.

Donkergroen: Dit is de ecocentrische ethiek. Deze moet volgens Curry aan twee criteria voldoen:

  1. Het moet de waarde en de integriteit erkennen van zowel een soort als een ecosysteem, van zowel menselijke als niet-menselijke levensvormen. Het is dus holistisch.
  2. Binnen de ‘natuur-als-waarde’ moet het (a) ruimte laten voor conflicten tussen menselijke en niet-menselijke belangen en (b) de menselijke belangen ook af en toe minder zwaar kunnen laten wegen. 

 

In het boek worden vervolgens een aantal ecologische vormen van ethiek uitgewerkt, zoals het ecocentrisme, deep ecology, donkergroene theorie, links biocentrisme en ecofeminisme. 

Curry komt dan tot de conclusie dat ecocentrische ethiek in zijn ideale vorm een drietal kenmerken heeft: (2)

  • Pluralistisch, dus alle natuurlijke wezens hebben evenveel morele status en hun mogelijkheden om te bloeien hebben een intrinsieke waarde los van de waarde die ze eventueel zouden hebben voor de mens.
  • Pragmatisch, dus zo geformuleerd dat het haalbaar is.
  • Postseculier op een animistische manier: we moeten ons opnieuw door spiritualiteit met de natuur verbonden voelen. Dit is nodig om een band met de natuur te krijgen en haar intrinsieke waarde écht te waarderen.

Deze ethiek vormt dus een zeer radicale breuk met de huidige maatschappij. Eigenlijk zouden we een groot deel van de filosofie die we nu (bewust of onbewust) als basis van ons handelen nemen op de helling moeten zetten. Van de noodzaak dat er iets moet gebeuren om de aarde te redden zijn veel GroenLinksers wel overtuigd, maar gaat het gebruik van deze ethiek niet te ver? Ik denk dat het lastig is om van de ene op de andere dag een dergelijke ethiek te gaan hanteren en de vraag is ook hoe ver je moet gaan.

Het lijkt me echter wel goed om er vaker bij te stil te staan dat we de natuur ook willen redden om zichzelf en niet alleen omdat we er zelf beter van worden. En dan zou een manier van denken waarin de belangen van de natuur soms zwaarder wegen dan de belangen van de mens daarbij best kunnen helpen. Een debat hierover zou dus wel zinvol kunnen zijn.

Hoe bereiken we dit?

Voor een politieke partij is de weg naar het implementeren net zo interessant als de inhoud. Hier schiet het boek helaas wat tekort. Het wordt niet echt duidelijk hoe dat gedaan zou kunnen worden. Er wordt vooral veel nadruk gelegd op het opvoeden tot ecologisch bewuste burgers die zich volgens het oude republikeinse ideaal van burgerschap verantwoordelijk voelen voor het welslagen van de samenleving en dus ook voor de natuur.

Hoe dit nieuwe groene en deugdzame burgerschap tot stand kan komen is echter lastig. Er zou door de politiek meer nadruk op gelegd kunnen worden, maar hoe deze ideeën in een aantrekkelijk frame te gieten zijn blijft onduidelijk. Het aantal mensen dat politiek actief is, is in Nederland juist aan het dalen en dit zou voor een maatschappij waar burgerschap centraal staat juist groter moeten worden.

Misschien dat hiervoor aansluiting gezocht kan worden bij de doe-het-zelf beweging. Deze mensen zijn niet zozeer politiek actief, maar kunnen wel gezien worden als actieve burgers die ook nog eens vaak bezig zijn met duurzame projecten. Dit sluit ook aan op de oproep van Patrick Curry om de 'lokale gemeenschap te versterken om weerstand te kunnen bieden aan deze opkomende storm.' In de groene doe-het-zelf beweging komen de belangrijkste kenmerken van de ecologische ethiek, socialiteit en relationaliteit, met elkaar en met de omgeving, samen.

Conclusie

Ecological Ethics laat op zeer heldere wijze zien dat onze huidige antropocentrische ethiek nooit tot een echt duurzame samenleving kan leiden. Het zou voor GroenLinks goed zijn om zich hier meer rekenschap van te geven en te benadrukken dat de natuur ook een intrinsieke waarde heeft. Hierin kunnen we ons onderscheiden van D66. Over de mate waarin en hoe precies zou een verder debat nodig zijn.

Voor het welslagen van deze nieuwe groene ethiek is het daarnaast van belang om actief groen burgerschap te stimuleren. De doe-het-zelf beweging kan hiervoor een goed eerste aanknopingspunt zijn, maar het moet uiteindelijk breder worden en de hele samenleving omvatten. Daar ligt een schone uitdaging voor de komende periode! Ethiek, zo ook ecologische ethiek, zou niet als optioneel moeten worden gezien maar als onderdeel van elk menselijk handelen; ook in de politiek.

Voetnoten 

  1. P. Curry, Ecological Ethics. An Introduction. (2e druk; Cambridge 2012) 9.
  2. P. Curry, Ecological Ethics, 268.