Het gaat niet echt lekker met de mentale gezondheid van veel Nederlanders. De veelgehoorde remedie? Werk aan jezelf. Alsof onze gedachten, gevoelens en vermoeidheid een soort privéproject zijn dat je met de juiste app, een vision board en een paar affirmaties kunt oplossen.
Het maakbaarheidsideaal heeft een stevige arm om de schouder van het meritocratische ideaal geslagen: wie lekker in zijn vel zit, mag zichzelf feliciteren. Wie worstelt, moet aan de slag – met mindfulness, coaching, retreats, zelfhulpboeken of een influencer die je uitlegt hoe je “gewoon even je mindset moet shiften”. En zo is een gigantische zelfhulpindustrie ontstaan die vooral één ding versterkt: het idee dat mentale gezondheid een individuele verantwoordelijkheid is.
Een klasse- en generatieprobleem
De cijfers lijken op het eerste gezicht misschien geruststellend. Als we naar algemeen mentaal welbevinden kijken, dan zegt 85 procent van de Nederlanders tevreden te zijn met z’n leven (Monitor Mentale Gezondheid, RIVM).
Deze score is echter een gemiddelde en gemiddelden verbergen ongelijkheid. Jongeren van 18 tot 24 zijn beduidend minder tevreden. En hoe lager het opleidingsniveau, hoe kleiner de tevredenheid. Onder theoretisch geschoolden is meer dan 90 procent tevreden; praktisch geschoolden blijven daar ver bij achter. Algemeen mentaal welbevinden is dus een klasse- en generatievraagstuk.
Dan de cijfers over mentale problemen. Vraag iemand van 25 jaar of ouder of die de afgelopen maand angstig of depressief was, en bijna 44 procent antwoordt “ja”. Onder jongeren tussen 16 en 30 loopt dit op tot meer dan de helft! En ook hier geldt: hoe lager de opleiding, hoe groter de kans op dit soort gevoelens.
En wat eenzaamheid betreft? We zien vaak het beeld van de eenzame oudere, maar gemiddeld geldt: hoe ouder je wordt, hoe minder eenzaam je bent. De pieken zitten bij jongeren (15–24 jaar) en bij mensen van 45–54 jaar. Opnieuw geldt dat praktisch geschoolden vaker eenzaam zijn dan theoretisch geschoolden. Kortom, ook mentale problemen moeten we zien als een klasse- en generatieprobleem.
Wie heeft macht ten koste van wie?
Hoewel mentale problemen vooral de mensen die ermee worstelen en hun naasten hard treffen, raken ze ook de samenleving als geheel. De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) schat de maatschappelijke kosten op zo’n 18 miljard euro per jaar (advies RVS). En dat is een voorzichtige schatting.
De RVS spreekt van een “hypernerveuze samenleving” en benadrukt dat mentale problemen geen individuele kwestie zijn, maar een vraagstuk van mentale volksgezondheid. Het vraagt dus om een systemische blik op hoe onze economie en samenleving zijn ingericht, en vooral op wie daarin de macht heeft en ten koste van wie.