Het sterke verhaal dat de PvdA massaal kiezers heeft verloren aan de PVV is een hardnekkig misverstand. Hardnekkig, omdat veel opiniemakers in media en politiek het graag vertellen. Het is “een mythe die niet sterft”, volgens hoogleraar politicologie Tom van der Meer. Hij zei dit een tijdje terug in reactie op Joost Vullings, commentator voor EenVandaag. Maar ook Dilan Yesilgöz, Ronald Plasterk of bijvoorbeeld Elsevier houden de mythe graag in stand.
Honkvast binnen het eigen blok
Kiezers zijn over het algemeen honkvast. Als ze van partij wisselen, dan blijven ze bij voorkeur binnen het linkse of het rechtse blok. Een sprong van het ene blok naar het andere blok komt relatief beperkt voor. Zie de laatste Tweede Kamerverkiezingen: van de PVV-stemmers in 2023 had slechts 4 procent in 2021 SP gestemd, 4 procent D66, 1 procent PvdA en 1 procent GroenLinks. Bij de verkiezingen van zowel 2021 als 2023 bestond het PVV-electoraat vooral uit trouwe kiezers, niet-stemmers en overgelopen kiezers van rechtse partijen zoals Forum, de VVD en het CDA. Dat was ook al het geval in de jaren na de oprichting van de partij in 2005.
Een halve waarheid
Mythes doen het vooral goed als het een halve waarheid betreft. Dat verklaart wellicht waarom het verhaal van de naar de PVV overgestapte PvdA-kiezer niet sterft.
Zo is het waar dat kiezers die zichzelf tot de arbeidersklasse rekenen ooit in grote getalen op de PvdA stemden (evenals op het CDA trouwens – zie hier). Dat was zo’n vijftig jaar geleden het geval tot aan zo’n dertig jaar geleden. Al vanaf de jaren negentig begint de PvdA de arbeider te verliezen. Maar zelfs na de Fortuynrevolte in 2002 is de nederlaag van de PvdA niet te verklaren door kiezers die naar de LPF overstapten. “De PvdA-kiezers waren in verwarring alle kanten opgestoven”, zo schrijft Philip van Praag. “Ze stapten slechts in beperkte mate naar de LPF over; veel vaker kozen ze voor het CDA of bleven thuis.”